Menu

Basis

God is een vuilnis-kunstenaar

Het begint al met de eerste zin uit het eerste bijbelboek Genesis: ‘Toen God begon met scheppen, was de aarde woest en doods.’ ‘Woest en doods’ is in het Hebreeuws tohoe wavohoe. Spreek dat hardop uit, en met een beetje fantasie hoor je de gure wind over de verlaten vlaktes loeien.

Wat woest en doods is, is grondstof voor Gods scheppingswerk. Hij is een junk-artist, een kunstenaar die uit rommel iets nieuws maakt. Uit donker maakt hij licht, uit dreigend water droge grond, uit modder boetseert hij de mens.

Sommige vroege christenen trokken, evenals Jezus, de woestijn in. Daar, wonend in grotten en omringd door lege vlaktes met alleen zand en stenen, gebeurde er iets verrassends met hen. Ze werden bronnen van wijsheid. Het duurde niet lang of van heinde en ver kwamen er mensen om bij deze woestijnvaders en -moeders inspiratie op te doen.

Uit kale, onvruchtbare situaties kan God iets nieuws creëren. Wat dat is? Dat weten we niet van tevoren, daar is het nieuw voor. Terugkijkend zie je soms wat het je heeft gebracht. Of niet. Dan ziet misschien iemand anders het in ons leven. Of ook dat niet. Dan blijft het mogelijk een impuls voor ons geloof. Dat is immers ‘de zekerheid van wat we niet zien’ (Hebreeën 11:1). Of het wordt een aanzet tot ongeloof: ‘Wat baat het ons om tot God te bidden?’ (Job 21:15).

Hoe dan ook, God zoekt de rommel op. Denk aan mensen die soms als ‘dor hout’, nutteloos, worden beschouwd. Maar de profeten roepen op om voor de zwakken te zorgen. Jezus is volgens de dichter Gerrit Achterberg een ‘koopman in oud roest’. Hij zocht de zieken, de doofstommen, de verworpenen op. Vooral uit zulke mensen ontstond de kerk. Die begon onmiddellijk met creatief diaconaal werk: zorg voor de armen. God is een vuilniskunstenaar.

Beeld: iStock.com/noimagination

Kwaad als grondstof

Dit geeft een heel andere kijk op tegenslag. Wanneer we denken: ik zie het niet meer zitten, kunnen we ons tegelijk afvragen: wat ziet God zitten? Vandaar dat we hem vooral in nood aanroepen. Intuïtief vermoeden we: ik kan hier niks mee, maar God misschien wel. Is wat ‘woest en doods’ is, niet het lege doek waarop hij schildert? Liet hij niet juist in de woestijn waterbronnen ontspringen? Komt er in de kerk na het kyrie niet het gloria, en na de sobere veertigdagentijd het paasfeest?

We zijn geneigd het kwaad als een vijand te zien maar voor God is het grondstof. Vandaar de vreemde oproep om onze vijand lief te hebben. Dit houdt natuurlijk niet in dat we het kwaad goedkeuren. Wel dat we het meer gaan zien als de stinkende verf of harde steen waaruit God, als een kunstenaar, iets nieuws kan scheppen.

Woestijnervaringen

Maar is dit geen mooipraterij? Veel mensen worden diep door ziekte, verlies of andere ellende getroffen. Al zijn ze er nooit letterlijk geweest, ze zijn in de vijandige woestijn, evenals die vroege christenen. Van binnenuit kennen ze de leegte van een leven zonder baan, de droge, gebarsten grond van een hospice, de harde rotsen van de afdeling oncologie, de onverschillige grotten van rouw en verlies.

Voor de woestijnchristenen was stabilitas belangrijk: blijf zitten waar je zit. Vlucht niet, maar zie je situatie onder ogen en aanvaard die. Gelukkig hoeven we dat niet alleen te doen. Partners, vrienden, hulpverleners, de kerkelijke gemeenschap helpen ons om onze woestijnervaringen te dragen. Totdat er iets nieuws ontstaat. Dan is het Pasen geworden.

Meer hierover in het boek dat voorjaar 2022 bij uitgeverij Skandalon verschijnt: Evelyn Underhill, ‘Mystiek: hoe God werkt in de mens’. Vertaald en bewerkt door Jean-Jacques Suurmond.

Jean-Jacques Suurmond is theoloog en therapeut, en heeft een praktijk voor coaching en supervisie (www.jean-jacquessuurmond.nl).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken