Menu

Basis

Huiswerk: leef de Tora en het evangelie

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Jeremia 7:1-15, Psalmen 92 en Lucas 6:39-49

De boodschap die uit de profetie en het evangelie van deze zondag klinkt, is heel eenvoudig: leef de Tora, leef het evangelie. Zweer er niet bij, maar belichaam het. Als je leerling van Jezus bent, is het leven je stage. Of je erbij hoort (bij de tempel, de kerk, de Jezusbeweging) zal uit je gedrag en je gezindheid blijken, niet uit je lidmaatschapskaart of contributie.

Er is in de boodschap van deze zondag niets leerstelligs. Het gaat niet om de theorie, maar om de praxis. Je hoeft het niet bij het juiste eind te hebben om een tsaddiq of leerling van Jezus te zijn. Je hoeft niet de goede antwoorden te weten, je moet de goedheid (gerechtigheid, waarachtigheid, liefde) belichamen in daden en woorden. Dat legt natuurlijk wél een veel vollediger beslag op je wezen en op je leven dan een leer of een lidmaatschap.

De kerk een rovershol?

Jeremia beschrijft precies de situatie die we zo goed kennen uit verwijten van mensen die de kerk de rug hebben toegekeerd. ‘Op zondag zitten ze met een uitgestreken smoelwerk op de voorste plaatsen in de kerk, maar doordeweeks zien ze hun medemens niet staan of draaien ze hem een poot uit!’ Dat gaat dus over de kerk, of bij Jeremia de tempel, als een veilige identiteitsruimte. Mensen die erbij horen hebben het gevoel dat ze alleen al daardoor aan de goede kant staan, bij de goede groep en onder Gods bescherming. Terwijl je er volgens Jeremia alleen al doende bij kunt horen. Het beeld van het rovershol (of de moordenaarsgrot) is sterk gekozen (Jeremia 7:11): de enige plek waar de booswichten zich veilig voelen, waar ze op adem komen, waar ze elkaar ontmoeten. Het is een schrijnend beeld van een kerk als clubhuis de wereld daarbuiten, die laatdunkend spreekt over de andere mensen. Het beeld is extreem, maar juist daardoor heel nuttig: het roept op om het helemaal om te draaien, om er totaal anders in te gaan zitten.

‘Wat noemen jullie Mij Here, Here’

Het Lucasfragment is een onderdeel van de ‘veldrede’: een aaneenrijging van woorden van Jezus, vergelijkbaar met de Bergrede bij Matteüs. Volgens Lucas zat Jezus echter niet op de berg, maar was Hij afgedaald en stond Hij in de vlakte aan de voet van de berg (6:17). Of het zo bedoeld is, weet ik niet, maar het past wel mooi dat het vandaag niet gaat om hoge waarheden, maar om down-to-earth levenspraxis. Jezus geeft zijn leer niet van bovenaf, maar (zie 6:18-19) middenin het leven, de mensen aanrakend met helende goedheid. Ik zie in de verzen 6:39-49 zes verschillende metaforen en één zin zonder beeldspraak, namelijk 6:46. Dat is de zin die het meest nauw aansluit bij de Jeremia-lezing: het heeft geen zin om Jezus kurios te noemen als je zijn boodschap niet leeft.

Jezus verlangt niet je onderdanigheid, maar je bereidheid om Hem te belichamen zoals Hij God belichaamt – niet donderend vanaf een hoge berg, maar dragend en zegenend onder de mensen. De eerste drie metaforen gaan erover dat je voorlopig de handen vol hebt aan jezelf: (a) een blinde kan geen blinde leiden, (b) een leerling moet voorlopig vooral leren en (c) haal de balk uit je oog voordat je op de splinter in andermans oog gaat wijzen. Je hebt veel huiswerk te doen voordat je over anderen kunt oordelen. Dat betekent niet dat je je voorlopig voor anderen moet afsluiten, want het huiswerk is dat je de Tora en het evangelie leert leven. Je oefent dus in het zegenen van en recht doen aan anderen, in plaats van het beter te weten en over hen te oordelen.

Innerlijke goedheid

Het vierde en vijfde beeld gaan over goedheid die alleen uit goedheid kan voortkomen: (d) de vruchten passen altijd bij de boom waaraan ze groeien en (e) de daden van een mens zijn schatten uit zijn voorraadkamers en weerspiegelen dus wat zich daarbinnen bevindt. Dat bouwt mooi voort op de eerste drie beelden: goede daden zijn geen losse dingen die je kunt doen (punten die je scoort), los van wie je diep vanbinnen bent. Christelijke praxis is dus ook niet een serie uiterlijke handelingen, maar een oefening in wezenlijke goedheid die even innerlijk als uiterlijk is. Dan is er ten slotte het zesde beeld: (f) het huis van je handelingen bouw je op een fundament dat door de rots gedragen
wordt. Wie hoog wil bouwen, moet ook diep graven. Innerlijk en uiterlijk moeten met elkaar sporen. Ik zou willen aanvullen dat een fundament zonder huis net zo dwaas is als een huis zonder fundament

Onkruid versus palm of ceder

Psalmen 92 sluit bij deze thematiek aan, ook weer met een prachtig dubbel beeld. De kwaadstichters zijn als woekerend onkruid, horen we halverwege de psalm; en aan het eind ervan zijn de rechtvaardigen als fiere bomen. Het onkruid lijkt onuitroeibaar en het kruipt uit alle gaten, maar het is vruchteloos en wordt uiteindelijk verdelgd. De palm en de ceder gaan niet zo tekeer, maar ze staan er wel, de palm fier rechtop en de ceder koninklijk met zegenende armen: hun stille goedheid duurt het langst. Met de ‘wettelozen’ of ‘goddelozen’ (Hebr.: resja‘im, 92:8), de vijanden van God, worden geen ongelovigen of andersgelovigen bedoeld, maar mensen die willens en wetens kapotmaken wat heel is, respectloze verziekers. Dat is een extreem, net als het rovershol in Jeremia. Soms kun je op het wereldtoneel iemand aanwijzen die dat belichaamt. Je vindt het ook altijd weer in
jezelf, als deel van je eigen complexe wezen. Huiswerk blijft daarom belangrijker dan wijzen naar anderen.

Deze exegese is opgesteld door Piet van Veldhuizen.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Blijf in mijn liefde’

De zesde zondag na Pasen, de laatste voor Hemelvaartsdag: in de ‘oude bedeling’ (waar zijn al die mooie, veelzeggende Latijnse zondagsnamen toch gebleven?) heet deze zondag Rogate, bidt! Willem Barnard schreef ooit: ‘Na Pasen gaat het van jubelen, Jubilate, via zingen, Cantate, naar bidden, Rogate.’ Zo is het en niet andersom: van expressie naar impressie, van de uitbundige jubel om zijn daden naar het ingekeerde gebed om Gods nabijheid… juist wanneer afscheid nadert.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Nieuwe boeken