Menu

Premium

Een prachtig kind

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Dolgelukkig lopen Ria en Joost met hun baby te wandelen. Zes weken is hij nu. Ria heeft de baby in een draagzak op haar buik, want geld voor een kinderwagen hebben ze niet. ‘We hebben elkaar en we hebben onze kleine Jos. We hebben alles wat ons hartje begeert,’ zegt Joost altijd. Ze lopen door de winkelstraat langs een babywinkel. ‘Zullen we even binnen gaan kijken?’ vraagt Ria. Ze kijken rond tussen de kinderwagens, de knuffels en de babykleertjes. ‘Kan ik iets voor u doen?’ vraagt de verkoopster. ‘We kijken even rond,’ zegt Ria. ‘We zijn niet van plan om iets te kopen, daar hebben we geen geld voor,’ zegt Joost. ‘Dan heb ik liever dat u uit de winkel verdwijnt,’ zegt de verkoopster. Op dat moment komt er een man binnen. Hij zegt tegen de verkoopster: ‘Waarom doet u zo lelijk tegen deze mensen? U kijkt niet eens naar hun kindje. Ziet u niet hoe rijk ze zijn met hun kleine kind?’ De man vraagt: ‘Hoe heet uw baby eigenlijk?’ ‘Jos,’ zegt Ria. ‘Mag ik Jos even vasthouden?’ vraagt hij. Dat mag. Heel voorzichtig staat de man met het kindje in zijn armen. De man zegt: ‘Ik vind het toch zo prachtig, zo’n klein kind. Het kan een mens worden waarvan later, als hij groot is, anderen zeggen: Het is goed dat hij er is.’ De man geeft de baby terug aan Ria. ‘Ik ben blij dat ik u tegenkwam.’ En met een brede glimlach loopt hij verder.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken