Menu

Basis

Een ander leven

Wat heeft een jaar vol beperkende maatregelen tegen corona met je gedaan? Drie mensen van verschillende generaties vertellen.
 

‘Door die rust kwam er meer aandacht’

De bijna 69-jarige Ali Kos uit Huizen is altijd actief: ze houdt van wandelen, ze past op de kleinkinderen, is gastvrouw bij een Ontmoetingscentrum voor 55+ers en ze gaat op bezoek bij ouderen die alleen wonen. Ook voor haar zette de coronacrisis met de volledige lockdowns de wereld op z’n kop.

Haarscherp herinnert ze zich de sippe gezichtjes van haar kleinkinderen die tekeningen of eigengebakken koekjes voor de deur neerzetten en de verdrietige stem van de ouderen die ze nu opbelde in plaats van bij hen langs te gaan.

Het duurde een poosje maar ze vond een nieuwe manier om met de situatie om te gaan. Heel wat telefoontjes heeft ze gepleegd, heel veel kaartjes door de bus gedaan en toen het weer kon is ze bij ouderen op bezoek gegaan.

‘Het leek wel of we op een gegeven moment in een heel ander ritme terecht kwamen’, vertelt ze. ‘Iedereen werd rustiger; ook bij de kleinkinderen merkte ik dat. En door die rust kwam er meer aandacht. Ik heb daardoor een nieuwe laag in mijn contact met de ander ervaren, een verdieping. Juist door het gemis word je je weer heel erg bewust van de waarde van het contact met anderen.

De band met de mensen om me heen heeft voor mij ook meer inhoud gekregen, dubbel warm en intens; het voelt als contact op een ander niveau. Bij de kleinkinderen is het ook of we elkaar beter aanvoelen en weten wat we voor elkaar betekenen. Ik ervaar dat als een enorme verrijking.’

Tanja Viveen-Molenaar is geestelijk verzorger bij Vivium Naarderheem en redactielid van Open Deur.

‘Meer tijd met het gezin’

Tanja van den Berg is 31 jaar, getrouwd en heeft een dochtertje. Op de vraag wat de coronaperiode haar heeft gebracht, antwoordt ze direct: ‘Meer tijd met het gezin. Dat was iets heel moois. Je komt dichter bij elkaar. Je krijgt een inkijkje in het werk van je partner. Dat is normaal een andere wereld, maar werd nu een onderdeel van ons gezinsleven. Het viel mij op dat hij zichzelf kon zijn, dezelfde die hij thuis ook is.’

Tanja’s dochter is één jaar. Uitleggen dat papa en mama aan het werk zijn is er niet bij. ‘Dat begrijpt ze niet. Een van ons tweetjes moest dus stoppen met werken. Zeker in de tijd dat de kinderopvang dicht was en ze ook niet naar opa en oma kon, was dat lastig.

Mijn werkgever is flexibel geweest. Ik werkte een halve dag thuis, terwijl ik een hele dag moest. Ik kon ’s avonds aan de slag, maar ik heb er bewust voor gekozen om dat niet te doen. Ik wilde andere dingen blijven doen en rust in ons gezin hebben.

Ik miste mijn collega’s, wilde dat werk en privé meer gescheiden waren. Ik ga normaal op de fiets naar het werk. Dat is onderweg opstarten en afsluiten van de werkdag. Thuis ben ik dan weer echtgenote en mama. Dat afsluiten, daar nam ik thuis geen tijd voor. Ook al omdat die kleine direct aandacht vraagt.’

Wat hield je gaande?

‘We gaan verhuizen. Daar zijn we mee bezig geweest. Heerlijk samen nieuwe ideeën uitzoeken. Daarnaast zijn we vaker met vrienden gaan wandelen. Soms kreeg ik daardoor diepgaandere gesprekken. En we hebben wel tien nieuwe spelletjes in huis gehaald!’

Walther Burgering is pastor-diaken in de parochiefederatie ‘Sint Franciscus tussen duin en tuin’ en redactielid van Open Deur.

‘Ik mag nog naar het werk’

Tiny (53 jaar) werkt als verpleegkundige in de ouderenzorg. Door en in de lockdown leerde ze haar cliënten beter kennen. Wanneer een bewoner nukkig of boos reageert, ligt daar vaak eenzaamheid aan ten grondslag. Wachten tot bezoek dat wat kan opheffen, is nu geen optie. Dus neemt zij veel meer dan voorheen de tijd om in gesprek met haar cliënten te komen. Het horen van hun persoonlijke verhalen vindt ze echt mooi, al voelt het ook wat dubbel, omdat de aanleiding zo triest is. In veel verhalen spelen oorlogsherinneringen een rol. De coronacrisis appelleert daar echt aan. Dat er sprake is van een avondklok, ze merkte hoe confronterend dat is voor de echt oudere generatie.

Het is hard werken in de zorg, maar ze realiseert zich nu dat zij tenminste nog werk heeft waar ze heen kan gaan. Ze zit niet hele dagen thuis. En ze weet zeker dat ze haar baan houdt. Haar werk is een uitermate zekere factor in deze onzekere tijd. Ze denkt dat dit voor velen van haar generatie geldt, in tegenstelling tot de jongere generaties.

Wat op haar werk gebeurt, dat echt wat diepere contact met haar cliënten, ziet ze overigens ook gebeuren in het online contact. Digitaal lijken gesprekken soms beter tot zijn recht te komen dan wanneer je fysiek bij elkaar bent. Je bent een stuk alerter, geconcentreerder. Dat houd je natuurlijk niet eindeloos vol. Maar thuis vergeet je sneller een pauze te nemen dan op je werklocatie. Het naar haar werk toe kunnen gaan, Tiny is er enorm de waarde van gaan inzien.

Maartje Wildeman is predikant in de Protestantse Gemeente Oudemirdum-Nijemirdum-Sondel.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken