Menu

Basis

Hoe overleef ik moeilijke mensen? – Energieverslinders

Energieverslinders (en andere moeilijke mensen zoals grensoverschrijders, praatjesmakers en negatievelingen) bedoelen het niet slecht. Toch kunnen ze ons het leven zuur maken, energie uit ons zuigen en het uiterste van ons vergen. Hoe kunnen we ons daartegen effectief beschermen? Hoe kunnen we met hen omgaan? En, als het even kan, zonder zelf een moeilijk mens te worden?

Energieverslinders zijn kinderen in het lichaam van een volwassene. Het leven jaagt hen angst aan. Ze twijfelen aan zichzelf en aan hun eigen beslissingen. Mislukkingen en frustraties grijpen hen aan. Ook als het in hun nadeel werkt, volgen ze impulsief hun gevoel. Eigenlijk hebben ze nog steeds ouders nodig die hen door het leven begeleiden. Daarom nemen anderen vaak verantwoordelijkheid voor energieverslinders. Maar wie een volwassene bemoedert, neemt te veel hooi op zijn vork en verbruikt zijn eigen energie. Dat blijkt wel uit de volgende voorbeelden.

Eveline praat en praat maar: ‘Zal ik nu weer gaan werken of niet? Thuis komen de muren op me af. Maar krijg ik de andere dingen dan nog wel voor elkaar als ik weer ga werken?’ Hoe langer Anke luistert, hoe gespannener ze wordt. Ze leunt op haar elleboog en masseert haar pijnlijke nek. Ze heeft al tot vervelens toe met Eveline over dit onderwerp gepraat. Maar Eveline komt gewoon geen stap verder.

*

Stefan is groepsleider in een huis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Zijn collega Ruth bezorgt hem meer hoofdbrekens dan de jongens in zijn groep. Als zich een probleem voordoet, wil Ruth dat net zo lang met Stefan bespreken tot er een oplossing is gevonden. Dat kost veel tijd, die Stefan voor andere taken nodig heeft. Bovendien eist Ruth strenge regels en sancties als de jongens zich tegenover haar niet gepast gedragen. Maar Stefan kan Ruth niet voor elk probleem een oplossing voorkauwen, en ook wil hij niet de rol van strenge vader spelen die de kinderen ter verantwoording roept als hun moeder niet met hen overweg kan. Ook met andere collega’s werkt Ruth niet zelfstandig. Wanneer het team bijvoorbeeld een bijscholing volgt, heeft Ruth in de pauzes vaak geen idee wat ze moet doen. Ze kijkt Stefan dan vragend aan, zodat hij zich verplicht voelt om naar haar toe te gaan en even met haar te praten.

*

Bestuursvergadering van een plaatselijke afdeling van de socialistische partij. Een van de onderwerpen is Falco. Hij bruist van de ideeën en houdt de vergaderingen op met onuitgewerkte voorstellen. Ook tijdens discussies flapt hij eruit wat hem op dat moment te binnen schiet. De kwaliteit van zijn bijdragen loopt uiteen van interessante ideeën tot klinkklare onzin. De reacties op zijn bijdragen beginnen dan ook vaak met: ‘Denk toch eens na…’ of ‘Zie je dan niet dat…’ Maar zelfs het ogenrollen van geïrriteerde bestuursleden heeft geen remmende werking op Falco’s plezier om zijn ideeën in te brengen. ‘Dan moet iemand hem maar eens op zijn gedrag aanspreken,’ stelt de secretaris voor. ‘Misschien is hij zich er niet zo van bewust.’ ‘Dat heb ik allang gedaan,’ verzucht de voorzitter. ‘Eerst reageerde Falco heel verward, daarna verontschuldigde hij zich overdreven en toen zei hij dat iedereen toch zijn mening mag uiten. Het leek niet helemaal door te dringen. De vergadering erna was Falco zo rustig, dat ik me al ging afvragen of dat gesprek wel goed was verlopen. Maar de volgende vergadering was hij alweer helemaal de oude.’

Hoe verschillend Eveline, Ruth en Falco ook zijn, één ding hebben ze gemeen: ze staan hulpeloos tegenover de eisen van het leven en volgen hun impulsen op zo’n manier dat anderen moeten ingrijpen. Ze missen het verantwoordelijkheidsgevoel dat volwassenen nodig hebben om hun behoeften in overeenstemming te brengen met de verwachtingen van hun omgeving.

Energieverslinders leven in tweestrijd. Ze denken en voelen op een kinderlijke manier, maar qua leeftijd zijn ze volwassen. Enerzijds willen ze graag surrogaatouders, maar anderzijds willen ze ook serieus genomen worden en zelf over hun leven kunnen beslissen. Een dilemma. Dit leidt tot een tweeslachtige wens om hulp die deze zegswijze treffend beschrijft: was me, maar maak me niet nat. In psychologische vaktaal worden mensen met deze ambivalentie wel help rejecting complainers genoemd, wat zoveel betekent als: klagers die hulp afwijzen.

In het contact met energieverslinders voel je deze ambivalentie. Menselijke communicatie verloopt via zo veel kanalen, dat er gemakkelijk dubbele boodschappen kunnen worden uitgezonden. Een stem kan wanhoop uitdrukken, terwijl die emotie niet uit de gekozen woorden blijkt. Omgekeerd kunnen alarmerende woorden op een neutrale toon worden uitgesproken, net zoals nieuwslezers dat doen. Goede verstaanders weten dan niet op welke van de twee boodschappen ze moeten reageren. Wie langere tijd bij energieverslinders in de buurt is, voelt de opgestuwde energie in de vorm van spanning. Wie aanleg heeft voor rugpijn, hoofdpijn, slaapstoornissen of andere psychosomatische klachten kan de spanning zelfs aan zijn eigen symptomen aflezen.

Zodra energieverslinders in een groep terechtkomen – in een team, een kerkgemeenschap of een vriendenkring – wordt een onbewuste radar geactiveerd. Aan de hand van hun waarnemingen delen energieverslinders andere mensen in drie groepen in: minder sterke mensen hebben genoeg aan hun eigen problemen en komen niet in aanmerking voor een moeder- of vaderrol. Mensen die wat harder zijn negeren kinderlijke signalen. Energieverslinders kunnen niet tegen hen op en daarom vallen ze definitief af als referentiepersoon. Dan blijft de groep sociale mensen over. Dat zijn mensen met een rijpe persoonlijkheid die hun leven op orde hebben en hun eigen behoeften opzij kunnen zetten als de situatie daarom vraagt. Ze zijn ontvankelijk voor de kinderlijke signalen die energieverslinders uitzenden. Ze verdragen frustratie en zetten zich ook in zonder dat hun inspanningen worden beloond. Energieverslinders knopen dus contacten aan met sociale mensen, vaak met meerdere tegelijk, want kinderlijke behoeften zijn er dag en nacht. Dat kost vaak veel energie. Als die ‘hulpverleners’ er bij toeval achter komen hoeveel surrogaatouders zich eigenlijk met hun probleemkind bezighouden, schrikken ze.

Van een afstand bekeken

Gelukkig bestaat het leven niet alleen uit verplichtingen en problemen. Pauzes, een vakantieperiode of vrije tijd openen speelruimtes om je kinderlijk te kunnen gedragen. Hier beleven energieverslinders hun beste momenten. Je kunt heerlijk gek met hen doen. En omdat ze gevoelig zijn, hebben ze bovendien vaak een groot inlevingsvermogen ontwikkeld. Ze gaan zorgzaam en creatief met anderen om, vooral op vrolijke momenten.

Ook in een heel ander opzicht kunnen er positieve impulsen van energieverslinders uitgaan. Deze zijn vergelijkbaar met de uitdagingen van een gezin dat de zorg voor een gehandicapt kind heeft. Als een gezin zo’n uitdaging accepteert en aankan, komen veel menselijke kwaliteiten op een bijzondere manier tot ontplooiing: begrip, geduld, warmte, humor, aanvaarding van de zwakke punten van henzelf en die van anderen. Soortgelijke kwaliteiten kunnen ook bij energieverslinders naar boven komen wanneer een team positief op hun behoeften reageert. Met begrip voor hun zwakke kanten en behoefte aan bescherming mag één facet niet worden verdoezeld: ze kunnen op een uitputtende en veeleisende manier beslag leggen op de tijd, energie en aandacht van een ander. De geroofde energie is dan niet beschikbaar voor andere zaken. Sociaal ingestelde mensen investeren soms tijd in hen die ze eigenlijk nodig hebben voor hun eigen ontspanning. Belangrijke taken blijven liggen. De partner, vrienden en/of collega’s beklagen zich erover dat ze tekortkomen of reageren jaloers op de energieverslinders.

Energieverslinders komen vaak in verzorgende beroepen terecht. Want in de welzijns- en gezondheidszorg heerst meestal een zorgzaam en begripvol klimaat. Als ze een sociaal beroep uitoefenen, komt het soms tot een rampzalige omkeer van rollen. Patiënten vertellen me regelmatig dat andere psychotherapeuten het vaak over zichzelf hadden en hun eigen problemen in het gesprek inbrachten. Bewoners van een verzorgingshuis gaan liefdevol om met een bejaardenverzorger die last heeft van werkstress. Verslaafden doen tegenover hun hulpverlener alsof het beter met hen gaat omdat de hulpverlener nogal somber lijkt en ze het hem niet aan willen doen te vertellen hoe het echt met hen gaat. Als mensen in hulpverlenende beroepen meer zorg nodig hebben dan degenen die ze geacht worden te helpen, is dat natuurlijk een ernstige situatie.

Al lijken de kinderlijke behoeften van een volwassenen misschien nog zo onschuldig, toch kunnen ze aanzienlijke problemen veroorzaken.

Valse hoop, echte kansen

In onze omgangstaal is een paar jaar geleden het woord gutmensch (‘politiek correct persoon’ met een wat negatieve klank) ingeburgerd geraakt.[1] Deze woordschepping bevat een nuttig inzicht: je kunt het goed willen doen ook overdrijven. Niemand zou Moeder Teresa of Albert Schweitzer voor een gutmensch uitmaken. Dit woord heeft eerder betrekking op mensen die hun uiterste best doen om als goed mens over te komen. Wie deze ambitie bij zichzelf ontdekt, moet oppassen, want in de omgang met energieverslinders kan het een valkuil worden. In dat geval is het belangrijk om ook eens asociaal, ontoegeeflijk of egoïstisch te durven zijn. Energieverslinders geven anderen het gevoel dat ze slecht zijn als ze niet op hun behoeften ingaan. Niemand hoeft te bewijzen dat hij een goed mens is. Wie die druk ervaart, is een gemakkelijke prooi voor energieverslinders.

Maar niet alleen zorgzame typen komen met energieverslinders in de problemen. Afstandelijke mensen reageren nauwelijks op emotionele signalen van anderen. Daardoor negeren ze ook de kinderlijke behoeften van energieverslinders, die zich afgewezen voelen en met verwijten komen. Energieverslinders hebben kritiek op de stijl van leidinggeven en de arbeidsvoorwaarden van hun leidinggevenden. Ook afstandelijke collega’s maken ze verwijten. Ze bekritiseren hun manier van communiceren, hun werkwijze, of rekenen hun kleine fouten aan. In feite gaat het daar allemaal niet om – energieverslinders geven op deze manier lucht aan hun gevoel dat ze tekortkomen. Eigenlijk vinden ze dat ze te weinig steun, empathie, bescherming en andere emotionele aandacht krijgen. Wie energieverslinders dus niet hun noodzakelijke minimum dosis aandacht geeft, ziet zich vaak met ontevredenheid geconfronteerd.

Daarom is het beter om twee wensen los te laten als je met energieverslinders omgaat: ten eerste de wens om je een goed mens te voelen, en ten tweede de wens om gespaard te blijven van de gevoelens en behoeften van anderen.

Energieverslinders met mate steunen

Deze mensen gedragen zich dus kinderlijk. In die zin lijkt de omgang met hen op het opvoeden van kinderen. Kinderen zijn kwetsbare wezens met behoefte aan bescherming. Daarom is het nooit goed om agressief op hun gedrag te reageren. Het is schadelijk en onnodig om hard te praten, te dreigen, kritiek te uiten en/of kwetsende ironische of spottende opmerkingen te maken. Er zijn betere manieren om op te voeden. In de volgende paragraaf stel ik strategieën voor die afkomstig zijn uit de pedagogiek, maar ook in sociale beroepen worden toegepast.

Begrensde ‘ouderlijke nazorg’

Datgene wat volwassen energieverslinders nu opeisen, ontbrak hen als kind: sturing, advies, ontheffing van verantwoordelijkheid, lof, bevestiging, geruststelling, houvast of hulp om hun eigen impulsen te beheersen. Dit type mens heeft een begrijpelijke behoefte om bepaalde vormen van emotionele aandacht in te halen. Door een beetje ‘ouderlijke nazorg’ (reparenting) wordt de relatie met hen ontspannener.

Contact Vaak staan en zitten energieverslinders er een beetje verloren bij. Aan hun blikken of de dingen die ze uit verlegenheid doen, zie je dat ze contact willen. Ze missen de vaardigheid om op anderen af te stappen. Als kinderen zich niet op hun gemak voelen of bang zijn, komen ze in een soortgelijke situatie terecht. Ze hebben dan een ander kind nodig dat op hen afstapt, of een volwassene die contact legt. Dat kun je volwassen kinderen ook geven: naar hen toe lopen, een gesprekje beginnen, vragen hoe het gaat, ze aan iemand voorstellen.

Daarbij is het belangrijk op te letten hoever je gaat. Misschien wil je niet je volledige middagpauze of een heel feestje met een energieverslinder doorbrengen. Als je je losmaakt, merk je mogelijk dat die persoon teleurgesteld is. Toch helpt jouw aandacht zo iemand. Misschien vat hij daardoor zelfs moed om zelf op iemand af te stappen.

Waardering Energieverslinders vragen soms op een irritante manier om waardering. Volwassenen laten niet blijken dat ze waardering of erkenning van anderen willen. Daarom reageren anderen vaak met een grapje of met een ontwijkend antwoord. ‘Ouderlijke nazorg’ betekent hier dat je een stukje tegemoet moet komen aan de kinderlijke behoefte aan waardering. In hun opleiding worden aankomende therapeuten erin getraind om ook dingen te prijzen die naar volwassen maatstaven nauwelijks prijzenswaardig zijn. ‘Selectief authentiek’ heet de toverformule die aangeeft hoe je dat kunt doen. Je hoeft niet te liegen, maar je kunt dingen die fout zijn gelopen tactvol negeren en je concentreren op dingen die wel goed zijn gegaan. Als een lezing inhoudelijk niet sterk was, kun je opmerken: ‘Ik vond de opbouw van je verhaal uitstekend.’ Door te zeggen: ‘De kleur van die jas staat je goed en je ziet er jong in uit,’ kun je ook waardering uitdrukken, al zou je die jas zelf op je veertigste niet meer dragen.

Energieverslinders zoeken kritiekloze bevestiging, net als kinderen. Toch moet je, als je bijvoorbeeld een idee niet goedvindt, hen af en toe teleurstellen om iets bij te stellen. Maar ook een nee kun je inbedden in een waarderende opmerking: ‘Je hebt een heel creatieve slogan bedacht. Voor een andere doelgroep vind ik hem fantastisch. Maar voor een technisch product als het onze zou ik een wat serieuzere toon aanslaan.’

Bevestiging Sommige energieverslinders hebben regelmatig een slecht geweten en zijn kritisch op zichzelf. Ze zoeken bij anderen morele steun en de geruststelling dat ze zich goed gedragen en dat ze een reëel beeld van het leven hebben. Datzelfde doen kinderen bij hun ouders. Ook volwassenen laten zich liefdevol geruststellen:

  • ‘In jouw plaats had ik dat precies zo gedaan.’
  • ‘Dat zie ik ook zo.’
  • ‘Dat kun je zo doen. Je bent nergens toe verplicht.’
  • ‘Maak je geen zorgen, wat kan je nou gebeuren?’

Ook als ze iets onverstandigs hebben gedaan, kun je de last van een slecht geweten verlichten:

  • ‘Mij is ongeveer hetzelfde overkomen.’
  • ‘Je had misschien op een andere manier kunnen reageren. Maar fouten zijn menselijk. Als je je excuses aanbiedt, moet de zaak toch uit de wereld zijn.’

Advies Bij het nemen van beslissingen zoeken energieverslinders vaak steun. Hun volwassen verstand heeft nagedacht over de opties, maar gevoelsmatig weten ze niet wat ze het beste kunnen doen. Is het goed om hen inderdaad advies te geven? Veel mensen willen die verantwoordelijkheid niet. Je kunt wel helpen om een beslissing te nemen, zonder de ander daarvoor de verantwoordelijkheid uit handen te nemen:

  • ‘Ik vind dat die blauwe jurk je het leukst staat.’
  • ‘Je hebt een gezin, dan zou ik een grotere auto kopen als ik jou was.’
  • ‘In jouw plaats zou ik meneer Donner niet direct zeggen wat ik ervan vind, maar een diplomatieke manier zoeken om hem dat duidelijk te maken.’

Als energieverslinders ergens nog niet helemaal zeker van zijn, kunnen ze door middel van dit soort vragen een beslissing nemen. Als ze dingen anders zien, blijven ze twijfelen en vragen ze anderen nog om advies. Toch is het goed voor de relatie om hen met richtinggevende opmerkingen te helpen, dan voelen ze zich in hun behoeften geaccepteerd.

Het effect van de ‘ouderlijke nazorg’ mag niet worden overschat. Het is een glas water in een dorstige periode, maar geen bron waar energieverslinders zelf uit kunnen putten. Toch kan een beetje aandacht hen helpen om zich in de situatie van dat moment gepast te gedragen.

In vele gevallen zal de hulp achterblijven bij wat ze willen en nodig hebben. Deze discrepantie geeft beide kanten stress.

Grenzen van aandacht aangeven

Heidi komt deze week al voor de vijfde keer bij Irina aanzetten. Ze staat wat ingezakt in de deurpost, glimlacht en vraagt: ‘Mag ik heel even…?’ Irina weet al wat Heidi wil. Ze zoekt houvast bij het nemen van beslissingen die enige eigen verantwoordelijkheid vereisen. Maar Irina wil niet steeds gestoord worden. Hoe moet ze reageren?

In dergelijke situaties geven mensen vaak reacties die je beter kunt vermijden. Geïrriteerde opmerkingen zijn kwetsend (‘Nee Heidi, nu niet!’). Opvoedkundige reacties (‘Zeg Heidi: je werkt toch al een jaar op onze afdeling. Zo’n beslissing moet je nu zelfstandig kunnen nemen’) zijn vernederend en vragen ondanks het defensieve karakter om uitleg en eindeloze excuses (‘Heidi, ik heb je deze week al twee keer iets uitgelegd en elke keer een half uur tijd voor je uitgetrokken…’).

Een strategie waarbij je je eigen grenzen aangeeft zonder kritiek te uiten, is diplomatiek en effectief. Je doet dat door bijvoorbeeld het volgende te zeggen:

  • ‘Sorry, Heidi. Ik moet me de rest van deze week een beetje afschermen, anders krijg ik mijn presentatie niet op tijd af.’
  • ‘Kan het tot volgende week wachten? Ik loop achter met mijn aanvragen.’
  • ‘Wat zou je ervan vinden als we ’s woensdags na de lunchpauze even tijd voor dit soort vragen maken? Als ik mijn werk nu onderbreek, duurt het een hele tijd voor ik er weer inzit.’

Als je je eigen grenzen op een diplomatieke manier aangeeft, accepteren energieverslinders dat meestal wel. Alleen in extreme gevallen blijven ze hardnekkig hulp vragen. Ongeruste energieverslinders bellen je dan bijvoorbeeld een paar keer per week op. Aandachtzoekende energieverslinders laten vergaderingen uitlopen door hun oeverloze bijdragen. Eenzame energieverslinders dringen zich bij bedrijven op. Energieverslinders weten eigenlijk wel dat hun gedrag niet gepast is. Maar toch kunnen ze hun kinderlijke behoeften niet beteugelen. Daar hebben ze hulp bij nodig.

Een van de effectiefste opvoedmethoden bestaat eruit logische consequenties aan ongewenst gedrag te verbinden. Een kind dat slaat, mag bijvoorbeeld een tijdje niet meespelen. Een kind dat zijn groente niet wil opeten, krijgt geen toetje. Mag je zulke methoden ook bij volwassenen gebruiken? Voor die gedachte schrikken we instinctief terug, maar ook in de omgang met moeilijke volwassenen zijn logische consequenties een beproefd middel. In de volgende voorbeelden heeft de aankondiging van logische consequenties geholpen:

  • ‘Ik zou het fijn vinden om één keer per week met elkaar te bellen. Als je me vaker belt, is dat te veel voor mij. Ik heb ook tijd nodig voor andere dingen. Kun je dat niet accepteren, dan moet ik een pauze in ons contact inlassen. Ik neem dan een maand lang niet meer op als je belt, en zal je ook niet terugbellen.’
  • ‘Je hoort al bij de groep gezellige collega’s en ik vind het leuk dat je erbij bent. Maar je praat zo uitvoerig over je problemen dat anderen helemaal niet meer aan het woord komen. We hebben het er in de groep al over gehad. We zouden graag willen dat je je verhalen iets inperkt. Anders nodigen we je een poosje niet meer uit.’

Als iemand zoiets tegen jou zei, zou je dat zeer kwetsend vinden. Maar als je met energieverslinders omgaat, moet je niet volledig van je eigen gevoel uitgaan. Ze weten dat anderen last hebben van hun gedrag. Om die reden zijn energieverslinders vaak verrassend dankbaar als iemand hen helpt om hun eigen gedrag beter onder controle te krijgen.

Reageren op de volwassen kant
Ik kom weleens mensen tegen die verbazingwekkend soeverein met energieverslinders omgaan. Ze scheppen een ongecompliceerde sfeer waarin energieverslinders gedijen. Dergelijke mensen reageren gewoon niet op de kinderlijke boodschappen. Ze spreken energieverslinders consequent, vriendelijk en inlevend aan op hun volwassen kant. De communicatie van energieverslinders bestaat inderdaad uit een mengeling van kinderlijke en volwassen boodschappen, ook al overheersen de kinderlijke. Wie op de volwassen boodschappen afstemt, houdt energieverslinders vaak op volwassen niveau.

Als een energieverslinder je tijdens een pauze bijvoorbeeld met een zoekende blik aankijkt, heeft dat een kinderlijke en een volwassen component. De kinderlijke boodschap luidt: ‘Help, ik voel me eenzaam en verloren. Kom naar me toe!’ Op volwassen niveau is het heel normaal dat je om je heen kijkt als je een gesprekspartner zoekt. Wie op volwassen niveau blijft, kan deze blik de volgende betekenis toeschrijven: ‘Hella is op zoek naar iemand met wie ze kan praten. Als ik liever met iemand anders praat, is dat ook prima. Ze kan net zo goed een ander benaderen.’ Terwijl je voorbijloopt, kun je even groeten of glimlachen. Gevoelige mensen nemen het kinderlijke hulpgeroep waar en moeten dat bewust opzijschuiven. Dat dit mogelijk is, laat het volgende voorbeeld zien.

Een vriendin moet binnenkort een beslissing nemen, verkeert in tweestrijd en vertelt er op een wanhopige toon over. De kinderlijke boodschap luidt: ‘Ik kan het niet aan. Ik zie ertegen op om een beslissing te nemen. Ik heb advies nodig, bevestiging, geruststelling en het liefst iemand die de verantwoordelijkheid op zich neemt.’ Op volwassen niveau is het heel normaal om een beslissing met een vriendin te bespreken. Wie heeft dan niet graag een steuntje in de rug en wat advies? Wie op volwassen niveau blijft, zal luisteren, zeggen wat hij ervan denkt en daarna overgaan op een ander onderwerp. Hoe minder respons energieverslinders op hun kinderlijke signalen krijgen, hoe volwassener ze zich gedragen. Dat betekent wel dat ze in zekere zin gefrustreerd worden. Ze gaan dan op zoek naar andere mensen met meer aandacht voor hun kinderlijke behoeften. Daarom is deze strategie vooral geschikt als je weinig contact met een energieverslinder hebt, of het je aan tijd ontbreekt om meer steun te geven.

Leven en laten leven

Stel je voor dat je een kind uit de geborgenheid van het gezin los zou scheuren en in het leven van een volwassene neer zou zetten: zonder referentiepersonen in een gecompliceerde wereld vol gevaren, met allerlei verwachtingen van anderen waaraan je nooit kunt voldoen, en blootgesteld aan mensen die soms onaardig en lomp tegen je zijn. Wat een ongelooflijke belasting! Dat is precies het gevoel van energieverslinders. Wie hen tactvol tegen overbelasting beschermt, doet iets goeds. Je kunt hen ontlasten van moeilijke taken, in moeilijke situaties bij de hand nemen, emotioneel aanmoedigen en moreel steunen. Zo blijven energieverslinders in balans, kunnen ze beter met hun contacten omgaan en hun taken beter uitvoeren.

Het kost natuurlijk tijd en energie om energieverslinders te ontlasten. Daarom moet je hierin een maat vinden en die beschermen. Een vuistregel zou kunnen zijn: geef niet meer dan je een langere periode kunt geven. Kun je maar korte tijd steun bieden, kondig dat dan het liefst meteen aan.

Als je vaker met een energieverslinder te maken hebt, zul je ervaren dat doelgericht en met mate steun geven vaak minder energie vergt dan de problemen die ontstaan als je helemaal niet op de kinderlijke behoeften van deze persoon ingaat. Ook hier gelden de opvoedingswetten voor kinderen: afwijzende ouders hebben veel meer problemen met hun kinderen dan zorgzame ouders. Zij zetten zich meer in voor hun kinderen, beleven gezamenlijk harmonische tijden en blijven vaak verschoond van al te grote problemen. In de omgang met energieverslinders betekent zorgzaam zijn dus ook dat je jezelf afdoende moet beschermen. Dat werkt naar beide kanten.

Eigen grenzen accepteren

Met energieverslinders moet je op een heel specifieke manier omgaan. Kinderlijke gevoelens en behoeften vragen bijzondere toewijding. Daardoor ontstaat een relatie waarin geven en nemen niet in evenwicht zijn. Met deze disbalans, die soms als onrechtvaardig wordt beleefd, moeten mensen in hun omgeving leven. Met name voor mensen die als kind hun eigen behoeften opzij moesten zetten, kan dat zeer onprettige gevoelens met zich meebrengen. Soms is het dan verstandiger om niet meer met een energieverslinder om te gaan.

Aangezien je energieverslinders in hun ogen altijd iets schuldig blijft, is het al een uitdaging op zich om schuldgevoelens te hanteren. Vooral zeer sociaal ingestelde mensen voelen zich in zulke situaties verplicht om zichzelf op te offeren. In het contact met energieverslinders worden ze gekweld door gewetenswroeging. Ze nemen zich voor om nee te zeggen en zeggen uiteindelijk toch weer ja. Daarna ergeren ze zich aan zichzelf en aan de energieverslinders aan wie ze te hoge eisen stellen. Ook dan kan het beter zijn om je terug te trekken uit een afmattend contact. In praktisch opzicht is dat vaak niet zo moeilijk. Want zodra je energieverslinders minder aandacht geeft, zijn ze niet meer in jou geïnteresseerd. Zonder dat ze zich er zelf van bewust zijn, richten ze zich dan al snel op mensen die meer geven.

Wie het contact met een energieverslinder te veel is, maar deze persoon om privé- of beroepsmatige redenen niet kan ontwijken, moet goede begeleiding zoeken. Als je leert omgaan met de kinderlijke behoeften van een ander, bevorder je je persoonlijke ontwikkeling en leer je je eigen mogelijkheden en grenzen kennen.

Liefde en angst zijn de grootste menselijke drijfveren. Energieverslinders richten zich op jouw liefde. Een ander type moeilijk mens richt zich daarentegen op jouw angst.

In een oogopslag: tips voor de omgang met energieverslinders 

  • Overvraag jezelf niet als je de rol van helper of redder op je hebt genomen.
  • Ga liefdevol in op de kinderlijke behoefte aan contact, advies, een pluim en steun. Doe dit in een mate die past bij de aard van het contact en bedenk van tevoren hoeveel energie je erin wilt steken.
  • Vertel op een diplomatieke manier hoeveel tijd je voor iemand hebt en wat je voor iemand kunt betekenen.
  • Relateer de mate waarin je steun geeft aan de bereidheid van energieverslinders om jouw grenzen te accepteren.
  • Spreek de volwassen kant van energieverslinders aan en houd er rekening mee dat je enige verantwoordelijkheid krijgt toegeschoven.

[1] In navolging van onze oosterburen wordt de term gutmensch ook in het Nederlands gebruikt (noot van de vertaler).

Hoe overleef ik moeilijke mensen? Jörg Berger

Deze tekst is afkomstig  uit Hoe overleef ik moeilijke mensen? van Jörg Berger (vertaling Carolijn Visschers).
KokBoekencentrum, Utrecht, 2018

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken