Menu

Basis

Ik sta op wacht

Vice-admiraal (bd) Matthieu Borsboom

Van de 38 jaar bij de Koninklijke Marine bracht Matthieu J.M. Borsboom vele jaren op zee door. Maar hij was ook langdurig in Afghanistan. Vele uren stond hij op wacht: op de brug van schepen, varend en aan de wal, en op kazernes. Het geloof als leidend principe – hij groeide op in een warm nest, een rooms katholiek gezin met een oecumenische inslag – heeft hem hierbij altijd vergezeld. Herademing vroeg hem, als oud beroepsmilitair én actief rooms-katholiek, om een bijdrage voor dit themanummer ‘Waken’.

Kerkwimpel

Bij de gang naar de marine was het fijn dat er aan boord en aan de wal ook vlootaalmoezeniers en vlootpredikanten (later ook humanistische raadspersonen) aanwezig waren. Soms was er geen geestelijk verzorger, maar dan hielden we met een spontaan ontstaan groepje gelovigen uit alle gezindten een ‘zondagsdienst’. Bij zondagsdiensten op zee wordt de kerkwimpel gehesen, een traditie uit de zestiende-eeuwse Nederlands-Engelse zeeslagen. Hangt de kerkwimpel dan wordt er niet aangevallen!

Al jong raakte ik betrokken bij het bestuur van een RK-parochie in Den Helder waar ik jaren alle uitdagingen heb meegemaakt van snelle krimp en kerksluitingen, fusies, gebouwenproblematiek enzovoorts. Tegenwoordig ben ik nog lector in de overkoepelende stadsparochie en internationaal President van de Apostolat Militaire International (AMI), de enige wereldwijde RK militaire lekenorganisatie die er is voor de individuele RK/Christelijke militair en voor strategisch advies over militair/ethische vraagstukken aan bijvoorbeeld het Vaticaan en de VN. Zo heeft u, lezer, een beetje een beeld van de achtergrond van waaruit ik het thema ‘waken’ benader.

Buddysysteem

Mijn eerste confrontatie met het begrip wachtlopen is van augustus 1978, de introductieperiode als adelborst op Texel. Hier werd gelijk duidelijk gemaakt wat wachtlopen inhoudt, niet zomaar een militaire activiteit maar een die ver uitstijgt boven alle andere taken. In essentieis het een taak die vitaal is voor de gehele eenheid. Ingepeperd werd dat als jij waakt anderen kunnen rusten en rust is noodzakelijk. Maar rust is er alleen als de slapenden dat doen in het volle vertrouwen dat de wakenden hun volle verantwoordelijkheid nemen en niet zelf in slaap vallen of sluimeren of de aandacht laten verslappen. Op kazernes wordt wacht gelopen om calamiteiten te onderkennen, op schepen zodat het brugpersoneel het schip veilig over de oceanen loodst en in Afghanistan zodat de vijand op tijd wordt gedetecteerd. Het verzaken van de wacht is dan ook een zwaar delict in het militaire strafen tuchtrecht.

Op Texel moest ik al denken aan de parallel met Matteüs 26:38-41. In de Hof van Olijven waar Jezus zegt ‘Blijfthier en waakt met mij […] Toen ging hij naar de leerlingen en vond hen in slaap […] Ging het dan uw krachten te boven een uur met mij te waken?’ In vers 41 spreekt Jezus tot Petrus: ‘De geest is wel gewillig maar het vlees zwak.’ Jezus toont hiermee compassie voor zijn leerlingen. De gerapporteerde militair voor een wachtdelict komt hier echter niet zomaar mee weg.

Tel schepen, plot de bewegingen, schat afstanden, verander je lichaamshouding

Dus worden we getraind om waakzaam en wakker te blijven. Hoe? Een belangrijk principe is het buddysysteem: je loopt de wacht in paren – zo let je op elkaar – en je zorgt dat je vooraf uitgerust bent, zoals de mariniers zeggen: ‘Eten als je eten kan, slapen als je slapen kan’. Blijf waakzaam door niet te staren, je verstand op nul te zetten, het niet te warm of comfortabel te hebben. Tel schepen, plot de bewegingen, schat afstanden, verander je lichaamshouding. Wij staan ook op wacht als christenen. We wachten op Zijn komst – Jehovah’s Getuigen hebben zelfs hun maandblad hiernaar vernoemd: De wachttoren. Wat kunnen we voor parallellen trekken? Zijn we waakzaam, doen we het wachten alleen? Hebben we geen buddy nodig (medechristenen)? Kunnen we het zonder de kerk? Houden we ons wachten sprankelend en actief? Wachten we in comfortabele welvaart?

Eeuwenoude cyclus

Duizenden uren heb ik de zeewacht gelopen op de navigatiebruggen van mijnenjagers, mijnenvegers, patrouillevaartuigenen fregatten. De wacht is bij de marine opgedeeld in zes wachten van vier uur: de hondenwacht (0000-0400), de dagwacht (0400-0800), de voormiddag (0800-1200), de achtermiddag (1200-1600), de platvoet (1600-2000), de eerste wacht (20002400). Deze indeling is zo gemaakt, omdat je de wachtcyclus langere tijd moet kunnen volhouden. Per 24 uur loop je twee wachten, bijvoorbeeld de platvoet en de dagwacht. Hierbij volgen we de verdeling van de nachtwaken zoals gebruikelijk in het oude Babylon, Griekenland en Israël (drie nachtwaken van vier uur). De Romeinen hadden vier nachtwaken (van drie uur), die door hun bezetting ook bij de Joden werden geïntroduceerd.

Voordat je op wacht gaat moet je je voorbereiden. Wat is het zeegebied? Wat zijn de (weers) omstandigheden? Met wie loop ik de wacht? Wat is detechnische status? Enzovoorts. Een goede voorbereiding is de halve wacht! Hier dringt zich de vergelijking op met Matteüs 25:1-13. De domme en de verstandige bruidsmeisjes. Tien meisjes gaan de bruidegom tegemoet, de domme nemen lampen mee maar geen olie, de verstandige nemen lampen mee en tevens kruiken olie. De bruidegom laat op zich wachten, allen vallen in slaap, ze worden ’s nachts wakker van geroep en snellen de bruidegom tegemoet.

De dommen hebben geen olie meer, moeten omkeren om het te halen, de verstandigen hebben reserveolie dus kunnen verder. De bruiloft begint en de deur gaat achter de verstandige meisjes op slot. Vers 11-13 zegt dan: ‘Later kwamen ook de andere meisjes en zeiden: “Heer, Heer, doe open!” Maar hij antwoordde: “Voorwaar, Ik zeg u; Ik ken u niet.” Wees dus waakzaam, want gij kent dag nog uur.’Moraal van de vergelijking is dus dat je het wachten op de Verlosser maar beter kunt voorbereiden.

Bericht van de vlootaalmoezenier

De wacht zelf is vaak zeer dynamisch en uitdagend en de vier uur vliegen voorbij – als je oorlogswacht loopt, duurt deze zes uur en bij gevechtswacht zolang het duurt. Ooit stond ik op een mijnenveger twintig uur achter elkaar op de brug in een vliegende storm. De moeilijke wachten zijn ‘s nachts als er niets gebeurt: de oceaan is leeg, het zeetje glad, geen oefeningen of operaties, alles werkt, het is lekker warm in de tropen, de lome zeegang en je eerdere inspanningen maken je suf en je ogen sluiten zich bijna. Dit zijn de momenten met de mooiste, diepgaande gesprekken met de matroos die op uitkijk staat, de roerganger of de seiner. Het gaatdan over verwachtingen, hoe gaat het thuis, heimwee, het afgelopen havenbezoek of soms over geloof.

Tijdens zo’n nachtwacht, zes maanden van huis en een paar maanden voor mijn huwelijk, kreeg ik een bericht per seinlamp van een ander fregat. Het bleek van de vlootaalmoezenier die ons ging trouwen. Hij stuurde From Vlam, to LTZ Borsboom, Tobit 9:6 en Spreuken 31:10-11. Ik liet antwoorden dat een Bijbel geen standaarduitrustingsstuk op een navigatiebrug is en liet gelijk de scheepsbijbel ophalen. In Tobit bleek te staan: ‘Voor dag en dauw stonden ze samen op en begaven zich ter bruiloft.’ En in Spreuken uit de Lofrede op de sterke vrouw; ‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven! Het hart van haar man vertrouwt op haar en het zal hem aan winst niet ontbreken.’

Wachten op de wederopstanding is geen nutteloze tijd

Door dit bericht van de vlootaalmoezenier was ik die nacht opeens heel dichtbij thuis en bij mijn aanstaande vrouw. De les die we kunnen trekken is dat wachten op de wederopstanding geen nutteloze tijd is. We moeten die tijd zinvol gebruiken en invullen met goede werken.

Wisseling van de wacht

Als je de dagwacht loopt, zie je de zon opkomen. Het schip ontwaakt en zelf ben je klaarwakker en heb je trek in een stevig ontbijt van eieren met spek. Dit is mijn favoriete wacht, behalve dat op deze wacht de stofzuiger rondraast over de brug. Fijn dat je de wacht kan overdragen aan een collega. Helemaal fijn als die op tijd komt en zich heeft voorbereid! Dan komt het invullen van het scheepsjournaal, hierin worden alle zeemanschappelijke, navigatorische en technische bijzonderheden genoteerd. Dan eindelijk ontbijt, douchen, omkleden en aan het andere kantoorwerk – werkdagen op zee zijn al snel zestien uur per dag. Flier gaat de vergelijking niet zomaar op. Immers als militair kun je je wachtdienst laten aflossen, maar als christen sta je je hele leven op wacht, Als christen sta je wakend en slapend op wacht, omdat je weet dat er over jou ook wordt gewaakt door Jezus, zoals we met de (Idein)kinderen bidden voor het slapen gaan; ‘Lieve Heer, ik ga weer slapen want de dag is weer voorbij, onder uw trouwe hoede lieve Fleertje zegen mij …’ Daarnaast weten we dat we als christenen de wacht overnemen bij ons heilige vormsel of de belijdenis en dat we, indien gegeven, onze kinderen het geloof meegeven. We staan dus in een lange keten van 2000 jaar de wacht overnemen en overgeven. Dit in zichzelf geeft al kracht.

Schrijvend aan dit artikel dwalen mijn gedachten af naar al die nachten en wachten op zee en naar de bijbelse verhalen uit mijn jeugd: alles komt samen in die grote schepping. Op zee, ver weg, voel je de nietigheid van de mens en de onmetelijkheid van de schepping zeer sterk, niet voor niets zijn veel zeelui gelovig. Afrondend zou ik dan ook iets willen meegeven uit de eerste brief aan de christenen van Korinte (1 Korintiërs 16:13-14): “Blijft waakzaam, staat vast in het geloof, weest moedig en sterk. Laat alles bij u gebeuren met liefde.”

Matthieu Borsboom klom tijdens zijn loopbaan bij de Koninklijke Marine op tot de hoogste functie: Commandant Zeestrijdkrachten (CZSK). In 2015 sloot hij als Directeur Defensie Materieel Organisatie (DDMO) zijn actieve carrière bij de krijgsmacht af.

Bronnen

De Bijbel, Willibrord vertaling, 1978, Katholieke Bijbelstichting Boxtel, Uitgeverij Emmaus-Brugge. Bijbels Theologische Encyclopedie Ed. 2008 s.v. Nachtwake.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken