Menu

Premium

Het kan me niks schelen

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Matteüs 6,24-34

Een meisje, dat Kaatje heet, vindt zichzelf zo lelijk, dat ze een hekel aan zichzelf heeft. Kan dat? Ja, dat kan. Ze heeft lelijk haar, vindt ze. Ze denkt dat ze dode punten heeft en die knipt ze eruit, zodat het haar heel plukkig wordt. Ze is er de hele dag mee bezig. Ze heet eigenlijk Katharina, maar dat vindt ze zo’n lelijke naam dat ze dan maar liever Kaatje wordt genoemd.

En er is een jongen, die Kootje heet. Die is zo slordig dat het niet leuk meer is. Niemand wil meer vriendjes met hem zijn. Zulke vieze kleren en hij poetst nooit zijn tanden. Altijd vergeet hij zijn spullen op school. Hij maakt het verkeerde huiswerk, hij is altijd te laat. Laatst had hij twee verschillende sokken aan.

Kaatje en Kootje. De kinderen beginnen al te lachen als er over hen gepraat wordt.

Waarom doen hun ouders niets? De moeder van Kaatje is wanhopig. Kon ze Kaatje maar ruilen tegen een leuk dochtertje. De moeder van Kootje klaagt altijd bij iedereen: ‘Wil jij hem niet een tijdje lenen?’

De moeders treffen elkaar bij de kassa van de Plus, ze hebben boodschappen gedaan voor het eten. Altijd moeilijk. Kaatje lust niks. Kootje eet zo vies! ‘Had ik maar zo’n zoon.’ ‘Was mijn dochter maar zo!’ Ze kijken elkaar aan en moeten opeens lachen. ‘Ja maar, nee, maar echt. Ik maak me zorgen.’ ‘Ik ook, de hele tijd, je moest eens weten.’

Twee moeders die zich heel erg zorgen maken. Tegen elkaar zeggen ze: ‘Moet je niet doen. Maak je geen zorgen. Het komt wel goed. Zo’n kind als jij hebt zou ik wel willen hebben.’

En dus proberen ze dat: zich minder zorgen maken en zich niet zo ergeren. En verdraaid, het is of Kaatje en Kootje het merken. Ze worden langzaam, heel langzaam een beetje liever.

Wat moet je doen als kinderen zo vervelend zijn? Naar boven sturen? Straf geven? Hoe ga je dat doen als je zelf lastige kinderen krijgt?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken