Het goede leven
Na schooltijd gaan Kim en Manouk naar Manouks huis. Manouks oma is er ook. ‘Hoe was jouw zomervakantie?’ vraagt Manouks moeder aan Kim.‘Heel leuk!’ zegt Kim. ‘Waar zijn jullie geweest?’ vraagt Manouks oma. ‘Nergens. Door corona konden we niet naar Engeland. En in Nederland was alles al vol.’ ‘Vorig jaar zijn we naar Portugal geweest met het vliegtuig’, zegt Manouk. ‘Dit jaar niks! Ik verveelde me suf.’
‘Daar was ik ook bang voor,’ zegt Kim. ‘Maar het was de leukste vakantie ooit.’ ‘Hoe kan dat nou?’ vraagt Manouk. ‘We hebben de tent in de tuin opgezet. Daar sliepen we elke nacht. Mijn broertje en ik hebben niet één keer ruzie gehad. En soms mocht de sproeier aan, net alsof het regende. En papa haalde zijn sterrenkijker van zolder en we konden de maan van heel dichtbij zien. En we mochten zelf koken en taarten bakken!’ ‘Wat leuk!’ zegt Manouks oma.
‘We fietsten elke dag ergens heen om te picknicken. Eén keer zijn we helemaal naar de zee gefietst. Het was al donker toen we terugkwamen. De leukste middag was bij de parkeerplaats van de Ikea.’
‘Echt?’ Manouk lacht. ‘Hoe kan het leuk zijn op een parkeerplaats?’
‘Daar waren hele aardige mensen met kinderen. We hebben heel lang in het weiland ernaast gevoetbald en zij haalden later Zweedse balletjes voor ons. Ze zijn ook bij ons komen barbecuen.’ ‘Mam, gaan wij volgend jaar ook in de tuin kamperen?’ vraagt Manouk. Manouks moeder lacht.
‘Ik ga nooit op vakantie,’ zegt de oma van Manouk. ‘Ik heb thuis alles wat ik wil. Mijn tuin, een boek, de kippen. En als iedereen weg is, is het ook nog eens heel rustig. Het goede leven is vaak veel dichterbij dan je denkt.’
‘Mag ik volgend jaar bij jullie in de tuin kamperen?’ vraagt Manouk. ‘Tuurlijk!’

Beeld en tekst: Iris Boter, schrijver en illustrator (zie www.irisboter.nl).