Menu

Basis

Het evangelie buiten de kerkmuren

De buurtdominee in het buurtcentrum ontmoet de buurtheks… Om over Bijbel, God en geloof in gesprek te komen met mensen buiten de kerk, moet je anders in het leven gaan staan. Hier het verhaal van ‘De Werkelijkheid – kerk voor nietkerkelijken’.

‘Neem je vouwfiets op en wandel’, zei de vriendelijke eigenaar van de oude, maar gezellige ijzerwarenwinkel in de Amsterdamse wijk Transvaal tegen me, wijzend op mijn oude vouwfiets die ik in gevouwen toestand in mijn hand had. Ik lachte terug en vroeg hem of hij wist wat het originele citaat was. Hij schudde ontkennend zijn hoofd. Ik vertelde het hem en vroeg of hij wist wie dat ooit heeft gezegd. Er ontspon zich een ontspannen gesprek over Jezus, geloof en mijn zoektocht naar het effect van het evangelie op straat, ver buiten de kerkmuren. De man wreef eens over zijn kin en zei: ‘Dus als ik het goed begrijp ben je een soort buurtdominee’. Ik knikte verrast en bevestigend. Vanaf die dag was ik de buurtdominee van Amsterdam-Transvaal, een oude wijk waar geen kerkelijke presentie is.

Een enorme honger om thuis te komen, hun levensverhaal in een groter verhaal

Een kerk voor niet-kerkelijken

Mijn zoektocht naar het effect van het evangelie buiten de kerkmuren was een aantal jaren daarvoor begonnen. Onze kerk had een gebedswinkel geopend in het centrum van de stad en daar ontmoetten we onze stadsgenoten in een oud winkelpand. We leerden het preken af en begonnen te luisteren naar de mensen die onze winkel of ons terras bezochten. Een leerzame tijd waar we als gemeente al snel leerden dat we niet als vanzelfsprekend van onze gasten hielden. Het kostte ons soms echt moeite en dat bracht een hernieuwd gebedsleven voort.

Maar een gebedswinkel heeft best een kerkelijke uitstraling en ik wilde graag wat verder de kerk uit om mijn experiment voort te zetten. Zo begon ik naast mijn fulltimebaan in de kerk een ‘kerk voor nietkerkelijken’ – een soort vegetarische slager op het gebied van spiritualiteit. Ik had het geluk dat ik mijn idee mocht introduceren in het theater van Woerden tijdens een zogenaamde Pecha Kucha avond (een bepaalde presentatietechniek), waar ik uitlegde dat, hoewel mensen minder kerks zijn geworden, zij wel degelijk spiritueel zijn.

Een nieuw experiment begon:
‘De Werkelijkheid – kerk voor niet-kerkelijken’.

Dankzij de introductie in het theater en een artikel in Trouw was er vanaf de eerste dag een groep mensen die ik uitlegde dat ik als dominee het narratief (verhaal) van de Bijbel zou gebruiken, maar dat ik openstond voor een ander spiritueel narratief, omdat ik mensen echt wilde ontmoeten en hen niet mijn visie wilde opdringen. Verrassend genoeg heeft nooit iemand een ander narratief ingebracht en ik leerde dat mensen een enorme honger hebben naar een plek om thuis te komen, en waar zij hun levensverhaal in een groter verhaal kunnen plaatsen.

Kerk voor niet-kerkelijken – een soort vegetarische slager op het gebied van spiritualiteit

De kerk voor niet-kerkelijken werd kerkelijker dan ik dacht, in die zin dat de persoon van Jezus heel centraal kwam te staan zonder de obstakels die de kerk als instituut nogal eens kan zijn. Na 2 jaar kwam er een natuurlijk einde aan onze bijeenkomsten. Sommige mensen bleven toeschouwers, maar anderen sloten zich aan bij een ‘echte’ kerk.

Dat was het moment om te ontdekken of deze open houding ook in Amsterdam mensen bij elkaar zou kunnen brengen. Maandenlang zwierf ik op mijn vrije dag door de hoofdstad om te zoeken naar een plek waar ik zou kunnen starten, zonder andere kerkelijke initiatieven in de weg te zitten. Het werd de wijk Transvaal en zo’n 2,5 jaar was ik buurtdominee in een buurtcentrum in de wijk.

God is er allang

Ik ontmoette daar veel mensen die op zoek waren naar richting in hun leven. Voor hen was ik de buurtdominee, een ambtelijke term die gek genoeg perfect aansloot bij de behoefte van de mensen die me bezochten. Ik preekte niet, hield geen kerkdiensten of collectes, maar verbond me eenvoudigweg met het buurtcentrum. De grootste les die ik in Amsterdam leerde, was dat God er allang was en helemaal niet zat te wachten op mijn activiteiten of activisme. Hij leek me uit te nodigen om te kijken waar Hij mee bezig is en gewoon daarbij aan te sluiten. En dat zorgde ervoor dat ik heel bijzondere ontmoetingen had.

De buurtheks

De eerste die gebruik maakte van mijn aanwezigheid in het buurtcentrum was de buurtheks. Nou ja, een échte heks was het niet – maar zo werd Sandra (niet haar echte naam) genoemd door de kinderen uit de buurt. Niet omdat ze zich verplaatst op een bezemsteel of aan wicca deed, maar vanwege haar opvallende kledingkeuze en haar verzamelwoede. Ze vroeg me of ik tijd had om naar haar levensverhaal te luisteren. Dat had ik en Sandra begon te vertellen over haar moeizame leven, waar veel dromen uit elkaar waren gespat. Haar twee gewelddadige huwelijken en haar vertrouwen op…God. Want van Hem daarboven had ze een hoge pet op. Na twee uur was het verhaal uit en ze bedankte me hartelijk. Nooit was er iemand in haar leven geweest die haar zonder onderbreking aanhoorde.

Want van Hem daarboven had ze een hoge pet op

Een week later vroeg ik haar of ik haar een bijbeltekst mocht voorlezen. Ik was bezig met de preek voor zondag, maar wilde graag haar mening horen. We lazen de geschiedenis van de man met de vergroeide hand uit het Marcusevangelie. Sandra vroeg honderduit over de meest kleine details in het verhaal. Het hielp me enorm in mijn preekvoorbereiding en ik bedankte haar hartelijk. Opeens stak ze haar handen naar voren en zei: ‘Ik heb vergroeide handen – na al die jaren van spanning zijn ze vergroeid en ik kan niemand fatsoenlijk een hand geven’.

In stilte dankte ik God die zo onverwacht gebruik maakte van dit bijbelverhaal om twee mensen dichter bij elkaar te brengen. Een buurtdominee en een buurtheks – gewoon in een oude achterstandswijk in Amsterdam-Oost.

Vertrouwen

Iedere maandag was ik aanwezig in het buurtcentrum en draaide ik mee met de activiteiten die er waren. Het winkeltje met tweedehandskleding, de kleurclub voor volwassenen, het houtsnijwerk in het atelier en de taallessen voor Marokkaanse oma’s.

Heel weinig mensen die het buurtcentrum bezochten, hadden ooit een dominee in het wild gezien. En al helemaal geen dominee die in de zomer gewoon in korte broek binnenstapte. Langzamerhand groeide er vertrouwen en begonnen mensen me vragen te stellen. Als ik op maandagmorgen binnenstapte, vroeg een Palestijnse moslima steevast waar ik die zondag over gepreekt had en onder de koffie vertelde ik dat. Ik kwam meestal niet verder dan een paar inleidende zinnen, want dan werd ik al onderbroken door tientallen vragen.

Omdat ik merkte dat niet iedereen zijn ei kwijt kon in de groepsgesprekken onder de koffie, besloot ik een spreekuur te starten, zodat mensen die hun verhaal kwijt wilden daar ruimte voor kregen. Ondanks dat een spreekuur nogal saai klinkt, was het dat nooit.

Zo werd me eens gevraagd of ik dromen kon uitleggen, op een ander moment of ik kon helpen met een bepaalde verslaving, of spraken we over het verdriet en de pijn van de vele buurtbewoners. Het was een vruchtbare tijd, waar ik voor veel mensen de eerste was die met hen sprak over hun diepste emoties. Na 2,5 jaar werd het pand gerenoveerd en stopte het werk, bij gebrek aan een nieuw onderkomen voor het buurtcentrum.

Neem de tijd om een wijk te leren kennen

In de jaren dat ik pionier buiten de kerk was, heb ik ontdekt hoe eenvoudig het eigenlijk is om verbinding te maken. Als gelovigen lopen we het risico dat we heel graag een boodschap kwijt willen, waardoor de nadruk op onze activiteit komt te liggen en niet op de mensen waar we contact mee hebben. Mijn advies is dan ook om minder te zenden en meer te luisteren.

Als gelovigen lopen we het risico dat we heel graag een boodschap kwijt willen

Pas als de ander ruimte geeft, is er gelegenheid tot een diepgaand (geloofs)gesprek. Die ander wil in de eerste plaats gezien worden als mens, net als jij en ik.

Het kost veel tijd van inactief zijn om een wijk te leren kennen. In die fase is observeren erg belangrijk.

Vier dingen waren voor mij heel erg nuttig:

1. Verplaats je traag door de wijk.

Kijk om je heen, maak een praatje. Je zult verbaasd staan over de informatie die je dan meekrijgt. Waar worstelen de mensen achter de voordeuren in jouw wijk mee? En zou je hen kunnen dienen om hen, en daardoor je straat, je wijk, je stad tot bloei te brengen? Wat is de theologie van je wijk? Zijn er gemeenschappelijke dromen of juist zorgen? Waar verlangen de mensen naar? Wandel zoveel mogelijk, zodat je de rust hebt om echt goed te kijken en te luisteren.

Wees geen jachtige buurtbewoner die haastig van A naar B gaat.

2. Word een stamgast.

Bezoek steeds dezelfde winkel, café of sportclub.

Leer de mensen kennen, zodat ze jou ook kunnen leren kennen en vertrouwen. Dat maakt het veel eenvoudiger om een inhoudelijk gesprek te starten. Dat kan overal. Ik doe dat in de kerk, in de snackbar, op de voetbalclub en in de trein.

3. Ga werken bij een algemene vrijwilligersorganisatie.

Mijn werk in het kernteam van het buurtcentrum zorgde ervoor dat ik heel snel op de hoogte was van de dynamiek van de wijk. Sluit je aan bij de voedselbank, word vrijwilliger op de tennisclub of neem deel aan een maatjesproject. Je zult snel leren wat er zich precies afspeelt in je wijk.

4. Praat met God.

Lopend door de straten van mijn stad praat ik met God. Wat ziet Hij wat ik niet zie? Waar zie ik Zijn voetstappen? Dat helpt enorm om je wijk te leren zien vanuit Gods perspectief.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken