Menu

None

Goed volk buiten

Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze week opent Klaas van der Kamp de week met een blik op dertigers in relatie tot de kerk. Meer dan eens hoort hij: "Dominee, we missen de dertigers in de kerk."

Klaas van der Kamp

“Spreek de welwillende groep van semi- en voorheen-kerkelijken aan.”

Hoe verhouden we ons als kerk tot de dertigers die geen ambitie hebben om een trouw kerklid te worden? Die vraag houdt de Protestantse Kerk bezig. Het boek van Rutger Bregman, ‘De meeste mensen deugen,’ geeft raakvlakken waarover kerk en dertigers in gesprek kunnen gaan.

Waarover zou de schrijver Rutger Bregman (1988) spreken met zijn vader ds. Kees Bregman (1959) als ze elkaar ontmoeten? Kees Bregman was jarenlang gemeentepredikant in de PKN; zijn zoon Rutger is een bekende Nederlander dankzij het boek ‘De meeste mensen deugen.’ Waarover spreken ze met elkaar? Zou het over zingeving gaan? Rutger doet wel aan zingeving, ook al heeft hij niet het verlangen die zingeving in de kerk te laten verwoorden. Dat doet zijn vader wel. Hoe spreken ze dan met elkaar? Eigenlijk zou je stiekem achter een gordijn willen mee luisteren als ze bij elkaar zijn. Waar vinden ze raakvlakken in elkaars leven?

Classispredikanten en de synode

Ik moest eraan denken vanwege het gesprek dat de classispredikanten van de Protestantse Kerk voorbereiden. Ze brengen eens per vier jaar verslag uit in de synode. Ze rapporteren over de ervaringen die ze tijdens de bezoeken aan kerkenraden en pastores hebben opgedaan. Ze stellen de vraag naar trends, naar zorg en vreugde. De rapportage vindt plaats tijdens de synodezitting van 11 februari 2023. Het gaat dit keer over de kleine gemeenten en de organisatie; binnenkerkelijke gesprekken dus. Het gaat ook over de manier waarop je kerk bent in de samenleving; over diaconaat, over duurzaamheid en over apostolaat.

Maar de meeste van de dertigers die de kerk loslaten, zijn niet van plan terug te keren

Op dat laatste ga ik hier nog even door. Ik bedoel met apostolaat: de manier waarop je als kerk een gezicht hebt bij rand- en buitenkerkelijken. In bijna ieder bezoek van een classispredikant aan een kerkenraad komt dat onderwerp aan de orde; bij voorbeeld als de kerkenraad opmerkt: “Dominee, we missen in de kerkdiensten de dertigers. Hoe moeten we ons tot hen verhouden?”

Dertigers

De dertigers. Ze zijn qua statistiek in de kerk ondervertegenwoordigd. Lange tijd hebben we gedacht dat we vooral de schoolkinderen bij de hand moesten nemen en hen moesten opvoeden in de kerkelijke traditie. Inmiddels laten de cijfers zien dat we afscheid aan het nemen zijn van hun ouders, de dertigers. Natuurlijk, een klein deel van deze mensen vindt de weg terug naar de kerk via een alfa-cursus. Maar de meeste van de dertigers die de kerk loslaten, zijn niet van plan terug te keren.

Ze noemen zich niet ongelovig. Ze kennen de gouden regel van Jezus en het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Maar ze voelen zich niet kerkelijk zoals hun ouders dat ervoeren. De statistiek maakt duidelijk dat het aantal kerkelijken gedaald is onder de 50 procent en dat 95 procent van de Nederlanders toch wel gelooft in hogere waarden als liefde, verzoening en geluk.

De inspanningen die je als kerk pleegt om dat besef van ‘onze kerk’ levend te ontwikkelen, noem ik apostolaat

Hoe verhouden we ons als kerk tot deze groep van welwillende mensen? Ik als dominee vind het belangrijk dat we hen af en toe ontmoeten. Misschien wel, dat ze bij het passeren van het kerkgebouw spreken over ‘onze kerk,’ maar zonder dat ze dat vertalen naar wekelijkse kerkgang.

De inspanningen die je als kerk pleegt om dat besef van ‘onze kerk’ levend te ontwikkelen, noem ik apostolaat: jezelf als kerk zichtbaar maken in een samenleving. Die inspanningen betekenen naar mijn idee dat je het gebouw zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar stelt voor publieke activiteiten, zodat mensen af en toe binnenkomen. En het betekent dat je jaarlijks activiteiten opzet waar je een speciaal deel van je kaartenbak voor aanschrijft of persoonlijk aanspreekt: de welwillende groep van semi-kerkelijken en voorheen-kerkelijken.

Raakvlakken

Rutger Bregman helpt me met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ om de raakvlakken te vinden. Hij haalt uit de Bijbel wijze levenslessen, een publieke moraal, spiegelverhalen om zijn leven diepgang te geven. Bij sommige teksten denk ik: “Je schrijft gewoon over God, ook al noem je zijn naam niet.” Ik merk door alles heen: “We laten elkaar niet onverschillig.”

Het wemelt van de instituten die we niet expliciet de credits geven, maar die onmisbaar zijn

Het gesprek over de kerk ligt ingewikkeld bij Bregman. Hij heeft mijns inziens een gedateerd beeld van instituties. Hij noemt de kerk eigenlijk maar één keer, als hij spreekt over een stam uit Tanzania: het Hadzavolk. Dit volk heeft een bovennatuurlijk besef van de kosmos, maar je merkt niets van een honger dat te instutitionaliseren. (pagina 139) Zo zou het wereldwijd moeten zijn, meent Rutger Bregman.

Natuurlijk hecht ik als dominee meer waarde aan de kerk. Ik denk dan: Bregman schrijft ook niet over de supermarkten, toch vermoed ik dat hij wekelijks naar ‘zijn supermarkt’ gaat om de voorraadkasten thuis aan te vullen. En ik vermoed dat hij geregeld televisie kijkt of de krant leest om ontwikkelingen in de samenleving te begrijpen, te weten wat politieke partijen zeggen, en vakbonden, en georganiseerde werkgevers, te lezen wat er in theaters is te doen, en af en toe zal hij bibliotheken bezoeken om niet alleen te kijken of zijn eigen titels zijn uitgeleend, maar ook om zich te voeden met het denken van andere auteurs.

Kortom: het wemelt van de instituten die we niet expliciet de credits geven, maar die onmisbaar zijn als plek om oriëntatie te bieden op het leven.

Wolven

Rutger Bregman sluit zijn boek af met een mooie, joodse metafoor. Hij benoemt die metafoor overigens niet als joods, maar ziet het als een zwerfkei op het internet. Laat het zo zijn. Hij verhaalt van twee wolven. Er leven twee wolven in het binnenste van ieder mens. Ze vechten met elkaar. De ene is slecht, boos en hebzuchtig. De andere is goed, rustig en liefdevol. De vraag die een kind kan stellen aan zijn (groot)vader is: “Wie zal het winnen?” En het antwoord luidt: “De wolf die jij voedt.” (pagina 31)

Klaas van der Kamp is classispredikant voor Overijssel en Flevoland.

Klaas van der Kamp

Hoe verhouden we ons als kerk tot de dertigers die geen ambitie hebben om een trouw kerklid te worden? Die vraag houdt de Protestantse Kerk bezig. Het boek van Rutger Bregman, ‘De meeste mensen deugen,’ geeft raakvlakken waarover kerk en dertigers in gesprek kunnen gaan.

De mens is een beest, zeiden de koningen. Een zondaar, zeiden de priesters. Een egoïst, zeiden de boekhouders. Al eeuwen is de westerse cultuur doordrongen van het geloof in de verdorvenheid van de mens.

Maar wat als we het al die tijd mis hadden?

In dit boek verweeft Rutger Bregman de jongste inzichten uit de psychologie, de economie, de biologie en de archeologie. Hij neemt ons mee op een reis door de geschiedenis en geeft nieuwe antwoorden op oude vragen. Waarom veroverde juist onze soort de aarde? Hoe verklaren we onze grootste misdaden? En zijn we diep vanbinnen geneigd tot het kwade of het goede?

De meeste mensen deugen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken