Menu

Basis

Geestelijke verzorging aan huis

Menig gesprek begint met de vraag van de cliënt ‘waar de geestelijk verzorger van is’. De levensbeschouwelijke kleur van de geestelijk verzorger doet er, met andere woorden, toe. Guido Schürmann beschrijft als coördinator van de Geestelijke Verzorging Thuis de achtergrond, organisatie en inhoud van dit nieuwe werkterrein.

Geestelijke Verzorging Thuis is door de overheid in het leven geroepen vanuit de constatering dat mensen met zingevingsvragen zitten en onvoldoende wegen hebben om daarmee om te gaan. Ik destilleer in dit artikel een viertal kernmerken die de methodiek van de geestelijk verzorger in de thuissituatie kenmerken: tijd geven, luisterbereidheid, reflectie en spiritualiteit. Ik verdiep deze elementen met theologische en kennistheoretische inzichten. Ik zie als projectleider Geestelijke Verzorging Thuis een groeiende praktijk met veel aandacht en waardering voor de kern van het menselijk bestaan. Ik bied u dit artikel graag aan vanuit het pionierswerk van Geestelijke Verzorging Thuis en het zoeken naar nieuwe inzichten voor de theologie van morgen.

Geestelijke Verzorging Thuis

In 2018 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het initiatief genomen voor geestelijke verzorging in de eerste lijn. In de huidige samenleving blijven ouderen langer thuis wonen. Tegelijkertijd doen zich problemen voor rond eenzaamheid, zijn er allerlei vragen voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en worden zingevingsvragen manifest. Om in te kunnen gaan op zingevingsvragen bij mensen die thuis wonen, is per 1 januari 2019 de regeling tot stand gekomen voor geestelijke verzorging thuis. De beschikbare subsidie is verdeeld over de bestaande netwerken palliatieve zorg om zodoende aansluiting te vinden in het veld van zorg en welzijn.

Geestelijke Verzorging Thuis (voortaan GV Thuis) is een nieuw werkveld binnen de beroepsvereniging Vereniging van Geestelijk VerZorgers (VGVZ). Al sinds de tweede helft van de vorige eeuw bestaat deze beroepsvereniging. Ze werd in eerste instantie opgericht voor geestelijk verzorgers in de zorg. Inmiddels zijn, naast werkers in ziekenhuis en zorginstellingen, ook geestelijk verzorgers werkzaam bij justitie, defensie, politie.

Het werkveld GV Thuis richt zich vanuit de subsidieregeling op ouderen 50+, alsook op kinderen en volwassenen die te maken hebben met een ongeneeslijke aandoening. De keuze hiervoor hangt samen met de herkomst van de beschikbare subsidie bij VWS. In de opstartfase is met deze keuze goed te werken. De vraag komt uiteraard op of geestelijke verzorging niet beschikbaar kan zijn voor alle leeftijdsgroepen.

Er zijn een goede tweehonderd geestelijk verzorgers actief in de thuissituatie. Ze werken naast een baan in bijvoorbeeld de zorg als zelfstandige in de thuissituatie. Bij de netwerken palliatieve zorg en centra voor levensvragen ontstaan teams van geestelijk verzorgers, die zorgen dat mensen een keuze kunnen maken naar voorkeur om mee in gesprek te gaan.

Een belangrijke vraag voor VWS was de status van de geestelijk verzorger. Deze dient als zelfstandige te opereren en niet vanuit een levensbeschouwelijk genootschap. In de woorden van minister Hugo de Jonge: ‘Ik wil niet de dominee betalen als overheid.’ Vanuit de scheiding van kerk en staat is dat heel begrijpelijk. Als zelfstandige (zzp) blijkt dat een nieuwe basis voor een geestelijk verzorger.

Een ander belangrijk criterium voor de overheid is het lidmaatschap van een register. De Stichting Kwaliteitsregister Geestelijke Verzorging (SKGV) biedt zo’n register (www.skgvregister.nl). Om in het register opgenomen te kunnen worden, dient voldaan te zijn aan: een erkende opleiding, een verklaring van een bevoegdheid verlenende instantie, lidmaatschap van een beroepsvereniging en werkzoekend of werkzaam zijn. De erkende opleidingen zijn de theologische opleidingen, alsook de Universiteit voor Humanistiek, de islamitische universiteit en enkele hogescholen. De website van de SKGV biedt een helder overzicht. De bevoegdheid verlenende instanties zijn de bekende kerkgenootschappen in Nederland, zoals de Rooms-Katholieke Kerk, de Protestantse Kerk in Nederland, alsook het Humanistisch Verbond en de Raad voor Institutioneel Niet-Gezondenen. Vanwege het register zijn geestelijk verzorgers up to date in hun vakbekwaamheid, want het register verlangt regelmatige nascholing en spirituele verdieping.

Anno 2021 is de situatie dat er een landelijke dekking is van geestelijk verzorgers op wie een beroep kan worden gedaan. De subsidie van VWS is verlengd tot 2027. Vanuit registratie is te zien dat er veelvuldig een beroep wordt gedaan op geestelijk verzorgers. Door campagne met korte videofilms, artikelen en allerhande publiciteit wordt aan de toegankelijkheid en bekendheid verder gewerkt. Regelmatig komt de vraag op wat het eigene is van een geestelijk verzorger in de thuissituatie. Wat onderscheidt hem of haar van een sociaal werker, vrijwilliger of zorgprofessional?

Vier elementen

Er is veel te zeggen over de competenties en vaardigheden van geestelijk verzorgers. In de thuissituatie zijn geestelijk verzorgers werkzaam als zelfstandige: ondernemerschap is een vereiste. Ook het bekendmaken, al dan niet met hulp van een centrum voor levensvragen, is nieuw. In de kern zijn in mijn beleving vier elementen te noemen, die kenmerkend zijn voor de methodiek en eigenheid. Achtereenvolgens leg ik de focus op: het geven van tijd, luisterbereidheid, reflectie en ten slotte spiritualiteit.

Tijd

Als geestelijk verzorger in het ziekenhuis raakte ik veelvuldig in gesprek met mensen. Vaak patiënten, heel regelmatig naasten, soms collega’s in de zorg. In het onderscheid tussen geestelijk verzorger en andere disciplines, zoals maatschappelijk werker of psycholoog, speelt de mate dat je tijd kunt geven aan een patiënt, aan een naaste mee. Het is een eerste aspect dat eruit springt. In het ziekenhuis is de duur van een gesprek beperkt, vaak tussen de twintig en dertig minuten. Daarna zijn mensen moe. Bovendien is er de soms gunstige gelegenheid dat je een volgende dag het gesprek voort kunt zetten. Dat gaat ook wel eens mis als mensen naar huis zijn. In elk geval: tijd is een heel belangrijk element.

Luisterbereidheid gaat op zoek naar wat er te horen is en wat er tussendoor meeklinkt.

In een interview heeft Mgr. Ad van Luyn, bisschop van Rotterdam indertijd, dat aspect al eens benadrukt. Het geven van tijd, gratis, is een van de belangrijkste bijdragen van een pastor. Zo heb ik het ook ervaren als geestelijk verzorger. Voor de patiënt, cliënt, burger is het prettig dat iemand niet gebonden is aan spreekuurtijd, een afsprakenprotocol of wat ook. Hij of zij kan er zijn, kort of langer, al naar gelang wat aan de orde wil komen. In de thuissituatie hoor ik van geestelijk verzorgers hetzelfde terug, zowel van henzelf als van mensen die ze spreken.

Tegelijkertijd vraagt professionaliteit bij de geestelijk verzorger om de tijd ook ‘kwali-tijd’ te laten zijn: de kwaliteit van een gesprek zit niet in de duur ervan. Het kan verleidelijk zijn om langer te blijven. Als beginnend pastor had ik daar wel eens last van, dat gesprekken te lang duurden. Reflecteren en intervisie zijn dan helpend om te zien hoe dat beter kan. In de interactie met de ander voel je aan wanneer het tijd is. En het is professioneel om dat wat blijft liggen een volgende keer aan de orde te stellen. Het bieden van tijd sluit aan bij de soort begeleiding die een geestelijk verzorger in de thuissituatie biedt. Het sluit aan bij het onderscheid dat de richtlijn zingeving en spiritualiteit in de palliatieve fase verwoordt. Daar wordt onderscheid gemaakt in een zogenaamd ABCmodel, waarbij de A voor aandacht staat, de B voor begeleiding en de C voor crisis. In elk type worden andere vragen gesteld, dringender vragen gesteld in een opklimmende reeks.

In de praktijk van geestelijke verzorging kan aandacht ook door vrijwilligers gegeven worden, die vaak langer beschikbaar zijn, over meerdere jaren. Er zijn voorbeelden van praktijken van geestelijke verzorging waar de intake door de geestelijk verzorger wordt gedaan, om vanuit triage vervolgens met mensen vast te stellen waar hun behoefte het beste mee kan worden gediend: een vrijwilliger die met regelmaat en langere tijd beschikbaar is of een geestelijk verzorger die als specialist in een crisis verheldering kan brengen. Samenwerking tussen professional en vrijwilliger groeit dan organisch.

Luisterbereidheid

Goed luisteren is een kunst en het is de kunde van een geestelijk verzorger. In de gesprekken die een geestelijk verzorger heeft, gaat het erom te horen wat er bij iemand speelt. Zingevingsvragen zijn aanleiding om tot een gesprek te komen. In de praktijk van GV Thuis is dat zelfs de directe aanleiding: dat iemand met zingevingsvragen zit en behoefte heeft aan een geestelijk verzorger. In de praktijk van het ziekenhuis was het lang niet altijd onmiddellijk duidelijk of en wat er speelde. Soms attendeerde een verpleegkundige mij of een arts vanuit een multidisciplinair overleg.

Toen ik enkele jaren geleden de Klinische Pastorale Vorming deed, bleek in verbatims dat aan het begin van het gesprek het belangrijkste snel wordt genoemd. De essentie van het gesprek zit in de eerste dialoog met elkaar. In GV Thuis is dat niet anders. En het blijkt weldadig te zijn als iemand echt naar je luistert. Bovendien, de geestelijk verzorger luistert ook anders dan anderen, hoort andere dingen, stelt andere vragen. De geestelijk verzorger kan door zijn functie en zijn persoon bij iemand zaken naar boven halen, die anders niet gezegd zouden worden of ergens blijven liggen in de existentiële laag die ieder in zich heeft.

In de praktijk is het soms een voordeel voor de geestelijk verzorger dat hij iemands voorgeschiedenis niet kent: hij kan andere waarden ‘naar boven luisteren’. Het woord luisterbereidheid ontleen ik aan een vertaling van het begrip obedientia door Wil Derkse. In het ontsluiten van de betekenis van de regel van Benedictus voor onze tijd komt hij tot drie kernbegrippen: stabilitas, conversio morum, obedientia.

Obedientia is letterlijk gehoorzaamheid, maar Derkse komt los van een hiërarchische invulling daarbij.

Luisterbereidheid gaat op zoek naar wat er te horen is en wat er tussendoor meeklinkt. Het maakt duidelijk dat luisteren zoveel meer is dan een luisterend oor bieden. Waar dat laatste nog iets passiefs zou kunnen hebben, is luisteren te allen tijde een actieve houding. Een veeleisende houding, zo heb ik ervaren in de praktijk als geestelijk verzorger, want echt luisteren is enorm inspannend. Echt luisteren wil de ander leren kennen in zijn of haar ervaringen, vragen, betekenissen en het resoneert noodzakelijk in jezelf wat de ander naar voren brengt.

Reflectie

Reflecteren is een derde aspect van de professionaliteit van de geestelijk verzorger. Reflecteren stelt hem in staat om bewust na te denken bij wat hij doet, heeft gedaan en wat zijn spreken of handelen betekent. Reflecteren heeft betrekking op de persoon van de geestelijk verzorger, op de gesprekspartner en ook op het gesprek zelf. In het reflecteren op zichzelf is de geestelijk verzorger zich bewust van zijn spreken en handelen, zijn houding. Hij of zij is zich bewust van wat er met de gesprekspartner gebeurt, waar interventies helpend zijn of mogelijk niet. De geestelijk verzorger kan indien nodig bijsturen in zijn houding of wat hij of zij denkt te moeten inbrengen. Achteraf vindt ook reflectie plaats, in de zin dat het gesprek nog eens teruggenomen wordt, gekeken wordt hoe het gesprek ging en wat mogelijk beter kan. In de Klinisch Pastorale Vorming heb ik ervaren hoeveel keuzes er in een gesprek zitten en hoeveel mogelijkheden er zijn om tot verdieping te komen. Gelukkig wordt aan intervisie ruim aandacht besteed bij geestelijk verzorgers in GV Thuis, dat komt de bekwaamheid ten goede.

De geestelijk verzorger kan vanuit spiritualiteit een tekst, gebed of ritueel benutten als dat past.

Spiritualiteit

Spiritualiteit is een vierde element dat de eigenheid van de geestelijk verzorger kenmerkt. In de thuissituatie misschien nog wel meer dan bij defensie, politie, justitie of in instellingen, omdat daar sprake is van denominaties die vertegenwoordigd zijn. Het unieke van de geestelijke verzorging thuis is dat deze niet vanwege zijn spirituele achtergrond als professional aanwezig is.

In GV Thuis is het een professional zoals anderen in zorg of welzijn. Maar spiritualiteit zit wel in zijn of haar bagage. Hij of zij kan eruit putten in de gesprekken die hij voert. De geestelijk verzorger kan vanuit spiritualiteit een tekst, gebed of ritueel benutten als dat past. Hij of zij sluit aan bij de behoefte van de gesprekspartner. Het is een nieuwe situatie, waarin de geestelijk verzorger namens zichzelf acteert.

Daarom is het ook goed dat vooraf getoetst wordt hoe een geestelijk verzorger de spirituele bagage beheerst en zich daar regelmatig in bijschoolt en verdiept. In het ziekenhuis heb ik vaak ervaren dat aan het begin van het gesprek even afgetast werd ‘waar ik van was’. Ik ben thuis in de katholieke traditie en nog immer actief in geloof en parochie. Voor de patiënt of cliënt is de vraag soms een zoeken naar herkenning, soms naar legitimering. Vaak opende zich spontaan een gesprek, ook vanuit het tegendeel overigens als iemand zei al lang afstand te hebben gedaan van het geloof. Soms komt de vraag op of een geestelijk verzorger in de thuissituatie neutraal moet zijn. Mijns inziens is dat zowel onmogelijk als onwenselijk. Spiritualiteit neem je altijd mee, het hoort bij je persoon en het hoort ook bij je vakbekwaamheid. Spiritualiteit is iets wat je voortdurend in kunt zetten in het gesprek, al is het maar omdat een bepaalde vraag of ervaring van de ander bij mij iets oproept vanuit die spirituele laag.

Zo had ik een keer een cliënt van de psycholoog overgenomen in het ziekenhuis, die vastliep in de gesprekken. Het bleek dat mevrouw een probleem met haar dochter had, wat ze maar niet los kon laten. Ik moest denken aan een pelgrimage met jongeren naar Vezelay, waarbij jongeren de opdracht kregen een steen onderweg mee te nemen, om zo hun lasten achter te kunnen laten. Vanuit die pelgrimsspiritualiteit heb ik mevrouw het voorstel gedaan om bij een volgend gesprek een steen mee te nemen, om die symbolisch ‘van zich af te werpen’. Wonderwel lukte dat, het gaf echt verlichting.

Zo zijn er talloze handelingen, teksten, gebeden die op enig moment kunnen oplichten en die het waard zijn om bij het gesprek in te brengen.

Theologische verdieping

De bovenstaande vier elementen zijn mijns inziens kenmerkend voor de geestelijk verzorger in de thuissituatie. Tijd geven, echt luisteren, kunnen reflecteren tijdens en na het gesprek en spiritualiteit inzetten zijn typerend voor de geestelijk verzorger in de thuissituatie. Deze elementen vragen om theologische en kennistheoretische verdieping.

Tijd

Augustinus stelde als eerste nadrukkelijk de vraag naar tijd. Dat heeft sindsdien een vaste plek in de theologie. Er zijn vele vormen en belevingen van tijd. In mijn werk bij Agora, dat zich sterk maakt voor de palliatieve benadering, is tijd op een heel eigen manier van betekenis. Agora ziet de palliatieve fase niet als de terminale fase of laatste levensjaar, maar als de tijd die je hebt vanaf de diagnose een ongeneeslijke aandoening te hebben. Motto van Agora is dan ook: leven tot het einde! Tijd wordt zo kwaliteit: zo goed mogelijk leven. In GV Thuis krijgt tijd door de doelgroep van 50+ en mensen in een palliatieve fase voor een belangrijk deel die betekenis van levenstijd. De tijd die je (nog) hebt om goed te leven.

In een video voor GV Thuis vertelt Jannie Oskam hierover. Ze kreeg de diagnose kanker en belandde hierdoor in een landschap van onderzoek, behandeling en onzekerheid. Ze spreekt over ‘Tussenland’, omdat je tijd krijgt in een nieuw landschap waar je de wegen niet kent. Haar ervaring laat zien hoe belangrijk het is die tijd goed in te vullen: tussen hoop en vrees, met verwachtingen en afscheid nemen. Op tijd spreken over je eigen sterfelijkheid hoort daarbij.

Spannende, verdiepende aspecten die door het begrip tijd worden opgeroepen.

Luisterbereidheid

Luisterbereidheid is een term die voortkomt uit de verkenning van Wil Derkse naar de betekenis van benedictijnse spiritualiteit voor vandaag.

Theologische diepgang bij die kloosterspiritualiteit is daarmee automatisch gegeven. Maar er is meer.

Luisteren wordt verdiept vanuit communicatieve vaardigheden en psychologische gespreksvoering. In de theologie kreeg ik een keur aan vakken voorgeschoteld: klassieke talen, bijbelwetenschap, godsdienstpsychologie, filosofie, dogmatische theologie, religiewetenschappen, kerkgeschiedenis, praktische theologie. Theologie als godgeleerdheid is een integraal geheel van disciplines die zich noodzakelijk tot elkaar verhouden.

Gespreksvoering is een belangrijk onderdeel in de praktische theologie. Johan Smit laat in zijn boekje Tot de kern komen zien wat er allemaal bij komt kijken om tot een gesprek te komen. Hoe je begint, wat je beginhouding is, hoe je met de ander ‘een contract’ sluit voor de duur van het gesprek. Hij laat vervolgens ook zien hoe je met de ander kunt afdalen van ratio naar gevoel, naar levensbeschouwing en ten slotte naar spiritualiteit. Hij laat zien dat die weg ook fysiek moet worden gegaan, zo zit een mens in elkaar. De complexiteit van een gesprek wordt dan duidelijk en dat inzicht is nodig om tot een goed gesprek te komen.

De geestelijk verzorger maakt gebruik van vaardigheden uit de psychologische gespreksvoering. Niet om een kunstje te leren, maar om vaardigheden te hebben, die leiden naar de kern van waar iemand het over wil hebben. Het is een van de vele technieken – naast systematisch-theologische kennis bijvoorbeeld om geloof op inhoud te kunnen duiden – die de geestelijk verzorger zich eigen moet maken om een goede gesprekspartner te kunnen zijn. Permanente oefening is noodzakelijk, wat goed aansluit bij de wensen van het kwaliteitsregister om scholing en spiritualiteit op peil te houden.

In GV Thuis krijgt tijd de betekenis van levenstijd: tijd die je (nog) hebt om goed te leven.

Een tweede verdieping komt vanuit de filosofie, meer specifiek vanuit de metafysica. In mijn studie theologie heb ik mij verdiept in het werk van Theo van Velthoven. Hij houdt een pleidooi voor de intersubjectiviteit van het zijn. Ik weet als docent dat sommigen bij deze termen afhaken, eigenlijk al bij een woord als ‘het zijn’ en zeker bij de term ‘intersubjectiviteit’. Maar toch: Van Velthoven betoogt vooral dat elk kennen een dialoog vooronderstelt. Wil je iets kennen, wil je de ander kennen, dan is het nodig dat je uit jezelf naar de ander toe beweegt. Juist om niet te vervallen in een hoog theoretisch betoog, heeft Van Velthoven het dan over het luisteren.

Luisteren is je openstellen voor de ander, is een actieve houding van ontvankelijkheid, is de ander toelaten in jezelf en ook jezelf teruggeven aan de ander. Echt luisteren is op theoretisch niveau: echt kennen. En echt kennen is openstaan voor wat er dan op je afkomt. Leeg worden van jezelf, om open te staan voor het andere of de ander. Het roept ook een bijbels woord op uit Marcus 8,35: ‘Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen; wie het verliest, zal het redden.’ Luisteren verdiept zich door dit kennistheoretisch perspectief: je wilt de ander of het andere echt kennen.

Luisterbereidheid zegt zo niet alleen iets over de vaardigheden in communicatie en gespreksvoering, maar wortelt evenzeer in een levenshouding en kentheoretisch perspectief. De geestelijk verzorger wil de ander echt leren kennen en nog sterker: wil dat de ander zichzelf verder leert kennen. Vanuit die luisterbereidheid kan de geestelijk verzorger de ander tot nieuwe inzichten brengen. Het verhaal van Jannie Oskam is illustratief daarin en elke geestelijk verzorger kan aanvullen met verhalen uit eigen praktijk. Vanuit de dialoog en de gelaagdheid daarvan kom je tot nieuwe, diepere inzichten in wat het leven betekenisvol maakt.

Reflectie

Hoewel reflecteren vooral iets is om te doen, toch een korte opmerking hierbij. Reflecteren en theologie liggen in elkaars verlengde. In de reflectie wil je leren hoe je handelt, wat het oplevert in gevoel en gedachten en wat je een volgende keer wilt doen. In theologisch perspectief is dat wat Benedictus bedoelt met de term conversio morum: bereidheid tot veranderen.

Willen leren, verdiepen, veranderen. Reflectie leidt ook tot verdieping, geeft inzicht in drijfveren, onderliggende gevoelens. Inzicht daarin is nodig om zelf te wortelen in deze werkelijkheid of ook in het uitzicht hoe het er na deze werkelijkheid uit kan zien. In de reflectie kun je voelen en denken hoe het leven betekenis krijgt in het perspectief van een goddelijke werkelijkheid. Dat kan troost bieden, uitzicht of levert wijsheid op hoe om te gaan met de dagelijkse werkelijkheid.

Spiritualiteit

Bij spiritualiteit is het veld enorm en het aanbod immens, ook al vanwege de verschillende levensbeschouwelijke bronnen die er zijn. Onze tijd kenmerkt zich niet meer door een religieuze cultuur, maar er zijn religies en levensbeschouwingen in een seculiere cultuur. De rol van religie is niet per se marginaal, maar ze bepaalt niet meer een hele cultuur. Levensbeschouwing en religie doen er evenwel zeer toe: voor het individu, voor een familie, voor gemeenschappen.

In GV Thuis is dat heel concreet. Mensen zitten met zingevingsvragen, terwijl ze niet in staat zijn of willen om dat in een religieuze of levensbeschouwelijke omgeving te beleven.

Toch blijven de vragen actueel en spelen soms hoog op. Hoe goed is het dat een geestelijk verzorger, die ruime bagage heeft in spiritualiteit, dan gesprekspartner kan zijn. Om in dialoog te ontdekken welke betekenissen, waarden en uitzichten een rol kunnen spelen, ja zelfs heilzaam kunnen zijn. Niet voor niets noemt iemand als Machteld Huber spiritualiteit het belangrijkste element als het gaat om iemands gezondheid en veerkracht.

De rol van de geestelijk verzorger in GV Thuis is bijzonder. Juist in zijn niet-vertegenwoordigende inzet kan hij mensen nabijkomen in wat hen ten diepste bezighoudt en hoe spiritualiteit daarbij kan aansluiten. De geestelijk verzorger is er niet vanwege zijn achtergrond, maar kan deze wel benutten in de dialoog met de behoefte van mensen.

Conclusie: publieke theologie

Welke rol kan theologie spelen in de hedendaagse maatschappij? Welke betekenis kan theologie hebben in het werkveld van GV Thuis? Enkele opmerkingen hierbij.

In de eerste plaats is het verheugend dat de overheid oog heeft voor zingevingsvragen. De overheid constateert lacunes en wil vanuit haar rol daarin voorzien. Met geestelijke verzorging thuis hebben mensen de mogelijkheid om met professionals of toegeruste vrijwilligers dat te verkennen, te verhelderen, betekenis te geven.

Juist in zijn niet-vertegenwoordigende inzet kan de geestelijk verzorger thuis mensen nabijkomen.

Het is goed om dat te benoemen, juist ook in een tijd waarin de overheid onder vuur ligt om wat er niet goed gaat of waar het (begrijpelijk) gebrekkig reageert op een wereldwijde gezondheidscrisis. In het publieke domein komt er ruimte om zingevingsvragen te stellen en te zoeken naar antwoorden. Velen vinden de weg naar de traditionele religies niet meer. De correlatie tussen de boodschap van religies en levensbeschouwingen en de vragen en behoeftes van mensen sluiten onvoldoende op elkaar aan. In een publieke theologie moet daar noodzakelijkerwijs over nagedacht worden.

In de tweede plaats is het noodzakelijk om na te denken over onze cultuur en de plaats voor religie en levensbeschouwing daarin. We leven in een seculiere cultuur, waar religies en levensbeschouwingen en plek zoeken. De tijd van een religieuze cultuur ligt achter ons. Met de Verlichting is daar een einde aan gekomen, of je dat nu leuk vindt of niet. Het vraagt een andere rol van godsdiensten en levensbeschouwingen, van kerken in die seculiere cultuur. Het vraagt om anders te kijken hoe denkbeelden in theologie aansluiten bij beleving, ervaring en vragen van mensen. Dat lijkt mij overigens niet erg, want in een diepere betekenis is het de theologie daar altijd om te doen. Geloof op zoek naar inzicht.

In onze tijd vertaalt zich dat naar een nieuw zoeken naar taal, gebaren en rituelen om aan te kunnen sluiten bij zingevingsvragen. Mensen zoeken ook vandaag de dag naar hun plaats in deze werkelijkheid. Theologie zoekt steeds naar de kern, naar de ziel en het wezen van de dingen. Kees de Groot besloot er zijn inaugurale rede mee en ik sluit me daarbij aan: zielzorg zoekt en articuleert wat mensen ten diepste aangaat, wat hen drijft. De geestelijk verzorger in de thuissituatie geeft op nieuwe wijze, in een nieuwe tijd, vorm aan die zorg voor de kern van ieders bestaan.

Literatuur

Derkse, W. (2000). Een levensregel voor beginners. Tielt:

Lannoo. Groot, C.N. de (2021). Vragen bij het leven. Tilburg: Tilburg

University. Lang, G. & Molen, H.T. van der (2012). Psychologische gespreksvoering. Amsterdam: Boom.

Oskam, J. (2021). Tussenland. Utrecht: De Graaff.

Smit, J. (2009). Tot de kern komen. Kampen: Kok.

Velthoven, Th. van (1988). De intersubjectiviteit van het zijn. Kampen: Kok/Agora.

Guido Schürmann is beleidsadviseur bij Agora en projectleider voor Geestelijke Verzorging Thuis. Hij was lang werkzaam voor jongerenpastoraat bij het bisdom Rotterdam en werkte zeven jaar als geestelijk verzorger in het Haaglanden Medisch Centrum. Hij is als docent Filosofie verbonden aan de priester-en diakenopleiding Bovendonk.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken