Menu

None

Het Magnificat

Interpretatie-Logo180

Willien van Wieringen

Lucas 1:46-55

Een bijbeltekst valt op vele manieren te benaderen: synchroon, diachroon, literair, contextueel, menswetenschappelijk enzovoort. In deze rubriek wordt een tekst langs twee wegen benaderd. Dit loopt uit op een vraag en de lezer kan tot een maand na verschijnen van dit nummer reageren op www.interpretatie.nl. Dit loopt uit op een vraag waarop de lezer kan tot een maand na verschijnen van dit nummer kan reageren. De auteur zal ingaan op de reacties.

In deze bijdrage wordt het Magnificat, het lied van Maria (Luc. 1:46-55) gelezen vanuit het perspectief van de bevrijdingstheologie en via de methode van de intertekstualiteit.

Bevrijdingstheologie: heersers stoot hij van hun troon

Op de vraag of de bevrijdingstheologie gevaarlijk is, antwoordt hij onomwonden: ‘Ja, zij is gevaarlijk voor de rijken en een weldaad voor de armen, juist zoals het Magnificat en de Zaligsprekingen van Lucas.’

Mgr. Jacques Gaillot citeert hier een priester-arbeider uit Zuid-Amerika. Een manier van lezen in één zin gevangen. De Bijbel als politiek manifest. De bevrijdingstheologie maakte opgang in de jaren zeventig, vooral in Zuid-Amerika. Zij valt te scharen onder de contextuele benaderingswijzen: ‘De wijze waarop de lezer denkt en de vragen die hem bezighouden, beïnvloeden wezenlijk het verstaan van een tekst.’

De bevrijdingstheologie leest de Bijbel vanuit een specifiek perspectief, namelijk de positie van de armen. De uitgangspositie luidt: God is aanwezig in de geschiedenis van zijn volk om het te redden en hij is daarmee een god van de armen en onderdrukten.

Het Magnificat wordt vaak in verband gebracht met bevrijdingstheologie. De verzen 51-54 zijn hierbij van centrale betekenis:

51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52 heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
54 Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:

De bijbelse context speelt een rol bij de bevrijdingstheologische interpretatie. In het geval van het Magnificat wordt het lied (ook nog eens) gezongen door een vrouw in een situatie die vanuit een bepaald perspectief benard is te noemen (jong, zwanger, ongetrouwd). Zij gaat in haar kracht staan en zingt een loflied op God en haar situatie.
Bij deze manier van lezen herkent de lezer/es in de bijbeltekst een situatie die als onrechtvaardig wordt begrepen, en vindt in die tekst de hoop en verwachting dat God reddend ingrijpt. De woorden worden bijna een-op-een geactualiseerd in de betekenisgeving. De feministische school verwoordt het als volgt:

Het punt is niet dat het meisje dat het Magnificat uitspreekt laag, nederig en onbekend is in vergelijking tot de machtige God. Nee, het is dat God haar ‘vernedering’ heeft gezien (1:48) en haar en het kind heeft ‘geholpen’ (1:54). Maria verkondigt als de profetes der armen. Zij vertegenwoordigt hun hoop, als een vrouw die heeft geleden en is gerechtvaardigd.

Intertekstualiteit: twee lofliederen

Een andere benadering van het Magnificat loopt via het loflied van Hanna (1 Sam. 2:1-10): intertekstualiteit. Deze term is geïntroduceerd door de filosofe Julia Kristeva en komt van intertexere, invlechten, met iets doorweven. Intertekstualiteit gaat uit van een netwerk van teksten. In de zuiverste vorm betreft intertekstualiteit een citaat, maar het kan ook een parafrase zijn. Bij het onderzoeken van de tekstuele relaties ligt de aandacht niet zozeer bij de overeenkomsten, als wel bij de verschillen.

In het geval van de lofliederen van Hanna en Maria hebben we te maken met respectievelijk een oudtestamentische en een nieuwtestamentische tekst. Het loflied van Hanna is dus ouder dan dat van Maria. Hiermee ligt een mogelijke tekstuele afhankelijkheid bij het lied van Maria, en niet bij dat van Hanna.

De liederen vertonen een aantal overeenkomsten. Een zwangere vrouw zingt dat haar ziel Gods lof prijst, en geeft zijn goede werken aan, die er onder andere uit bestaan dat hij de wereld op zijn kop zet en de huidige situatie van de vrouw omkeert ten goede.

Nu juicht mijn hart dankzij JHWH,
fier heft mijn hoofd zich op, dankzij JHWH,
mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,
want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.
1 Samuël 2:1

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Lucas 1:46b-49

Een verschil zit in de situatie van degene die zingt. Hanna heeft haar kind afgesmeekt van JHWH, ze was in een ongelijke strijd met Peninna gewikkeld en JHWH heeft haar gebed verhoord door een zwangerschap te schenken (later schenkt zij op haar beurt haar boreling weer aan JHWH). Maria daarentegen was in geen enkele strijd verwikkeld. Zij was maagd, had nog geen man gekend en had nergens om gevraagd. Haar situatie is wezenlijk anders dan die van Hanna.

Die genoeg hadden, verkopen zich voor brood,
en wie hongerden zijn verzadigd.
De onvruchtbare baart zeven zonen,
en wie veel kinderen heeft, verwelkt.
1 Samuël 2:5

Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Lucas 1:48b-49

Verder is de taal die Hanna bezigt soldatesker, strijdvaardiger. Dat lijkt aan te sluiten bij de de scherpe rivaliteit tussen Peninna en haar. Maria bezigt woorden met een andere, mildere kleur:

wie het opneemt tegen JHWH wordt gebroken,
vanuit de hemel dondert hij hun toe.
1 Samuël 2:10

heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Lucas 1:52

Slotopmerking

Conclusie na deze zeer korte exercitie: de bevrijdingstheologie interpreteert het Magnificat als een actueel en politiek geladen lied van bevrijding door God. Intertekstualiteit laat zien dat de het lied van Hanna ingekort en verzacht lijkt te zijn. Het oudtestamentische overwinningslied van de onvruchtbare en gepijnigde Hanna is bij Lucas ontdaan van zijn scherpe soldatenranden en is het danklied geworden van een vrouw aan wie ongevraagd een wonder is geschied.

Denk mee

Zijn het perspectief van de bevrijdingstheologie en de methode intertekstualiteit gezamenlijk vruchtbaar te maken bij het exegetiseren van het Magnificat?
Geef hieronder uw reactie.


1. Brief van Jacques Gaillot, 1 februari 1999. http://www.partenia.org/partenia_1996_2006/nl/l_9902nl.htm.
Pauselijke Bijbelcommissie, De interpretatie van de bijbel in de kerk, Kerkelijke Documentatie 1-2-1, 22, 3, (1994). Zie ook http://www.stucom.nl/document/0317.pdf, 23 ev. Feministische theologie (tegenwoordig ‘theologie vanuit genderperspectief’) is een verbijzondering van de bevrijdingstheologie. Bij het exegetiseren ligt de aandacht bij het vrouwelijk personage in haar onderdrukte positie.
2. J. Schaberg, Lucas, in: C.A. Newson, S.H. Ringe (red.), Met eigen ogen. Commentaar op de bijbel vanuit het perspectief van vrouwen, Zoetermeer: Meinema 1995, 350-370, bijz. 361.
3. Wim Weren, Het venster van de intertekstualiteit, in: Vensters op het Evangelie. Methoden en uitleg van de evangeliën, Zoetermeer: Meinema 1999, 149-192, bijz. 149-151.

Dr. W.C.G. van Wieringen is docent Oude Testament en Hebreeuws aan de Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing te Utrecht, gastonderzoeker aan de Faculteit Katholieke Theologie (UvT) en redactielid van Interpretatie.

Vensters op Jezus

Vensters op Jezus - Wim Weren

Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Onder die vier namen circuleren al ruim negentien eeuwen vier verhalen over de ene Jezus. Wanneer we deze geschriften lezen, kijken we mee door de ogen van de evangelisten. Elk van hen tekent een eigen portret van Jezus. Ze geven zijn leven en dood weer vanuit een eigen gezichtshoek, een eigen optiek. De evangeliën kunnen ook zelf weer vanuit vier verschillende methodische invalshoeken bekeken worden.
De auteur tracht lezers te activeren om zelf op ontdekkingstocht te gaan. Dit boek is bedoeld voor studenten uit het hoger onderwijs, voor pastores en catecheten en voor hen die zich in bijbelgroepen en leerhuizen scholen in een beter verstaan van de evangeliën.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Passage van de Heer

De instelling van het Pascha volgens Exodus 12 vormt de introductie op het grote verhaal van de uittocht. Deze instelling wordt gesitueerd tussen de aankondiging (11,1) en het ten uitvoer brengen van de tiende plaag (12:29). Nog voordat God de bevrijding van zijn volk uit Egypte van start laat gaan, vindt er een ‘religieuze anticipatie’ op dit heilsgebeuren plaats. Men kan er ten minste twee tijdsdimensies in onderkennen: een van onvoltooid verleden tijd én een van toekomende tijd. Zo wordt de viering van het Pascha een ‘heilshistorisch knooppunt’ in de tijd.

Nieuwe boeken