Geloof niet wat ze zeggen
Bij Jeremia 32,36-41 en Lucas 24,35-48
geloof niet wat ze zeggen
dat is helemaal niet waar
dat ik voor jullie neus sta
is helemaal niet raar
wie heeft gezegd
dat ik jullie zou verlaten
kijk naar wat je ziet
ik houd je vast, ik verlaat je niet.
Als ik nu tegen jullie zeg: jullie worden later allemaal koningin, geloof je dat? Nee, maar je moet er wel om lachen. Als ik nu zeg: het wordt later niks met de wereld, er is geen geld meer, mensen zijn boos op elkaar, geloof je dat? Grote mensen geloven dat wel. Die mopperen over de economie en over de politiek. Die geloven niet meer dat het goed zal komen. Als al die grote mensen zo somber zijn, dan wordt de wereld daar zeker niet vrolijk van. Als je te veel luistert naar sombere verhalen, dan wordt het steeds moeilijker om te geloven dat het goed komt.
Suzanne komt huilend thuis. ‘Ze zeggen dat ik stom ben. Dat ik dik ben met een ouderwetse trui.’ Mama neemt Suzanne op schoot. ‘Schat, je bent de liefste en de mooiste van de hele wereld. Laat die kinderen maar praten, wij weten wel beter.’
In de Bijbel moeten de profeten en later ook Jezus niets hebben van die sombere praatjes. Geloof juist dat God het goede kan geven. En als jullie zelf een beetje meewerken, komt de vrede steeds dichterbij. En als steuntje in de rug zegt Jezus dat de mensen kracht van God zullen krijgen. Blijf geloven, blijf bidden en blijf zingen, dat brengt vreugde en vrede.
Bij Jeremia 32:36-41 en Lucas 24:35-48
