Menu

Basis

Gebed en gebruik van teksten en beelden in het pastoraat

Voor welke keuzes staat een pastor bij het gebruik van teksten en beelden in het pastorale gesprek? Wat zijn daarbij de kansen en de risico’s?

Dr. R.J. de Vries is universitair docent Praktische Theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit (vestiging Amsterdam), met bijzondere aandacht voor pastoraat en justitiepastoraat

Bij pastoraat denken we aan een gesprek tussen een pastor en één of twee gesprekspartners. Daarbij is het gebruik van teksten en beelden niet vanzelfsprekend. De pastor (ambtsdrager of bezoekmedewerker) moet dus keuzes maken. In deze bijdrage verken ik zulke keuzemomenten bij wijze van handreiking voor het gebruik van (bijbel-, gebeds-, lied)teksten en beelden. Ik doe dat aan de hand van enkele vragen met de bekende w’s: waarom, waartoe, wanneer, door wie en op welke wijze worden welke teksten en beelden gebruikt?

Waarom …?

De eerste vraag is waarom de pastor in het gesprek teksten of beelden zou gebruiken. Wat is het doel? In het pastoraat kunnen teksten en beelden zowel een doel in zichzelf zijn als een middel met het oog op de ander. In het eerste geval wordt bijvoorbeeld een bijbeltekst gelezen en/of een gebed uitgesproken om het gesprek liturgisch af te sluiten. De ontmoeting met God wordt gezocht en de teksten helpen om daar taal en vorm aan te geven. Wanneer de pastor teksten of beelden gebruikt als middel, dan is het doel de ander te helpen bij het levens-of geloofsthema dat ter sprake komt. De verschillende mogelijkheden van dit gebruik werk ik uit onder de vraag naar het waartoe.

Een ander aspect van de waaromvraag is in wiens belang de pastor teksten en beelden gebruikt. Het uitgangspunt voor het pastorale gesprek is een bepaalde taakverdeling. De gesprekspartner krijgt de ruimte om aan te geven waarover hij/zij wil spreken. De pastor zorgt ervoor dat die ruimte veilig is en de ander goed wordt verstaan. Dus de gesprekspartner bepaalt de agenda en de pastor bewaakt deze. Maar als de pastor teksten of beelden inbrengt, verschuift het initiatief van de gesprekspartner naar de pastor. De pastor stuurt het gesprek in een bepaalde richting. Zo’n sturende benadering kan dienstbaar zijn aan wat er leeft bij de ander. Maar het kan daar ook van afleiden of de ander belemmeren om de eigen vragen of vreugden ter sprake te brengen. Beslissend is de vraag of de tekst of het beeld aansluit bij het gespreksthema en gericht is op de situatie van de ander. Soms is de pastor echter (onbewust) gericht op de eigen situatie: om zichzelf uit de brand te helpen, bijvoorbeeld uit de verlegenheid met een lastig onderwerp. Of om een punt te draaien aan een gesprek waaraan geen eind lijkt te komen. Of om het geloof, of God, of een boodschap ter sprake te brengen waarvoor men tijdens het gesprek de vrijmoedigheid miste. De tekst als vlucht in plaats van vrucht.

Is de tekst of het beeld gericht op de situatie van de ander…?
Beelden helpen om levens-of geloofsvragen vanuit een andere hoek te bekijken

Waartoe …?

Als de pastor gericht is op de ander, dan is de tweede vraag: waartoe dient het gebruik van teksten of beelden? Wat hoopt de pastor ermee te bewerken bij de ander? Dat teksten of beelden zo’n werking kunnen hebben, is te danken aan hun gegeven zijn en hun verbindende kracht. Ze zijn ontleend aan de eeuwenlange traditie en de wereldwijde gemeenschap van de kerk. Daardoor zijn ze als het ware geladen met een rijkdom aan betekenissen. Het lezen en overdenken ervan verbindt de enkeling met deze traditie en met de geloofsgemeenschap. Dat activeert het persoonlijke geloof.

Het gebruik van teksten kan verschillende werkingen of functies hebben. Vanouds hebben bijbelteksten een verkondigende functie waarbij het leven van de ander bezien wordt in het licht van Gods bedoeling en belofte. De expressieve functie houdt in dat de tekst de ander helpt om uitdrukking te geven aan wat hem/haar innerlijk beweegt. Om woorden te geven aan wat sprakeloos maakt, bijvoorbeeld bij ziekte, verdriet, schaamte of verlies. Zulke teksten kunnen troosten of bemoedigen. Maar ook om woorden te geven aan wat het begrip te boven gaat, zoals grote vreugde of diepe verwondering. Met de evocatieve functie wordt bedoeld dat een tekst een nieuw inzicht kan evoceren, oproepen. Vooral bijbelverhalen, gelijkenissen of gedichten, maar ook beelden kunnen de ander helpen om het levens-of geloofsthema van het gesprek vanuit een andere invalshoek te bekijken. Of om er een nieuw licht op te werpen of er een ander aspect van te ontdekken. Een tekst kan ook een instructieve functie hebben. Dan wil de pastor de ander nader informeren over het gespreksthema en de geloofskennis opbouwen. Een tekst heeft een didactische of coachende functie als deze wordt gebruikt om de ander raad te geven. Of te begeleiden bij het nemen van moeilijke beslissingen. Als laatste noem ik de bekrachtigende functie wanneer de pastor een bijbeltekst toezegt of een zegen uitspreekt. De tekst is als het ware een middel dat kracht geeft.

Samen kijken naar een afbeelding van Rembrandt

Wanneer…?

Wanneer is nu het goede moment om de tekst of het beeld in te brengen? Een liturgische afsluiting is tijdig wanneer beide gesprekspartners het erover eens zijn dat het thema voldoende besproken is. Bij de functies die zojuist besproken zijn, gaat het meer om de goede aansluiting dan de tijdige afsluiting. De pastor brengt de tekst of het beeld in als interventie met als doel het gesprek te verdiepen, of een andere invalshoek te zoeken. Timing is dan belangrijk. Is het voldoende duidelijk welke vraag of vreugde bij de ander leeft? En welke van de genoemde functies hier en nu voor deze gesprekspartner wenselijk is? Overigens kan de pastor een tekst of beeld ook in de vorm van een kaart of een boekje bij het afscheid achterlaten. Dat is een tastbaar blijk van meeleven vanuit de gemeente.

Door wie en hoe …?

Ik attendeer slechts terloops op de vraag wie de teksten leest of het gebed uitspreekt. Wanneer de pastor er vanzelfsprekend vanuit gaat dat dit zijn/ haar taak is, bestaat het risico dat er een soort geestelijke afhankelijkheidsrelatie groeit. Verwachtingen en de plaatselijke godsdienstige cultuur spelen daarbij een rol. Maar het bespreken van de vraag welk bijbelgedeelte de ander op dit moment wil lezen, kan in verbinding brengen met diens geloofsbeleving. Of met ingrijpende of verheugende momenten in diens biografie. En wanneer de gesprekspartner zo’n tekst leest, klinkt die anders doordat diens ziel meetrilt. We hebben gezien dat teksten en beelden op veel verschillende wijzen gebruikt kunnen worden. Bij het lezen van een bijbelgedeelte in een liturgische setting wordt misschien een kaars aangestoken. Als de pastor met een gelijkenis een nieuw perspectief wil openen dan kiest hij/zij voor vertellen in plaats van voorlezen. Om vervolgens te horen welke betekenissen dit bij de ander oproept. Voorafgaand aan een gebedstekst nemen beide gesprekspartners een stilte in acht, terwijl op een gedicht een meditatieve stilte kan volgen. Bij het samen kijken naar een afbeelding van Rembrandt of Chagall kiezen beiden een andere plaats. Bij het gesprek hoeven ze elkaar niet aan te kijken. Een fotoboek gaat weer anders: de blikken gaan op en neer, van het boek naar elkaar. Bij al die keuzemomenten is de vraag: wat is de beste rolverdeling tussen de gesprekspartners? En hoe worden het lichaam en de zintuigen zo goed mogelijk betrokken? Het maakt immers verschil of de pastor spreekt met iemand met een rijke woordenschat, of met iemand met een verstandelijke beperking.

Welke teksten of beelden?

De laatste vraag, welke teksten of beelden we gebruiken in het pastoraat, krijgt in dit themanummer de nodige aandacht. Het is een aanbod dat de creativiteit van de pastor stimuleert. Er is nog zoveel meer te ontdekken in de schatkamer van Bijbel, traditie en actualiteit.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken