Menu

Basis

Geliefd mens van God

‘Verheugt u, christenen, tesaam! Laat ons van vreugde springen en zegenen Gods grote naam; laat ons de Heer bezingen, die ons zo machtig heeft bevrijd, die voor der mensen zaligheid de hoogste prijs betaalde.’ Gezang 402 Liedboek voor de Kerken

Maarten Luther zocht God. Maar hij raakte vooral verstrikt in zichzelf: ben ik goed genoeg? Nee, hoe zou een mens goed genoeg zijn voor de Heilige? Hij gaat het klooster in en kiest voor een strenge orde. Komt hij zo dichter bij God? Nee, hij is vaak in vertwijfeling en doet nog meer zijn best. Tot hij getroffen wordt door een regel in de Romeinenbrief. Opeens gaat zijn hart ervoor open: hij hoeft zelf niet naar God toe te klimmen op die eindeloze, hemelhoge ladder. God zelf is naar ons toegekomen in zijn Zoon Jezus, als een broeder. God is naast ons komen staan. Dichterbij kan niet: een mens als wij.

‘Toen zag God in de eeuwigheid mijn mateloze ellende en haastte zich, te rechter tijd, mij, arme, hulp te zenden.’(…) ‘Hij sprak tot zijn geliefde Zoon: “Ik kan ’t niet langer lijden (die mens gevangen in schaamte en schuld) nu is het tijd, verlaat mijn troon en stel U aan zijn zijde; sta voor hem in als bondgenoot, verdelg de zonde en de dood en laat hem met U leven.”’

VERTROUWEN

Luther hoeft niet meer monnik te zijn. Hij mag gewoon mens zijn met alles erop en eraan. Hij is een geliefd mens van God, daarop mag hij vertrouwen. Dat is het enige dat hij hoeft te doen: vertrouwen. Hij hoeft geen heilige asceet meer te zijn. Hij kan eten en drinken naar hartenlust, hij kan trouwen en vrijen, hij kan kinderen krijgen.

Hij kan voor keizer en paus staan. Niets te verliezen, want hij is van God. Hij is een vrij mens, bevrijd van zichzelf. Vrij voor God. Dat is de grootste vrijheid die een mens kan krijgen. Juist zo heeft hij zijn handen vrij om naaste zijn.

Existentiële opluchting. Een loflied. Een vreugdedans.

Catrien van Opstal is predikant in de evangelisch-lutherse gemeente Utrecht.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken