Menu

Premium

Helios in de synagoge

Afbeeldingen van zon en zodiak in synagogen

Het mozaïek van de zodiak in de synagoge van Bet Alfa is regelmatig gereproduceerd. Ik heb het zelfs op katoenen tasjes gezien. De kleuren en de eenvoudige vormen appelleren blijkbaar aan de smaak van eigentijdse vormgevers. Maar wat moet Helios, de zonnegod, gezeten op de zonnewagen, omgeven door de tekens van de dierenriem, in het midden van een synagoge? Een zoektocht voert ons langs de hemelse paleizen en weer terug, naar de vloer van de synagoge.

In 1928, tijdens het werken aan een irrigatiesysteem, stuitten leden van de toen nieuwe kibboets Heftziba, ten zuiden van het meer van Galilea, op een mozaïek.

Zie voor een uitgebreide bibliografie: Lee I. Levine, The ancient synagogue : the first thousand years, : Yale University Press 2000.

Zij waarschuwden de Hebreeuwse Universiteit, die, in 1929, onder leiding van Eleazar Sukenik, begon met opgravingen. Deze opgravingen brachten de overblijfselen van de synagoge aan het licht die nu bekendstaat als Bet Alfa. Hiermee is Bet Alfa de eerste antieke synagoge in Israël waarin het zodiac-motief werd aangetroffen.

De mozaïekvloer van de synagoge bevat drie grote panelen. Het grootse paneel, centraal in de ruimte van de synagoge, wordt gevormd door een voorstelling van de dierenriem. De tekens van de dierenriem vormen samen een cirkel.

Aan de buitenkant, in de vier hoeken van het paneel, zijn de vier seizoenen afgebeeld. In het centrum van de dierenriem is een voorstelling van Helios, de zonnegod, gezeten op zijn door vier paarden getrokken wagen, waarmee hij dagelijks de hemelboog langsgaat. Naast Helios, boven de koppen van de paarden, zie je de maan en de sterren. Aan de zuidkant van het zodiak-paneel (de kant van Jeruzalem) is een paneel waarop een Aron haKodesj is afgebeeld, de kast waarin in een synagoge de Torarollen worden bewaard. De kast is afgebeeld te midden van twee zevenarmige kandelaars, twee stel etrog en loelav (de ‘vier soorten’ die op Soekot worden gebruikt, vroeger in de dienst van de tempel, nu in de synagoge) twee sjofars en twee wierookscheppen. Naast de kast zijn twee brullende leeuwen en vogels afgebeeld. De kast is bekroond met een schelpmotief, en er is een olielamp boven de kast zichtbaar. De Aron wordt ons getoond tussen twee opzij geslagen gordijnen.

Van de drie centrale panelen is het paneel aan de noordkant van het zodiak-paneel het eenvoudigst te duiden. Het is een voorstelling van de binding van Isaak als een soort stripverhaal. Aan de linkerkant staan de knechten van Abraham met de witte ezel waarop (ook in de joodse traditie) de Messias wordt verwacht. Centraal in de voorstelling is het bokje te vinden, met de hoorns verstrikt in het struikgewas. Rechts zien we Abraham die Isaak op het brandende altaar legt. Middenin is de hand van God zichtbaar die uit de hemel naar beneden komt om Abraham tegen te houden. In de hemel zijn de rechtvaardigen zichtbaar in de vorm van palmbomen, zoals in Psalm 92 beschreven.

Het offer van Isaak is als thema goed te duiden en, hoewel het moderne jodendom in verband met het tweede gebod niet zou kiezen om mensfiguren in de synagoge af te beelden, de voorstelling vormt op zich geen bron voor discussie. Het wordt al lastiger met de voorstelling van de Aron Hakodesj. De opeenstapeling van symbolen doet de vraag rijzen wat hier nu eigenlijk wordt afgebeeld. De Aron in de synagoge? De tempel? Of misschien wel de tempel in de hemel? Of worden alle drie tegelijk bedoeld? Het centrale paneel is echter een ander geval. Hier vormen niet alleen de menselijke voorstellingen een probleem, maar lijkt de voorstelling van Helios, een heidense godheid, toch wel erg in strijd met alle mogelijke interpretaties van het tweede gebod van de Tien Geboden, het verbod om voor jezelf een beeld te maken van iets uit de hemel, de aarde of de wateren en dat te aanbidden.

Meer synagogen

De synagoge van Bet Alfa was de eerste van een reeks gebouwen waarin het zodiak-motief is aangetroffen. In de loop van de vorige eeuw zijn er meer aan het licht gekomen. Hoewel van geen van de gebouwen veel meer rest dan de fundamenten en de vloer, zijn sommige mozaïeken betrekkelijk intact teruggevonden, zoals die in de synagoge van Hamat Tiberias. Die van Na’aran echter lijkt met opzet beschadigd, mogelijk met de bedoeling om afbeeldingen te verwijderen zonder het mozaïek als geheel te vernietigen. De synagoge van Sepphoris (Tzippori) is de meest recente vondst van een synagoge met dit motief. Hier is het motief onderdeel van een groter programma, waar ook de offerdienst een belangrijke rol inneemt. Helios is hier op een bijzondere manier afgebeeld, waarbij het gezicht ontbreekt en vervangen is door een de zonneschijf, omgeven door lichtstralen.

In Israël zijn in de loop van de laatste eeuw sporen gevonden van ruim honderd synagogen uit de Byzantijnse tijd. In acht ervan zijn overblijfselen aangetroffen van een zodiak-motief. Het was blijkbaar een populair motief in synagogen in de zesde en zevende eeuw, onderdeel van een specifiek programma van afbeeldingen. Het moet voor de opdrachtgevers en gebruikers van deze synagogen een betekenisvol motief zijn geweest.

Allerlei interpretaties

Maar wat die betekenis precies is, is lastig te bepalen. In de eerste helft van de twintigste eeuw meenden de meeste onderzoekers dat het jodendom in het eerste millennium wel overeenstemde met hetgeen men meende dat in de Misjna en beide Talmoeds is beschreven: een monotheïstisch en aniconisch geloof, rationeel gericht op het hier-en-nu. De traditionele literatuur bevat slechts zijdelingse aanwijzingen voor de interpretatie van deze mozaïeken.

Na de vondst van het eerste mozaïek in Bet Alfa kon Sukennik, de leider van het archeologisch team, nog speculeren over de mogelijkheid dat dit mozaïek op toeval berustte en niet door de bouwers van de synagoge gewenst was. Het zou een gift kunnen zijn geweest uit Byzantijns-keizerlijke kringen die niet geweigerd had kunnen worden. Of simpelweg een motief dat door de kunstenaar geïntroduceerd was omdat hij het van elders kende en mooi vond. De vondst van meer van deze motieven maakte zulke eenvoudige interpretaties echter moeilijk vol te houden. In de loop van de tijd zijn er andere interpretaties gesuggereerd die echter ook geen van alle lijken te voldoen. De mozaïeken worden wel in verband gebracht met de ‘publicatie’ van de joodse kalender, in de vierde eeuw, of geïnterpreteerd als een landbouwkalender. Recenter is een interpretatie van Weiss, die het motief interpreteert als een weergave van het verbond tussen de Eeuwige en Abraham.

Zie ook: Zeev Weiss, The Sepphoris synagogue: deciphering an ancient message through its archaeological and socio-historical contexts, : Israel Exploration Society: Institute of Archaeology, Hebrew University of Jerusalem 2005.

Het probleem is dat deze interpretaties niet duidelijk maken wat de zodiak betekent in de context van de overige delen van de mozaïeken of in de context van de variatie tussen de verschillende mozaïeken in de overige synagogen.

Een totaal andere kant werd gezocht door Erwin Ramsdell Goodenough (1893-1965). Goodenough, een Amerikaanse godsdiensthistoricus, was gefascineerd door de vraag naar de bron van de snelle opkomst in de eerste eeuwen van het gnostisch christendom. In een monumentale serie over joodse kunst uit de oudheid probeerde hij aan te tonen dat er een gnostische vorm van jodendom moet hebben bestaan waarin de aanbidding van het goddelijke licht een belangrijke rol speelde.

Erwin Ramsdell Goodenough, Jewish symbols in the Greco-Roman period, : Pantheon Books 1953-1968.

Van deze vorm van jodendom zou geen geschreven bericht meer over zijn. Slechts het beeldend materiaal, waaronder de zodiak, resteert.

Zie voor het verhitte debat tussen de Amerikaanse en Israëlische historici: Sth Schwatz, Historiography on the Jews in the “Talmudic Period”: 70-640, in: Martin Goodman, Jeremy Cohen, David Sorkin, The handbook of Jewish studies, ; : Oxford University Press 2002, 79-114.

Maar Goodenough was noch archeoloog noch hebraïst. Zijn dateringen zijn vaak moeizaam en zijn kennis van de joodse na-bijbelse literatuur was beperkt. Hij had slechts toegang tot wat er is vertaald of in secundaire literatuur is beschreven. Tegenover het rationalistische beeld van het jodendom dat uit de secundaire literatuur voortkwam, plaatste hij zijn eclectische visie op de geschiedenis. Dat er een gnostisch jodendom heeft bestaan dat de grondslag vormde voor de snelle opkomst van gnostiek in het christendom is nooit vastgesteld. Goodenoughs werk op dit gebied wordt tegenwoordig gewoonlijk alleen nog van belang gevonden omdat hij het belangrijkste joodse beeldende materiaal uit de eerste eeuwen heeft samengebracht.

Ontwikkelingen

In de loop van de vorige eeuw is het beeld van het jodendom in het eerste millennium bijgesteld. Een belangrijke rol daarbij speelt de nog steeds voortgaande exploratie van het materiaal uit de Caïro Geniza.

Adina Hoffman, Peter Cole, Sacred trash: the lost and found world of the Cairo Geniza,(: Nextbook: Schocken 2011.

Variantteksten van de joodse eredienst, tot nu toe onbekende pioetim (liturgische gedichten) en vroege mystieke werken zijn aan het licht gekomen die ons beeld van het verleden rijker hebben gemaakt. En met behulp van dit verrijkte beeld is het mogelijk ook de oude, vertrouwde teksten uit de joodse traditie hernieuwd te bestuderen. Dat wil niet zeggen dat er totale duidelijkheid is over de betekenis van de Helios-figuur, maar wel dat er, op basis van de literatuur die wij nu kennen, meer over te zeggen is.

De Hechalot-literatuur

Een van de literatuurvormen die, hoewel al eerder bekend, in de laatste decennia aandacht heeft gekregen is de Hechalot- en Merkava-literatuur. Deze literatuur bestaat uit beschrijvingen, in poëtisch Hebreeuws, van reizen van de mysticus door de hemelse paleizen naar de goddelijke troon. Wanneer de mysticus na een buitengewoon gevaarvolle reis aankomt bij de goddelijke troon, neemt hij de dienstdoende engelenschaar die Gods glorie aanbidt waar, of maakt hij daar deel van uit.

Het begin van lof, het eerste van het lied,
Het begin van vreugde, het eerste van het gejuich,
Gezongen door de Engelenschaar,
Iedere dag, tot de Eeuwige, de God van Israël.
Zij verhogen de Troon van Zijn Glorie:
Wees verblijd, verblijd, Troon van Glorie.

T. Carmi (redactie en vertalingen), The Penguin book of Hebrew verse, : Viking Press 1981, 195.

De beelden die de mysticus ziet, komen voort uit de visioenen van Jesaja en Ezechiël. Het hoogtepunt van de dienst bij de goddelijke troon wordt gevormd door het ‘heilig, heilig, heilig’, ontleend aan Jesaja 6:3.

Peter Schäfer is degene die dit studiegebied met zijn systematische werk heeft ontsloten. Peter Schäfer, Synopse zur Hekhalot-Literatur, Tübingen: J.C.B. Mohr 1981.

De Kedoesja

Een reis naar de hemelse paleizen is natuurlijk slechts voorbehouden aan de enkele mysticus. In de teksten in de joodse liturgie vinden we echter elementen die verwant zijn aan de Hechalot-literatuur. De Kedoesja

De Kedoesja is het derde deel van de Amida, het hoofdgebed. Zie: D. van der Sluis e.a., Elke Morgen Nieuw. Inleiding tot de joodse gedachtenwereld aan de hand van het Achttiengebed, : B. Folkertsma stichting voor Talmudica 1978.

, in taal en sfeer verwant aan de Hechalot-literatuur, geeft een beschrijving van de dienst in de hemelse tempel:

Laat ons U aanbidden en heiligen,
Naar het mysterie-spreken van de heilige Serafijnen,
Die in heiligheid Uw naam heiligen,
Zoals door profetenhand geschreven,
De één riep de ander aan:
‘Heilig, heilig, heilig is de Heer der Heerscharen,
de gehele wereld is vervuld van Zijn Glorie.’

De tekst van de Kedoesja plaatst de aanwezige in de synagoge als het ware bij de glorietroon, waar hij, samen met de engelenschaar, de goddelijke glorie looft.

Sterren en engelen

Misschien is de meest voor de hand liggende sleutel voor de ontcijfering van het raadsel van het zodiak-motief wel de constatering dat in de oude joodse literatuur onze moderne beleving van sterren als levenloze objecten ontbreekt. Integendeel: sterren worden daar beschouwd als zichtbare engelen. Het Jotser Or, in de dagelijkse versie, brengt de engelen die God loven samen met de hemellichamen:

Geprezen God, Groot in kennis,
Die de zon gereedmaakt en laat stralen,
Goed heeft Hij het geschapen, ter Glorie van zijn Naam,
Lichten gaf hij, rondom Zijn Kracht,
De hoofden van zijn Heilige Heerschare loven Sjadaj

Een van de Godsnamen uit de Hebreeuwse Bijbel.


Voortduren spreken zij van de Glorie van God en zijn Heiligheid.

De tekst van het Jotser Or maakt deel uit van het ochtendgebed en dient, idealiter, vlak na zonsopgang gezegd te worden. In dit fragment, in het Hebreeuws een acrostichon, wordt God bezongen als de schepper van de zon, die een symbool is van zijn almacht. De sterrenhemel die hem (of de zon?) omgeeft bestaat uit de hemelse heerscharen, dezelfde als uit de Hechalot-teksten, die het loven van God in de hemel als belangrijkste taak hebben. En zo, lijkt het, is de belangrijkste taak van degenen die in de synagogen aanwezig zijn, om dat samen met de sterren/engelen te doen.

Conclusie

Een Helios-figuur in het centrum van de synagoge: hoe dit te rijmen valt met het tweede gebod, blijft lastig in te zien. Dat het tussen de vijfde en de zevende eeuw heeft gekund, bewijzen echter de mozaïeken die in de synagogen zelf zijn aangetroffen.

De zoektocht naar de betekenis van de mozaïeken is een kleine eeuw geleden begonnen en heeft verschillende tussen-resultaten opgeleverd die niet altijd even goed voldoen. Nieuwe bronnen leren ons gaandeweg met nieuwe ogen te kijken naar het oude materiaal dat deel uitmaakt van het joodse gebedenboek en verschillende lagen van betekenis bevat. Samen lijken deze de sluier over de betekenis van het zodiak-motief op te tillen. Zij geven een beeld van de synagoge als de aardse representant van de hemelse paleizen en het menselijk gebed als de samenspraak met de engelenschaar, parallel aan de hemelse eredienst. De overige motieven in de synagoge (de Aron haKodesj, de hemelse tempel en de binding van Isaak) lijken te verwijzen naar Gods openbaring en de belofte van het eeuwige leven. Samen met het zodiak-motief vertellen zij van het jodendom waarin de belofte van de Olam haBa (de komende wereld) op basis van de geopenbaarde Wet, naderbij gebracht door middel van het doen van Gods wil, een centrale rol speelt.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken