Menu

Basis

Echte troost is goddelijke troost

Handreiking

De Handreiking diept een Herademing-thema praktisch uit in spirituele oefeningen voor eigen gebruik of voor het werken met groepen.

Waar mensen eerlijk spreken over onderwerpen die hen werkelijk aan het hart gaan, ontstaat er iets bijzonders. Woorden roepen reacties op. Die worden ingebracht in het gesprek, zo ontwikkelt zich het samen denken.

Nog even, dan zijn er weer feestjes en bijeenkomsten, dan drinken we een biertje samen, dan is er koffie na de kerkdienst. Zal dat dan net als vroeger gaan? Krijgen we opnieuw al het geklets, het gebabbel, al die social talk waarmee gesprekken vaak gevuld zijn?

Veel gepraat gaat nergens heen. Waarom doen we dat? Wat zoeken we eigenlijk bij elkaar? Is er een manier van met elkaar spreken die ons samen verder brengt? Thomas van Kempen geeft ons advies.

Vaker gezwegen

Thomas van Kempen is een Nederlandse schrijver en monnik. Hij leefde van 1370 tot 1471 en bracht zijn leven grotendeels door in een klooster in Zwolle. In zijn wereldberoemde boek: Navolging van Christus beschrijft hij allerlei elementen die te maken hebben met groei in het geestelijk leven. Dat wil zeggen: groeien in waarachtig menszijn.

Hoe mensen met elkaar praten heeft daar veel mee te maken. In deel I van zijn boek ‘wenken voor het geestelijk leven’ gaat hij hierop in.

Pas op voor de opwinding van mensen, zoveel je kunt, want veel hinder bezorgt ons uitweiding over wereldse aangelegenheden, ook al worden ze met een simpele bedoeling ter sprake gebracht. Want snel worden wij door waan bevuild en bevangen. Ik zou willen dat ik vaker had gezwegen en niet onder de mensen was geweest. Maar waarom spreken wij toch zo graag en wisselen wij verhalen uit, terwijl wij toch zelden zonder beschadiging van ons geweten in de stilte terugkeren?

Ze gaan vaak gewoon helemaal nergens over, die gesprekken bij de koffie, op verjaarsvisite, of zelfs als je met vrienden of vriendinnen bij elkaar bent. Er wordt een of ander onderwerp uit de media aangesneden waar iedereen zich over opwindt en je bent zo weer een uur verder. Thomas zegt: het is een waan die ons bevangt, al die opgewonden discussies over zaken die zich in de wereld afspelen.

Thomas voelt spijt dat hij zichzelf niet vaker buiten dit soort gesprekken heeft gehouden, of zelfs helemaal niet aanwezig was geweest. Hij zegt: het lijkt wel alsof ik bezoedeld ben geworden. Alsof mijn geweten beschadigd is geraakt. Dat merkte hij toen hij terug in de stilte kwam. Waarom doen we dit toch zo graag? wil Thomas weten.

Daarom spreken wij zo graag, omdat wij door onderling te spreken troost zoeken bij elkaar. Wij verlangen ons hart, door allerlei gedachten afgemat, op te beuren.
En heel graag praten en denken wij over de dingen waar we veel van houden of naar verlangen of die ons gevoelsmatig dwars zitten. Maar helaas, vaak zinloos en vergeefs!

Mensen zoeken troost bij elkaar. Mensen wisselen met elkaar van gedachten, om maar niet alleen te blijven. Het is een manier van contact maken en even het vermoeide hart op te beuren. Iedereen spreekt toch graag over dingen die hen bezighouden of dwars zitten? Dat is niet iets om te veroordelen, vindt Thomas. Het is alleen maar jammer, omdat het de ware troost hindert.

Want deze uiterlijke vertroosting benadeelt niet weinig de innerlijke en goddelijke vertroosting. Daarom moet men waken en bidden, opdat de tijd niet in vrijblijvendheid voorbij gaat.

Er is een manier van spreken die de eenzaamheid doorbreekt en een werkelijke gemeenschap van mensen voortbrengt. Echte troost is goddelijke troost. Goddelijke troost kan ontvangen worden als mensen hun hart voor elkaar openen en over wezenlijke zaken met elkaar spreken. Als ze hun ziel openen en wat daarin leeft. Als het gesprek gaat over onderwerpen waar een mens van groeit, waar het levensvertrouwen van toeneemt. Dan kan er een gelijkgezindheid geboren worden, een eenheid die werkelijk troost geeft.

Als spreken geoorloofd en bevorderlijk is, spreek dan over opbouwende dingen. Slechte gewoonte en verwaarlozing van onze voortgang dragen veel bij aan de onachtzaamheid van onze mond.
Het innige leergesprek over geestelijke onderwerpen helpt niet weinig voor de geestelijke voortgang, het meest waar mensen gelijkgezind van hart en geest, zich in God met elkaar verenigen.

Thomas beschrijft hier een gebruik in kloosters: het geestelijk leergesprek. Dan spreken de monniken over onderwerpen uit de regel van hun stichter, of over Bijbelse thema’s. Dat is een moment waarop er werkelijke groei in gemeenschap, in betrokkenheid op elkaar, kan groeien. Als de monniken eerlijk delen wat er in hun ziel leeft.

Dan kan de diepe troost die van God komt, gevoeld worden in de band die zo’n gesprek geeft. Er groeit een eenheid van hart. In God worden zij al sprekend en luisterend verenigd.

Dat is niet alleen maar in kloosters mogelijk. Waar mensen eerlijk spreken over onderwerpen die hen werkelijk aan het hart gaan, kan er iets bijzonders ontstaan. Elk goed gesprek kan een vorm van weven worden. Ieder draagt een draadje bij aan het geheel. Je spreekt en luistert tegelijk en de ander doet dat ook. Woorden roepen reacties op en die worden weer ingebracht in het gesprek, en zo ontwikkelt zich het samen denken. Als dat gebeurt, dan zou je zomaar kunnen voelen: hier is God in ons midden. Dat is de ware troost die Thomas op het oog heeft.

De Bijbel heeft heel wat te zeggen over de manier waarop mensen met elkaar spreken. Hier zijn een paar voorbeelden:

Spreuken 13:3

Wie zijn mond op slot houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf.

Spreuken 15:23

Een mens vindt vreugde in een goedgekozen antwoord, de juiste woorden op de juiste tijd – hoe voortreffelijk is dat.

Spreuken 18:21

Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten.

Matteüs 12:36

Ik zeg u: van elk nutteloos woord dat mensen spreken, zullen ze op de dag van het oordeel rekenschap moeten afleggen.

Lucas 6:45

Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over.

1 Korintiërs 13:1

Al sprak ik de talen van alle mensen, en die van de engelen, maar had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.

Efeziërs 4:29

Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort.

Jakobus 3:5-6

Zo is ook de tong een heel klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen. Bedenk eens hoe een kleine vlam een hele bosbrand veroorzaakt. Onze tong is net zo’n vlam.

Marianne Vonkeman is emeritus predikant en redacteur van Herademing.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken