Menu

Basis

Een landje van niks! Of alles?

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep
In mijn boekenkast staat nog steeds een oude schoolatlas voor Bijbelse geschiedenis, van Dr. A van Deursen, als negende druk uitgegeven door J.B. Wolters Groningen in 1961. Deze eenvoudige schoolatlas is niet dik, maar wel bijzonder vanwege de kaart die hieronder is afgebeeld.

En juist vanwege deze kaart heb ik die oude atlas zo lang bewaard. Preciezer, vanwege de geografische vergelijking van Nederland met Palestina. Sla je een moderne atlas op, dan is daar ongetwijfeld de schaalaanduiding op aangegeven. Doorgaans staan we bij die schaalaanwijzing niet als eerste stil en hebben we niet altijd meteen oog voor de verhoudingen die hier zo beeldend zijn weergegeven. Deze kaart is gedateerd natuurlijk. Wat nu IJsselmeer heet, is hier nog Zuiderzee. De verhoudingen zijn echter niet veranderd en met een oogopslag zie je hoe nietig het huidige Israël is. We zien bijvoorbeeld dat de afstand tussen Jeruzalem en Betlehem kleiner is dan die tussen Arnhem en Nijmegen! En als Nederland op de wereldkaart al niet veel meer is dan een postzegel, dan is Israël dus nog minder.

Als het gaat om de grootte, dan kun je dit nauwelijks een land noemen. Eerder zoiets als een doorgangsstrook tussen zee aan de ene kant en woestijn aan de andere. En dan is het des te meer opvallend dat de Eeuwige ronduit groots over dit landje spreekt. Letterlijk hoort Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, kijk vanaf de plaats waar je nu staat naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Al het land dat je ziet, geef Ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd. En Ik zal je zoveel nakomelingen geven als er stof op de aarde is: ze zullen even ontelbaar zijn als alle stofdeeltjes op de aarde. Kom, doorkruis het land in zijn volle lengte en breedte, want aan jou zal Ik het geven’. (Genesis 13,14-18) [NBV, cursiveringen GvB]

Het Heilig Land ontbeert vooralsnog iedere zweem van heiligheid.

Abraham (zoals hij vanaf Genesis 17 genoemd wordt) was blijkens Genesis 18,22-33 niet op zijn mondje gevallen. Hier echter, bij de belofte van het land, horen we van hem geen onvertogen woord. Hij, die volgens de verteller niet alleen het grote Mesopotamië kende, maar ook het grote Egypte (Genesis 12) zegt niet: ik had eigenlijk wel wat beters verwacht! Of heeft hij dat misschien wel gedacht maar niet gezegd, omdat je een gegeven paard nou eenmaal niet in de bek moet zien? Dat denk ik eerlijk gezegd niet. Abram heeft mogelijk beseft dat deze strook grond, groot genoeg zou moeten zijn voor het avontuur dat God met hem en hij met zijn God was aangegaan. Meer had hij niet nodig. Hij niet en zijn nakomelingen niet. Heel veel te zien was er voor Abram, die zoals gezegd de grote buurrijken kende, nog niet. Toch hebben alle facetten van de menselijke geschiedenis zich op deze strook land afgespeeld. Tot en met vandaag en met of zonder God. De situatie van vandaag echter stemt niet vrolijk. In mijn (verdrietige) ogen wordt het land door nakomelingen van Abraham (joden, christenen en moslims) kwalijk bewoond en ontbeert het daardoor vooralsnog iedere zweem van heiligheid. En dat Bijbelse gebeurtenissen zich daar eenmaal hebben afgespeeld, verandert daar helaas niets aan. Heilig land is blijkbaar niet wat het is, maar wat het zou kunnen en moeten zijn. Maar de beweging die Abraham ooit kenmerkte, is eruit. Helaas, maar hopelijk niet voor altijd.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken