Menu

Premium

Eindeloze bruiloft

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Eindeloze bruiloft

Bij Jesaja 62,1-5 en Johannes 2,1-11

Op de derde dag is er een bruiloft, aldus Johannes in zijn evangelie (2,1). Dat roept de vraag op wat er de dagen daarvoor is gebeurd. Dat laat de evangelist ons in het eerste hoofdstuk weten, maar dat levert een verrassing op, omdat er daar driemaal sprake is van ‘de volgende dag’ (1,29.35.43).

Na de proloog (Joh. 1,1-18) horen we eerst over Johannes die doopt in Betanië, aan de overkant van de Jordaan (1,28). Daarbij getuigt hij van de komst van degene die na hem komen zal. De eerste ‘volgende dag’ (1,29) horen we dat getuigenis nogmaals, maar nu uitgebreider en met een verwijzing naar Jezus. Die ziet Johannes die dag naar zich toe komen. Hij noemt Hem het Lam van God, dat de zonden der wereld wegneemt. Hij wijst Hem vervolgens aan als degene op wie de Geest van de Heer rust en noemt Hem ‘Zoon van God’. Jezus’ doop wordt hier niet uitdrukkelijk vermeld, maar kan uit Johannes’ woorden worden afgeleid. De tweede ‘volgende dag’ (1,35) horen we over twee leerlingen van Johannes die Jezus gaan volgen (‘met Jezus meegaan’ staat er in de NBV, 1,37). In wat zij tegen elkaar zeggen klinken nieuwe titels voor Jezus: rabbi, Messias/Christus. En de derde ‘volgende dag’ (1,43) sluiten Filippus en Natanaël zich bij Jezus aan en klinkt naast de titel ‘Zoon van God’ ook die van ‘koning van Israël’. Wie Jezus is, lijkt zo gaandeweg voor de leerlingen – en de hoorders van het evangelie – te worden onthuld. Ook worden zij in de ontmoeting met Jezus in hun existentie geraakt: Petrus krijgt de naam Kefas/Rots en Natanaël werd gekend voordat Filippus hem over Jezus vertelde.

De derde dag

Hoe horen we nu die ‘derde dag’ van de bruiloft? Valt die samen met de laatste ‘vorige dag’ uit het eerste hoofdstuk, of moeten we anders tellen dan strikt mathematisch? Dé derde dag in Tenach is de dag van de schepping waarop het water samenvloeit en het droge land tevoorschijn komt waarop allerlei groen groeit (Gen. 1,9-13), letterlijk de grondvoorwaarde voor het leven, dat met de schepping van de mens zijn hoogtepunt krijgt. Elders in Tenach is de derde dag de dag waarop een beslissende stap naar de bevrijding uit benauwenis wordt ingezet, bijvoorbeeld in 1 Samuel 20,19, waar David met hulp van Jonatan voor Saul vlucht. In de joodse traditie is de derde dag de favoriete dag voor een bruiloft, omdat God in het scheppingsverhaal alleen op de derde dag tot tweemaal toe zegt dat ‘het goed is’. Bruid én bruidegom kunnen zich aldus van Gods zegen verzekerd weten.

Begin van de tekenen

De relatie tussen de voorgaande dagen en de derde dag van de bruiloft kan wellicht gevonden worden in de voortgaande openbaring van wie Jezus is. De gesprekken van Jezus met zijn leerlingen eindigden immers met de toezegging dat zij zoiets zullen zien als Jakob in zijn droom in Betel (Gen. 28,12): de hemel geopend en engelen die opgaan en afdalen ‘op de Zoon des Mensen’ (Joh. 1,51). Behalve dat hiermee nóg een messiaanse titel is gegeven, wordt vooruitgewezen naar de verdere openbaring van Jezus’ identiteit. Wat er op de bruiloft in Kana gebeurt, wordt door de evangelist dan ook ‘het begin van de tekenen’ (‘eerste wonderteken’ – NBV) genoemd, waarmee Jezus ‘zijn heerlijkheid’ openbaart (2,11).

Bedreigd leven vindt voortgang

Het begin van Jezus’ tekenen heeft tot gevolg dat de bruiloft, die door het gebrek aan wijn verstoord leek te worden, voortgang vindt. Dit teken is daarom niet mathematisch het eerste, maar het zet de toon voor alle volgende, waar telkens het verstoorde leven voortgang vindt en Gods heerlijkheid in Jezus’ optreden gestalte krijgt. Zo kan ook het verband met de engelen uit Jakobs droom worden gelegd. Waar de aartsvader voor de dreiging van zijn broer het land Kanaän moest ontvluchten, kreeg hij met de droom een nieuwe toekomst toegezegd en de belofte op terugkeer. In de tekst van Jesaja, die bij deze evangelietekst wordt gelezen, is de bruiloft het beeld van het herstel van het verbond van JHWH met zijn volk. In de gestalte van de jonkvrouwe Sion krijgt het volk daar nieuwe namen: ‘Verlatene’ wordt ‘Mijn welbehagen’ en ‘Troosteloos oord’ wordt ‘Mijn bruid’ (Jes. 62,4). Waar de ballingschap in Babel het einde leek van Gods verbond met zijn volk, vormt deze juist de opmaat tot een toekomst die voor onmogelijk gehouden werd.

Te veel om op te noemen

De tekenen vormen een rode draad door het hele Johannesevangelie. De lezer die er niet genoeg van kan krijgen, vindt het dan ook vast jammer dat Johannes tegen het einde van zijn evangelie zegt dat Jezus ‘nog vele andere tekenen’ heeft gedaan ‘die niet beschreven zijn in dit boek’ (20,30). Of is dit nu juist hét kenmerk van al die tekenen, dat met het eerste al werd aangegeven, namelijk dat wat een ontijdig einde leek te krijgen, voortgang vond? Wijzen niet al die tekenen erop dat Gods genade oneindig groot is en alle grenzen van menselijke beperktheid te buiten gaat? De bruiloft die met het begin van Jezus’ tekenen voortgang vindt, kent geen beperking. Alle leerlingen die geroepen zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam, vieren feest in Gods heerlijkheid.

Juich voor de koning van de volken,

buig voor zijn opperheerschappij,

zing halleluja! Uit de wolken

komt ons zijn heerlijkheid nabij.

Bouw dan ootmoedig aan de aarde,

leg vrede in elkanders hand:

Hij die de beste wijn bewaarde

roept ons ter bruiloft in zijn land!

Dick Schoon

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken