Duurzaamheid
Biddag (Prediker 2:20-27, Psalmen 145 en Matteüs 6:19-23)
‘Wie schatten vergadert op de aarde, is als een boer die zoveel mogelijk hooi probeert binnen te halen, terwijl de bosbrand zijn boerderij nadert. Zijn schuren zullen er alleen maar des te harder van branden.’
De vergelijking is van de theoloog Bram van de Beek [1] en zou je als beeld kunnen toepassen op de verhouding tussen duurzaamheid en armoede. Op zich kan het vullen van schuren een op de toekomst gerichte activiteit zijn. Je maakt ermee mogelijk dat er op een later moment middelen van bestaan zijn. Evenwel, wanneer de schuren zelf niet duurzaam zijn, dient zich een levensgroot risico aan. Iets dergelijks lijkt ook aan de hand met de huidige inzet op verduurzaming van onze samenleving. Wanneer allerlei maatregelen tot verduurzaming alleen maar haalbaar en voordelig zijn voor de beter gesitueerden, laat je een grote groep kansloos achter. Hun armoede kan zich gaan gedragen als de bosbrand in de vergelijking. Wanneer een grote groep de verduurzaming niet kan meemaken, ervan buitengesloten wordt, kan ze zich ertegen keren. Met kortzichtigheid kun je zo als samenleving je streven naar verduurzaming ondermijnen.
Vertwijfeling
Als je je bewust wordt van wat je aan het doen bent, dan heb je de situatie van ‘vertwijfeling’ zoals Prediker die schetst. En soms heb je een dergelijke vertwijfeling ook hard nodig om tot verandering en bekering te komen. Want je kunt wel blijven inzetten op het vullen van je schuren, maar wat als die inderdaad niet blijven duren? In de tekst uit Prediker gaat het over iemand die al de eigen inspanningen overziet én doorziet. De inspanningen worden aangeduid met ‘gezwoeg’. Het gaat om hard en degelijk werk dat alle aandacht en energie opeist, zelfs ’s nachts. Maar – in termen van de vergelijking van de boer – ineens ziet hij de bosbrand naderen en wordt hij overweldigd door vertwijfeling. Zijn inspanningen zullen niet beklijven en zullen doel missen als ‘hij zijn ziel het goede niet laat zien’. Dat laatste is de meer letterlijke en diepzinnige betekenis die in 2:24 wordt wegvertaald met ‘genieten’ (Nieuwe Bijbelvertaling). Wanneer je in je inspanningen vergeet je ziel het goede te laten zien, blijf je hangen in de kwellende bezigheid die in 2:26 een zondaar is opgelegd met het vergaren van bezit. Dit vergaren van bezit kan je dus het zicht benemen op waar het om gaat. Vertwijfeling – het roept niet direct positieve associaties op – kan dus iets goeds betekenen. Hier is het de eerste stap om de kortzichtigheid te doorbreken en te komen tot het je ziel het goede laten zien.
Zien
In de Matteüstekst keert het probleem van de kortzichtigheid terug. Het zien wordt verbonden met waar het hart op gericht is, met andere woorden: waar je toewijding naar uitgaat. Is dat hart alleen gericht op aardse schatten, bezittingen, dan is je blik verduisterd. Je blik is als het ware gevangengenomen door je bezit. Je bezit suggereert wel vastigheid en duurzaamheid voor je bestaan, maar kan gemakkelijk vernietigd worden; denk aan de eerdere bosbrand die de schuur vol met hooi bedreigt. Evenals het bezit suggereert de schuur duurzaamheid, maar het bezit en de schuur hebben de neiging om doel in zichzelf te worden, om de blik gevangen te houden en daarmeezijn doel juist te laten missen. Jezus roept de mensen op om eindelijk eens onder ogen te zien waar ze hun echte voordeel kunnen halen. Jezus keert zich niet tegen aardse goederen, maar wijst erop dat ze er zijn om goed mee te doen. Dat goed doen met aardse goederen – of zoals Prediker zegt: ‘je ziel het goede laten zien’ – heeft een relatie tot de hemel, de heerschappij van God. De hemel is hier Gods belofte van gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping, die als een tent over de aarde gespannen staat. Die belofte, daar kun je je mee verbinden en die kun je op aarde vaardig laten worden door ‘schatten te verzamelen in de hemel’. Door goed te doen met aardse goederen voeg je je in de lofzang van Psalmen 145(:13a): ‘Uw koningschap omspant de eeuwen.’
Biddag
De aanhef van het tweede couplet van Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk 2013 718, ‘Niet voor schuren die niet duren’, zou het motto van Biddag kunnen zijn. Veel lokale kerken zijn inmiddels ‘groene kerken’ geworden (www.groenekerken.nl) en zetten stappen tot verduurzaming van hun geloofsgemeenschap. Daarnaast zijn veel lokale kerken betrokken bij armoedebestrijding in de vorm van noodhulp of betrokkenheid bij een voedselbank. Met de huidige verduurzaming van onze samenleving raken de onderwerpen duurzaamheid en armoede elkaar. Er wordt gewaarschuwd voor een ‘duurzaamheidskloof’: mensen met voldoende geld kunnen maatregelen treffen waarmee ze kunnen inspelen op de energietransitie; mensen met weinig geld hebben die mogelijkheden minder of niet. De overgang naar duurzame energie kan alleen succesvol verlopen als deze gepaard gaat met sociale maatregelen. Anders lopen we het risico dat de klimaatverandering de nieuwe splijtzwam in de samenleving wordt (de naderende ‘bosbrand’). In een dienst op Biddag kan de verbinding van vergroening én verduurzaming tot uiting worden gebracht. Vanuit die verbinding kunnen kerken er ook op letten dat bij de duurzaamheidsinitiatieven in hun omgeving het belang van allen vooropstaat. Dit betekent dat bijvoorbeeld bij de lokale overheid erop aangedrongen wordt dat ook het belang van mensen met weinig tot geen financiële armslag hierin meegenomen wordt.
Deze exegese is opgesteld door Trinus Hoekstra.
Voetnoot
[1] A. van de Beek, Hier beneden is het niet. Christelijke toekomstverwachting, Zoetermeer 2005.
Bovenstaande tekst komt uit de bezinningsbrochure die als katern bij Oecumenisch Bulletin 1/2020 van de Raad van Kerken verscheen.