Menu

Basis

Interview met Esther Teunisse

Ritueelbegeleiders zijn er in vele soorten, met verschillende herkomst, werkwijze, enz. Nelleke Boonstra heeft vier van hen geïnterviewd. Ze stelt ze als het ware aan ons voor.

Mw. drs. C.A. Boonstra is emeritus-predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad

Esther is al 11 jaar ritueelbegeleidster en heeft een eigen bedrijf ‘Het Leven Vieren’. Ze is bekend bij uitvaartverenigingen in de regio. Als iemand overleden is, komt de uitvaartleider bij de nabestaanden en bespreekt de gang van zaken bij de uitvaart. Op een gegeven moment stelt hij of zij de vraag: ‘Wie gaat er wat zeggen?’ Op dat moment komt de ritueelbegeleider in beeld, als de familie zegt het niet te willen doen. Esther verzorgt momenteel zo’n zestig uitvaartbegeleidingen per jaar. Ook verzorgt ze samen met een collega een opleiding bij GaandeweG voor ritueelbegeleiding.

Een wolk van liefde

Ze hield van rituelen, was opgegroeid in de Rooms Katholieke traditie. In haar huis brandde Janneke dagelijks kaarsjes voor mensen die licht nodig hadden. Haar gezin vertelde tijdens het gesprek, dat ze elke dag wierook brandde. Ze had een favoriete geur en die was ook zeer ruim op voorraad. In de aula mag de wierrook niet gebruikt worden, maar we bedachten dat we het buiten, op de begraafplaats, wel konden gebruiken. Iedereen in de stoet kreeg een brandend stokje en zo liepen we met haar favoriete geur om ons heen met haar naar het graf. Daar plaatste iedereen zijn stokje in een kring om haar heen in de grond. Zo werd ze omringd door een wolk van liefde.

‘Op welke manier ben je betrokken geraakt bij rituelen buiten de kerkelijke setting?

Ik was jongerenwerker in de Protestantse Kerk. Ik ging ook voor in kerkdiensten bij jongerendiensten. Ook was ik regelmatig betrokken bij de diensten rondom de Paascyclus. En daarvoor was ik als ouderling soms betrokken bij een uitvaart. Ik heb door deze ervaringen geleerd dat het echt iets voor me is. En ik zag dat mensen die niet bij de kerk hoorden ook behoefte hadden aan rituelen bij het afscheid.

Op de klank van vandaag naar morgen Hij was een sociaal bewogen en betrokken mens, laten we hem John noemen. John had veel gereisd. In Australië had hij zijn hart verloren aan de cultuur, de mensen, de muziek. Was didgeridoo gaan spelen en later ook les gaan geven in het bespelen van dit bijzondere instrument, dat doet denken aan een midwinterhoorn. Nu moesten we afscheid van John nemen en samen met zijn gezin werd besloten de klanken van de didgeridoo bij het graf een belangrijke rol te geven. En zo gebeurde; na de plechtigheid in de aula liepen we met hem richting het graf. Daar stonden acht vrienden en leerlingen te spelen. Aardse, vloeiende, warme klanken om hem te ontvangen op de plek waar hij zou rusten.

John was een man van weinig woorden dus we hielden het kort. Voor hij in het graf gelegd werd, vroeg ik de mensen hem te omringen met al het goede en mooie dat er was. Toen begon het dalen en speelden de didgeridoo’s. De muziek droeg hem en zo kon zijn gezin hem loslaten. In de stilte die volgde liepen de muzikanten richting de uitgang waar ze zich langs het pad opstelden. In de afsluitende woorden bedankte ik John voor wie hij was geweest; een bijzonder zorgzaam en liefdevol mens. En zei hem, dat zijn leven zou blijven klinken in iedereen die hem mocht kennen. Bij het verlaten van de begraafplaats klonken de tonen van de didgeridoo en werd iedereen die van John hield opnieuw geraakt door de mens die hij was geweest. Zo werd hij meegenomen, in de klank van vandaag, naar morgen.

Wat beweegt je om de rol van ritueelbegeleider in specifieke situaties (buiten de kerkelijke setting) in te nemen? En daaruit volgt de vraag: is dat anders voor jou dan het in kerkelijke setting zou zijn en hoe dan?

Het begon met weerstand in de gewone kerkdiensten. Alles moest in een redelijk vast stramien worden uitgevoerd. Ik heb nogal wat creativiteit, ik ben graag bezig buiten de gewone kaders. We hadden theaterweekenden voor de jongeren. Ze gingen een theaterstuk instuderen, en zondagsmorgens werd dat dan binnen de context van een kerkdienst opgevoerd. Met een openingslied en gebeden, het theaterstuk zou dan de plek van de bijbellezing en de preek moeten innemen. Terwijl ik ermee bezig was me in te passen in dat stramien, merkte ik dat het ging knellen. En niet alleen dat, ook bijvoorbeeld dat ik niet de zegen mocht uitspreken, ik ben immers geen dominee. [Esther heeft de HBO-opleiding theologie gedaan met de specialisatie docente levensbeschouwing.] Ik kreeg het gevoel dat ik geen aansluiting meer had bij de taal en regels van de kerk. En ik realiseerde me dat ik me als zelfstandige helemaal in mijn eigen creativiteit kon uitleven zonder die regels. En zo werd het ritueelbegeleider. Het gaf vooral: de vrijheid! Ik luister naar de mensen en naar aanleiding van hun verhaal groeit een nieuw ritueel met symbolen die bij de overledene passen.

Zo zie ik mijn rol: samen met mensen zoeken naar wat helend is, troostend is en ruimte geeft. Het erkennen van verdriet is een belangrijke stap. Ik kom dicht bij de mensen als ik de rode draad van het leven van de overledene vindt in het gesprek, en daaronder de gouden draad, het wezenlijke van de persoon. Iets daarvan onder woorden brengen raakt de mensen en brengt ze verder om hun verdriet een plek te geven en verder te gaan. Het is een proces van herinneringen ophalen, herinneringen delen (tijdens de uitvaart) en iemand in herinnering meenemen. Als de mensen dat vanuit een gelovig perspectief doen zal ik dat zeker respecteren en een plek geven. Als mensen het niet zoeken, dan hoeft het ook geen plek te krijgen. In de casus die ik hier beschrijf komt naar voren dat het voor mij belangrijk is, dat we mensen iets meegeven, waardoor zij de persoon die zij moeten missen kunnen meenemen bij het ophalen van hun herinneringen. Zo zijn ze met elkaar verbonden en met de persoon die ze moeten missen.

Ik kreeg het gevoel dat ik geen aansluiting meer had bij de taal en regels van de kerk

De kracht van rituelen bij de begeleiding die ik in je verhaal hoor, is vooral dat je dicht bij de mensen staat, goed naar ze luistert en een originele rituele vorm vindt waar mensen zich in herkennen. Nu doe je dat niet meer in kerkelijke setting. Wat zie je als kracht van rituelen binnen de kerk, die je nu moet missen?

De paaskaars. Dat is het eerste waar ik aan denk. De paaskaars vind ik een krachtig symbool die verleden en heden en toekomst verbindt. Het Licht in de wereld, verbonden met het licht dat in de paasnacht wordt aangestoken. En we gaan allemaal op in dat Ene Licht als ons leven geëindigd is. Als ik in de gelegenheid ben, laat ik de paaskaars branden. Het tweede dat bij me bovenkomt zijn de oude woorden van het gebed. Het klinkt op, het ontroert mensen, ook demente mensen kunnen het vaak meebidden. En waar ik jaloers op ben is dat een dominee een heel leven met iemand kan optrekken. Ik kom in beeld als iemand overleden is, en maar voor een korte periode.

Iets anders, ik ga niet meer naar de kerk, en dan mis je bepaalde netwerken. Als je maatschappelijk iets wilt doen, voor een goed doel, dan heb je ook nog een gemeenschap die daar oren naar heeft en er iets voor wil doen. Die gemeenschap is het kostbare van een kerkelijke gemeente.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken