Menu

Basis

Hek om het weiland of bron in het veld?

Over het perspectief van de kerkenraad in een veelkleurige gemeente

‘Hoe kan de kerkenraad leidinggeven aan een veelkleurige gemeente?’ Eerst verkennen we de perspectieven: zie je verscheidenheid als kans of eerder als bedreiging? Daarna verhelderen we de soorten verscheidenheid in de gemeente en we eindigen met enkele handreikingen.

Mw. N. van Hierden werkt bij de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk als verbindend specialist Gemeenteopbouw. Eerder was zij gemeenteadviseur in Noord-Holland. De heer J. van der Giessen is bij dezelfde Dienstenorganisatie verbindend specialist bij het team Missionair van de afdeling Ondersteuning Gemeenten. Ook is hij adviseur van de landelijke werkgroep Eredienst en Kerkmuziek. Hij was eerder gemeenteadviseur in Zuid-Holland.

Kans of bedreiging?

Op een verjaardag kwam ik een gemeentelid tegen: ‘Zeg, wat hoorde ik… gaan we in de Oude Kerk nu ook al kinderen opdragen? Dat is toch wat! Is er nog wel ruimte voor de mensen die niet zo van die vernieuwing zijn? Jij zit in de kerkenraad toch, gaat het niet een beetje snel?’

‘Het gaat misschien wel wat snel’, zei ik, ‘maar we zijn een veelkleurige gemeente. Het is toch prachtig dat we in de kerk ruimte maken voor verschillende opvattingen?!’

Een week later was ik op het ouderlingenberaad. Daar bracht ik dit voorval in. Ik vroeg hoe anderen gereageerd zouden hebben. Mijn collega-ouderling zei: ‘Nu je het me zo vraagt, ik vind dat we te snel hier een principiële grens zijn overgegaan. En alleen maar omdat er een paar zijn die het anders willen. Waar staan we eigenlijk voor in deze kerk? Veelkleurigheid, het is gewoon een dekmantel om het maar niet over onze verschillen te hebben!’ Er viel een lange stilte…

Verscheidenheid is een kwaliteit van de christelijke gemeente. Het biedt een uitnodiging om eigenheid in te brengen, van elkaar te leren, elkaar aan te vullen, samen te werken. Dat geldt ook voor een kerkenraad, waar mensen met verschillende karakters, talenten, geaardheid en geloofsbelevingen samen zijn. De één heeft de gave om te luisteren, de ander is besluitvaardig.

Naast het organisatorische nut van verschillende gaven is het goed te beseffen dat die verscheidenheid ook een geestelijke waarde heeft. Het lied dat anders klonk toen die jongere vertelde wat dit voor haar betekende. De avondmaalsviering die je ontregelde, maar die je nog jaren bijblijft. Veelkleurigheid kan een grote verrijking zijn van je geloof en het gemeenteleven.

Tegelijkertijd is er ook die andere, weerbarstige kant. Want het kan ingewikkeld zijn om in alle verscheidenheid toch samen die eenheid van de christelijke gemeente te bewaren. Hoe houd je het met elkaar uit in een tijd waarin iedereen op elk terrein – behalve de kerk? – zijn eigen bubbel van gelijkgestemden opzoekt? Hoe houd je het uit, wanneer je tradities bevraagt en een sneer krijgt: ‘Je ondermijnt de onderlinge vrede.’? Hoe maak je een goede liturgie waar iedereen het liefst zijn eigen lied zingt? Hoe blijft de kerk een veilige én heilige plek, als steeds vaker de vraag klinkt: ‘Waar staan we nu eigenlijk voor, als ‘hier alles’ of juist ‘dit nog steeds niet’ kan?’ Angst voor verwatering of juist vernauwing ligt op de loer. Die weerbarstigheid stelt de kerkenraad voor vragen: hoeveel verscheidenheid kunnen we aan binnen de gemeente, waar liggen de grenzen? Om ondanks en dankzij verschillen zicht te houden op waar het om gaat in de christelijke gemeente: samen geloofsgemeenschap zijn tot eer van God en dienstbaar zijn aan elkaar en aan onze omgeving.

Soorten verscheidenheid

‘Op papier vinden we het prachtig om een veelkleurige gemeente te zijn, maar in de praktijk ervaren we het als knap ingewikkeld. We concluderen dat we vaak vergeten het inhoudelijke gesprek te voeren. Beter gezegd: we durven niet. We zijn bang voor gedoe. Maar we ontdekken dat verschillen niet altijd een bedreiging hoeven te zijn. Wat een opluchting!’

Veelkleurigheid kan een verrijking zijn van geloof en gemeenteleven

Piet Schelling onderscheidt in Mijn gelijk en ons geluk vijf vormen van verscheidenheid in de kerk.

• Bestuurlijke verscheidenheid, zoals: moet je optimistisch of juist pessimistisch begroten?

• Liturgische verscheidenheid, zoals: verschil van inzicht over het gebruik van liedbundels in de kerkdienst.

Er is variatie mogelijk als het gaat om geloofsoverdracht. Een vraag kan zijn: ligt het accent meer op bijbelkennis of op leven als christen?

Ook rond ethische vraagstukken is verschil van inzicht: hoe wordt gedacht over voltooid leven?

Verschil op het gebied van geloofsopvattingen, zoals de kijk op het scheppingsverhaal.

Bij alle verschillen is het van belang om op zoek te gaan naar de onderliggende visie. Kunnen we elkaar vinden op het punt van de roeping en de opdracht van de gemeente? Waartoe zijn we geloofsgemeenschap op deze plek in deze tijd? En lukt het ons om woorden te geven aan onze identiteit: waar staan we voor en waar gaan we voor? Als we erin slagen om elkaar te vinden in een gemeenschappelijke basis, kunnen we gemakkelijker leven met (accent)verschillen in de vormgeving van de gemeente.

Een treffende metafoor hierbij komt van een paar kerkpioniers. Hirsch en Frost, in The Shaping of Things to Come, zien parallellen tussen de leiding van de kerk en veeboeren in Australië. Veeboeren weiden grote kuddes, op enorme grasvlakten, waarbij er geen denken aan is om de kudde door een hek bijeen te houden. De dieren worden daarom naar een bron gebracht en dan losgelaten. De dieren verwijderen zich al grazend op verschillende afstand van de bron, maar keren daar altijd weer naar terug. Zo mogen kerkleiders erop vertrouwen dat hun gemeenschap vanuit de bron – en niet een kerkelijk hek – van het evangelie verbonden is.

Dit beeld schetst de balans tussen de gebondenheid aan het evangelie en de persoonlijke vrijheid. Hoeveel ruimte gunnen we onze medegelovige, vanuit het vertrouwen dat we gevoed worden door hetzelfde evangelie? Of zijn we bang dat we ‘afdwalen’ als nieuwe ideeën te veel afwijken van hoe we het (altijd) gewend zijn om te doen? Jan Hendriks spreekt over de angstig-bezorgde gemeente en de vertrouwensvolle gemeente. Op wie willen we lijken?

Hoe geef je leiding aan een veelkleurige gemeente?

‘We realiseren ons: het verdragen van verschillen brengt ons dichter bij de kern. Een aantal heikele kwesties hebben we in gemeentekring besproken. In die gesprekken keerden telkens een aantal kernwaarden terug. Daardoor ontdekten we opnieuw onze gemeenschappelijke basis en roeping. Er ontstond eenheid in verscheidenheid. We zijn nog steeds een veelkleurige gemeente, maar nu eentje met reliëf!’

Vanuit de praktijk van het advieswerk doen we een aantal handreikingen aan de kerkenraad.

Attitude

Leidinggeven begint met een attitude. Een eerste uitdaging voor de kerkenraad is zich te oefenen in het uithouden van de spanningen die in een veelkleurige gemeente bestaan. Erkennen en benoemen dat ze er zijn. Toegeven dat dat soms ook moeilijk is, en je realiseren dat er teleurstelling zal zijn. Soms omdat er geen tussenweg mogelijk blijkt, soms omdat de nuance onbevredigend zal zijn.

De kernvraag bij een dilemma is: wat dient de gemeente om op dit moment gemeente van de Heer te zijn? Richting hiervoor is naast het vormgeven van een proces (zie hieronder) ook het ontvangen in een houding van afhankelijkheid. Bid als kerkenraad om lef, wijsheid en onderscheidingsvermogen.

Een derde uitdaging als het gaat om attitude is moed vatten (en ontvangen!) om de verlegenheid voorbij te gaan. Keuzes maken, als dat nodig is. Doe dit vanuit het vertrouwen dat dit de eenheid van de gemeente kan versterken. Besef: de kerkenraad brengt geen eenheid – de gemeente is één in Christus.

… met elkaar verbonden vanuit de bron van het evangelie

Proces [hoe?]

We noemen een aantal stappen die de kerkenraad kan zetten in de omgang met een ‘heikele kwestie’.

1. Het begint met vast te stellen dat deze kwestie prioriteit heeft, ‘we kunnen deze vraag niet langer voor ons uit schuiven’.

2. Realiseer je dat een proces tijd en energie kost, wil je het zorgvuldig doen. Neem dus de tijd, maar houd tegelijk wel het tempo erin. Communiceer een tijdpad richting de gemeente -dat biedt helderheid. Je kunt ervan afwijken als er meer tijd nodig blijkt. En onthoud: soms kan het wijs zijn om een besluit te parkeren.

3. Luister goed naar de gemeente: waar komt deze vraag vandaan? Wat zit er achter de behoefte? Hoe breed wordt deze wens gedeeld? Zijn er ook andere geluiden hoorbaar? Breng het veld in kaart, met de verschillende posities.

4. Ga met (vertegenwoordigers van de) verschillende groepen in gesprek. Breng groepen ook met elkaar in gesprek. Zorg voor een veilige sfeer. Daarbij helpt een houding van respect -luister naar het verhaal van de ander; nieuwsgierigheid -vraag door, en trots -vertel ook jouw eigen verhaal.

5. Neem als kerkenraad tijd voor bezinning voordat besluitvorming plaatsvindt. Begin bij jezelf: hoe sta je er zelf in als gelovige? En daarna: hoe staan wij erin als ambtsdragers, geroepen om leiding te geven aan deze gemeente in deze context?

6. Realiseer je: er zijn verschillende soorten verscheidenheid. In het ene geval zal de kerkenraad streven naar een oplossingsrichting waarbij het uitgangspunt is: we moeten hieruit komen, voor we verder kunnen. In een ander geval kan het wijs zijn om te zeggen: hier komen we niet samen uit, hier scheiden onze wegen. Dat hoeft geen teken van zwakte te zijn, het besef dat de kerk van de Heer groter is dan onze eigen gemeente helpt om uit een impasse van verlamming te komen als de verscheidenheid té groot is.

7. Laat ‘de kwestie’ ook in de liturgie terugkomen: in de praktijk van de zondagse kerkdienst, met name in de viering van het avondmaal oefenen we ons in het overstijgen van verschillen.

Bezinning op de inhoud [wat?]

Het proces heeft een inhoudelijke kant: hoe denk je over het betreffende onderwerp, welke aspecten spelen een rol? Hoe verhoudt het onderwerp zich tot de roeping en de visie van de gemeente? Welke plannen zijn er eerder al gemaakt hierover? En vinden we die voornemens nog steeds relevant en actueel?

1. Je kunt twee invalshoeken kiezen om je te bezinnen op het inhoudelijke aspect van het proces. Je kunt achter de voordeur van gegroeide praktijken of ontwikkelde overtuigingen kijken. Vraag jezelf af: Wat delen wij? Welke waarden liggen hieronder? Wat zegt dit over ons verlangen voor de gemeente? Vanuit welke waarden willen wij leven? Hoe komen die waarden terug in alle aspecten van ons gemeente-zijn? Dat is dus niet uitsluitend (als het hek om het weiland) maar inclusief (als een bron in het veld). Daarop ben je aanspreekbaar. De waarden verbinden en geven richting aan besluitvorming.

2. Verder kun je expertise van buiten zoeken. Denk hierbij aan een boek over het betreffende thema, iemand die er een verhaal of een preek over houdt, of verzamel ervaringen van andere gemeenten. Deze inbreng van buiten kun je dan spiegelen aan de situatie van de eigen gemeente op dit punt.

Betrokkenheid en draagvlak [wie?]

Een belangrijke vraag in een dergelijk proces is wie erbij betrokken dient te zijn. Denk aan de kerkenraad, een taakgroep of andere commissie, gemeen-teleden. Communicatie is hierbij cruciaal: zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Het helpt als voor alle betrokkenen transparant gemaakt wordt wat ‘de kwestie’ is en welke weg we met elkaar afleggen om tot een besluit of een afspraak te komen.

Besef dat de kerk van de Heer groter is dan alleen de eigen gemeente

Behalve ‘het (inhoudelijke) antwoord’ is minstens zo belangrijk hoe er over gepraat wordt en wie er betrokken zijn. Dat helpt om begrip en draagvlak te creëren voor een verandering in de gemeente. Laat ook de wijsheid van de minderheid klinken. Hierbij wordt de (zwijgende) stem van de minderheid gehoord. Je mag van mening verschillen en ieders inbreng wordt gehoord; dat is leerzaam voor alle betrokkenen.

Vertrouwen in verscheidenheid

Terug naar het beeld van de bron. God zegt: ‘wees niet bevreesd, Ik ben erbij’. Durf het hek over te springen. Wees niet verlegen met verschil. Verscheidenheid kan een kans zijn voor verbinding van en verdieping in de gemeente -omdat het verdragen van verschillen ons bepaalt bij onze bron. Vertrouw de Ene, die verschillen verbindt, en zie elkaar vanuit het besef dat ‘wij elkaar gegeven zijn, tot kleur en samenklank.’

We sluiten af met een mooi gedicht van de hand van Robert Grijsen, stadsdichter van Hilversum.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken