Je kunt het!
Bij Matteüs 17:14-20 (genezing en de gelijkenis over het mosterdzaadje)
Gesprek
Leg op een tafel wat schilderspullen onder een kleed: penselen, verf, een blok aquarelpapier en dergelijke.
Als voorganger vraag je of de kinderen onder het doek willen kijken, maar niets zeggen. Fluisterend vraag je: ‘Doen jullie dit wel eens, hiermee schilderen? Vind je het leuk om dit te doen?’
Dan laat je aan de volwassenen een afbeelding van een beroemd schilderij zien en vraag je: ‘Wie van u kan schilderen?’
Vanwege de associatie met een beroemd schilderij zullen niet veel mensen hun vinger opsteken.
‘De meesten kunnen het niet, dat valt me tegen. De kinderen hebben net gezegd dat ze wel kunnen schilderen…’
Bijbel
De leerlingen van Jezus willen ook graag doen wat Jezus doet, maar het lukt hun niet. Ze kunnen bijvoorbeeld geen mensen genezen. ‘Waarom lukt dat niet?’ vragen ze aan Jezus.
Jezus vertelt dan de gelijkenis over het mosterdzaadje. Iedereen weet dat dat piepklein is en uitgroeit tot een grote struik. Met geloof is dat net zo. Wat je wilt, is mogelijk. Je kunt het!
Verwerking
We gaan uit van de situatie dat er geen koor is in de kerk. Als voorganger zeg je dan: ‘Vandaag gaat het lukken, vandaag hebben we een koor en dat bent u! Wilt u lied 923 uit het Liedboek opzoeken: Wil je wel geloven dat het groeien gaat, / klein en ongelooflijk als een mosterdzaad. Wilt u nu gaan staan.’ Je laat het lied twee keer zingen (afspreken met de organist), één keer om te oefenen en daarna echt. Na het zingen zeg je: ‘Dank u wel, u vormt een prachtig koor!’
Misschien lukt ook dit:
Je zegt: ‘Kinderen, pakken jullie ieder drie mensen bij de hand en neem ze mee naar voren.’ (De organist is ingelicht.) De nieuwbakken ‘koorleden’ krijgen het lied uitgereikt. Zij zingen het eerst alleen en daarna wordt aangegeven dat de hele gemeente het nog een keer zingt.