Menu

Basis

Help, een autist in mijn kerk!

Tegenwoordig is – gelukkig – autisme in de samenleving geen onbekend verschijnsel meer. Maar hoe is dat in onze kerkelijke gemeenten? Wat weten we ervan? Hoe gaan we daar met autisten om? Wat hebben zij aan ons – en wij aan hen?

Op lezingen maak ik weleens de grap dat autisten nét mensen zijn. Daar wordt om gelachen, maar het is wel een grapje met een serieuze ondertoon. Hoe snel wordt niet de fout gemaakt om alle mensen met autisme over één kam te scheren. En wat loop je dan veel mis. Maar wat te doen wanneer we iemand met autisme in onze kerk spreken? En wat juist niet?

Wat is autisme?

Laten we eerst eens kijken naar wat autisme is. Voor de diagnose autisme kan worden gesteld, is er een aantal kenmerken waaraan moet worden voldaan.

Punt één is het tekort aan sociale communicatie. Het kan bijvoorbeeld moeilijk zijn om vriendschappen te sluiten of te onderhouden. Degene kan moeite hebben om te begrijpen wat je van hem of haar verwacht en kan anderen moeilijk aanvoelen. Vaak kunnen mensen met autisme ook moeilijk een gesprek gaande houden.

Taal kan vaak letterlijk worden genomen waardoor een sarcastische opmerking bijvoorbeeld niet wordt herkend. En er kunnen dingen opvallen in het eigen taalgebruik. Denk dan aan heel luid of juist zacht praten of woorden herhalen.

Iemand met autisme kan sterk vasthouden aan eigen gewoontes en routines

Punt twee zijn beperkte en zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten. Iemand met autisme kan sterk vasthouden aan eigen gewoontes en routines. Dat begint met bijvoorbeeld een vast ochtendritueel dat wel meer mensen hebben. Maar het kan door de dag heen op meer momenten gelden en, wanneer ervan afgeweken wordt, zelfs leiden tot woede-uitbarstingen of paniek.

Toch kan iemand die vasthoudt aan gewoontes juist iemand zijn die altijd zijn of haar afspraken nakomt. Is het niet fijn wanneer er zo’n persoon in een kerkelijke commissie zit?

Beperkte interesses kunnen hobby’s zijn zoals computers, natuur of techniek, noem maar op. Daar kunnen uren ingestoken worden. Misschien lijkt dat vanaf de buitenkant zinloos, maar het kan wel degelijk ook een voordeel hebben. Zoals ik later in dit artikel zal noemen, kan bijvoorbeeld iemand met liefde voor computers heel wat betekenen voor de gemeente.

Wat kan ik voor je doen?

Wanneer u/je iemand met autisme in de gemeente ontmoet: leer elkaar kennen! Misschien gaat in het begin de communicatie nog een beetje stroef, maar heb geduld. Denk aan de alinea hierboven. Het is niet dat de ander geen contact wíl, maar misschien moet hij of zij nog even aan je wennen. Net als jij aan de ander.

Maar wanneer jullie elkaar eenmaal kennen, is het een kostbaar contact. Dan kun je eens aftasten hoeveel mensen hij of zij in de gemeente kent. En of diegene wekelijks naar de dienst komt. Haak niet af wanneer hier ‘nee’ op wordt geantwoord. Vraag waarom. Het kan zijn dat de dienst teveel prikkels geeft en dat degene het zelf ook heel jammer vindt niet te kunnen gaan.

Misschien kunnen jullie samen kijken of de dienst online kan worden gevolgd. Nu ken ik een jongen met autisme die het heel fijn vindt om de diensten online te kunnen volgen, maar er verdriet over heeft om dan geen andere leden van de kerk te kunnen ontmoeten. Bedenk goed dat het contact misschien wat moeizaam kan verlopen bij iemand met autisme, maar wel wordt gezocht(!).

Het contact kan misschien wat moeizaam verlopen, maar wordt wel gezocht!

Een tweede stap kan zijn om degene dan aan te bieden om naar een bijbelkring of buurtgroep te komen. Zo kan hij of zij in een kleine kring toch contact leggen met andere gemeenteleden.

Eenzaamheid komt veel voor bij mensen met autisme. Dit wordt vaak niet opgemerkt omdat ze bijvoorbeeld wegblijven uit de kerk vanwege te veel prikkels. Ze komen niet naar een bijbelkring omdat ze niet weten hoe dat aan te pakken. En dan zitten ze vervolgens thuis zonder dat iemand in de gaten heeft dat een gemeentelid niet mee kan komen. Daarom is een veilige gemeenschap ook zo belangrijk waar mensen durven aan te geven dat ze contact zoeken.

Maar, het is niet allemaal ellende bij autisme.

Wat kan jij voor óns betekenen?

Voor mijn boek Autisten liegen niet sprak ik een jongen met autisme die bij hem in de kerk meehielp met de verzorging van het geluid in de dienst. Hij was daar heel enthousiast over en deed nu zelfs een opleiding in die richting. Ik begreep van hem dat deze taak in de gemeente hem liet merken dat hij nodig was en van nut. Hij kreeg complimenten van gemeenteleden en kon zelf de diensten beter volgen omdat hij achter het geluid zat.

Er zijn taken die mensen met autisme juist prima kunnen doen in de gemeente!

Andere jongeren vinden het fijn om bij de kinderdiensten actief te zijn. Maar ook collecte-lopen of bij de ingang staan om een tijdschrift of de liturgie uit te delen is een zinvolle taak.

Volwassenen worden in de kerk vaak voor taken gevraagd. Er is genoeg te doen, maar niet alles is geschikt voor de meeste mensen met autisme. Nu zal iemand met autisme door de gemeente misschien niet snel worden gevraagd om ouderling te worden, omdat dat nogal veel sociale en non-verbale vaardigheden vraagt. Maar het is goed om te onthouden dat er heel veel taken zijn die mensen met autisme juist prima kunnen doen in de gemeente.

Is iemand erg actief op de computer? Dan kan diegene wellicht het gemeenteblad vormgeven.

Is iemand heel nauwkeurig? Misschien heeft een commissie nog een penningmeester nodig.

Is iemand een natuurliefhebber? Vraag hem of haar om mee te helpen kerststukjes voor de wintermarkt te maken.

Dit zijn zomaar drie voorbeelden van taken die opgepakt kunnen worden. Ik sprak er in het begin van dit artikel al over dat autisten net mensen zijn. Daarmee bedoel ik dat zij onderling ook heel veel verschillen.

Maar graag moedig ik u als lezer aan om te kijken naar het talent van uw gemeentelid. Dit geldt immers zowel voor mensen mét als zonder autisme.

Eens een informatieavond organiseren…?

Hoe verder?

Wat zijn nu bijvoorbeeld dingen waar we op kunnen letten tijdens de kerkdienst, waar mensen met autisme baat bij hebben?

Voor mijn boek ‘Is er een hemel voor autisten?’ bezocht ik een kerkdienst die speciaal was ingericht voor mensen met autisme. Daar hadden ze in een hoekje van de beamer steeds een pictogram die liet zien wat erna zou komen. Bijvoorbeeld biddende handen voor gebed of muzieknoten voor een lied. Het lijkt iets heel kleins en simpels, maar het was heel handig voor de bezoekers, die wisten waar ze aan toe waren. Interessant was dat deze diensten ook graag bezocht werden door mensen met niet-aangeboren hersenletsel en licht dementerenden.

Maar voordat je als kerk dit soort wijzigingen aanbrengt, is het goed om eerst te kijken hoeveel mensen met autisme je in je gemeente hebt.

Heeft uw gemeente geen zicht op het aantal mensen met autisme binnen de kerk? Waarom niet eens een informatieavond organiseren? Deze zal waarschijnlijk ook graag worden bezocht door ouders van kinderen met autisme. U kunt een spreker uitnodigen die informeert en met de groep het gesprek aangaat. Zo kan duidelijk worden wat de vragen en wensen zijn van mensen met autisme en ouders van kinderen met autisme in uw gemeente. Wellicht ontstaan er waardevolle contacten door!

En wat ik nooit genoeg kan benoemen: stel elkaar vragen wanneer iets niet duidelijk is. Niet één vraag is dom. Dat geldt zowel voor de mensen mét als degenen zónder autisme. Zo leer je de ander kennen en weet je wat je van elkaar mag verwachten. Een mooie stap naar een inclusieve kerk!

Alianna Dijkstra is auteur van o.a. de boeken Is er een hemel voor autisten? en Autisten liegen niet, waardoor ze ook lezingen over het onderwerp geeft. Ze heeft zelf autisme.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken