< Terug

Iedereen kan wel wat

Bij Matteüs 25:14-30

Juf Sandra moet naar het ziekenhuis. Ze moet geopereerd worden en ze weet nog niet hoelang ze wegblijft. ‘Doe je goed je best, als straks de invaller komt?’ vraagt ze. De kinderen knikken ijverig. Ja ze zullen hun best doen.

Joram is populair in de klas. Iedereen vindt het eigenlijk heel gewoon, dat hij altijd koffie mag halen voor juf Sandra. Als de invalleerkracht komt, heeft Joram er eigenlijk geen zin meer in. Hij verstopt de koffiebeker in de kast. Dan kan hij ook niet stukvallen, denkt hij. De klas maakt een mooie kaart voor juf Sandra om haar beterschap te wensen. Alle kinderen schrijven er hun naam op. Joram mag de kaart naar het ziekenhuis brengen. Maar hij is bang dat juf Sandra zal vragen of het goed gaat met koffie halen voor de invaller. Hij verstopt de kaart bij de beker in de kast.

Lotte verzorgt de plantjes in de klas en ook het konijn. Ze kan dat heel goed en kweekt van stekjes zelfs nieuwe plantjes op. Eén keer neemt ze het konijn in het weekend mee naar huis en laat het leuk met het konijn van de buren spelen. Dan worden er na een tijdje opeens drie piepkleine konijntjes in het hok in de klas geboren…

Jeffrey achter in de klas is een stille. Hij woont alleen met zijn moeder die meestal weg is, ook ’s avonds, om kantoren schoon te maken. Jeffrey moet daarom veel zelf doen. Boodschappen doen. Macaroni koken. Papier en glas naar de containers brengen. Hij kan stofzuigen en hij kan zelfs de wasmachine aanzetten.

Als de invaller jarig is, koopt hij meel en eieren en appels en bakt een taart voor hem. Hij brengt al het oude papier van de groep naar de container. De vieze handdoeken neemt hij mee naar huis voor in de wasmachine. En als de kinderen met hun drinken hebben geknoeid, dweilt hij de vloer van de klas.

Over wie is juf Sandra het meest tevreden, als ze weer terugkomt op school?

Wie zou voortaan koffie mogen halen?

< Terug