Menu

Premium

Hoe het begon

Bij Hebreeën 1,1-12 en Johannes 1,1-14

Verhaal

Kleine Jessy vraagt aan haar papa Johan: ‘Wie was er voor jou?’

‘Nou, wat denk je? Opa en oma natuurlijk.’

‘Ja, maar voor opa en oma?’

‘Toen waren míjn opa en oma er!’

‘Ja, maar voor alle opa’s en oma’s?’

‘Toen waren er dinosaurussen.’

‘Ja, maar voor de dinosaurussen?’

‘Toen waren er bacteriën, denk ik,’ zegt papa Johan.

‘En voor die bakketeren, wat was er toen?’

‘Toen was er het land en de zee.’

‘En wat was er voor het land en de zee?’

‘De aarde en de maan en de zon en de sterren.’

‘En voor de maan en de zon en de aarde en de sterren?’

‘Ja, toen was er misschien een groot licht.’

‘Maar wie wist dan dat dat ‘groot licht’ heette? En wie wist dat de maan de maan was en de zon de zon en de zee de zee en de bakketeren de bakketeren?’

‘Bacteriën heten ze. Ja, daar heb je mensen voor nodig. Die kunnen dingen een naam geven. Zo is de zon de zon geworden en de maan de maan en de aarde de aarde en de mens de mens.’

‘O,’ zegt Jessy peinzend. ‘Dus het begint met een naam. Dat je eerst de naam van de zon weet. Dat zon een woord is. Dan weet je pas dat de zon de zon is.’

‘Ja,’ zegt papa Johan, ‘dat heb je goed bedacht: eerst is er een woord. Als je weet wat een mens is, dan is er opeens een mens. Als je weet wat een Jessy is, dan weet je dat jij het bent.’

‘Maar hoe wist ik het dan zelf, dat ik Jessy was?’

‘Nou, ik heb heel hard op mijn vingers gefloten en heel hard geroepen: Jessy! En toen kwam je, als baby. En blij dat we waren!’

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Passage van de Heer

De instelling van het Pascha volgens Exodus 12 vormt de introductie op het grote verhaal van de uittocht. Deze instelling wordt gesitueerd tussen de aankondiging (11,1) en het ten uitvoer brengen van de tiende plaag (12:29). Nog voordat God de bevrijding van zijn volk uit Egypte van start laat gaan, vindt er een ‘religieuze anticipatie’ op dit heilsgebeuren plaats. Men kan er ten minste twee tijdsdimensies in onderkennen: een van onvoltooid verleden tijd én een van toekomende tijd. Zo wordt de viering van het Pascha een ‘heilshistorisch knooppunt’ in de tijd.

Nieuwe boeken