Menu

Basis

Jezus als hogepriester naar de orde van Melchizedek

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Rondom de figuur Melchizedek ontwikkelden zich in het vroege jodendom en het vroege christendom verschillende tradities, zowel in bijbelse als in buitenbijbelse bronnen. De rijkdom aan latere interpretaties staat in contrast met de beperkte hoeveelheid materiaal dat de Bijbel zelf over hem bevat. In het Oude Testament wordt Melchizedek slechts twee keer genoemd: in Genesis en in de Psalmen. In het Nieuwe Testament komt hij alleen in de brief aan de Hebreeën voor. Jezus wordt hierin beschreven als hogepriester, als priester naar de orde van Melchizedek. Wie was deze Melchizedek? En waarom gebruikt Hebreeën het beeld van de hogepriester voor Jezus?

Niet alleen het bijbelse materiaal over Melchizedek, maar juist ook het buitenbijbelse is belangrijk.

Om de typering van Jezus in Hebreeën als evenbeeld van Melchizedek goed te begrijpen, is het niet alleen van belang naar het bijbelse materiaal over Melchizedek te kijken, maar juist ook naar het buitenbijbelse materiaal.

Oude Testament: Genesis en de Psalmen

De typering van Melchizedek in andere bronnen vormt de literaire context van de beschrijving van Jezus als priester naar de orde van Melchizedek in de brief aan de Hebreeën. In het Oude Testament wordt Melchizedek voor het eerst genoemd in Genesis 14:18-20. Deze passage maakt deel uit van het verhaal over Sodom en Lot. Het hoofdstuk verhaalt over een strijd. De koningen van Sinear, Ellasar, Elam en van de volken voeren oorlog met Sodom en met de daaraan gelieerde steden Gomorra, Adama, Zeboïm en Bela. De vijanden van Sodom nemen Lot en zijn familie gevangen, waarop Abram vervolgens een leger verzamelt om mee te vechten tegen Sodoms vijanden. Abram slaagt erin Lot, zijn familie, zijn bezittingen en het volk van Sodom te bevrijden en staat bij terugkomst op het punt Bera, de koning van Sodom, te ontmoeten.

Het is op dit moment in het verhaal dat Melchizedek wordt geïntroduceerd: ‘En Melchizedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van de allerhoogste God. En hij zegende Abram en zei: “Gezegend zij Abram door de allerhoogste God, die hemel en aarde bezit. En gezegend zij de allerhoogste God, die uw vijanden in uw hand geleverd heeft”. En hij gaf hem een tiende van alles.’ (Genesis 14:18-20)

Twee beschrijvingen van Melchizedek springen eruit: hij wordt koning van Salem en priester van de Allerhoogste God genoemd, die Abraham en God zegent. Niet helemaal duidelijk is wat met ‘Salem’ wordt bedoeld. Mogelijk duidt het op de stad Jeruzalem, zoals ook in Psalm 76:3. Onduidelijk is ook wie de tiende aan wie geeft op basis van de Hebreeuwse tekst. In commentaren wordt veelal aangenomen dat het Abraham is die het aan Melchizedek geeft als een erkenning van de legitimiteit van Melchizedeks priesterschap. Vermoedelijk vormen de verzen over Melchizedek een latere invoeging in Genesis 14.

Naast de bovengenoemde passage in Genesis komt het priesterschap van Melchizedek ook voor in één van de Davidische koningspsalmen:“Uitspraak van de Heer tot mijn heer: “Neem plaats aan mijn rechterhand, totdat ik je vijanden zal maken tot een bank voor je voeten”. (…) De Heer heeft gezworen en hij zal geen berouw hebben: “Je bent priester voor eeuwig, naar de orde van Melchizedek”.’ (Psalm 110:1-4)

In de passage stelt God een persoon aan, aangesproken als ‘mijn heer’, die zowel koning (vers 1-2) als priester (vers 4) zal zijn.

Uit de wijze waarop Melchizedek in het vers wordt aangehaald blijkt dat hij beschouwd wordt als een bekend figuur uit het verleden. Of Genesis 14:18-20 en Psalm 110:1-4 met elkaar verbonden zijn, is op basis van hun datering en historische context niet duidelijk. De vraag naar de onderlinge relatie van de passages is op heel verschillende manieren beantwoord.

Nieuwe Testament: brief aan de Hebreeën

In latere tijden zijn de passages uit Genesis 14 en Psalm 110 wél bij elkaar gebracht en samen geïnterpreteerd. De brief aan de Hebreeën is hier een mooi voorbeeld van. Hoofdstuk 7 in de brief vormt het kernhoofdstuk over ‘deze Melchizedek’. Het kan zelfs als een Melchizedek-commentaar worden beschouwd, een midrasj. Een selectie van citaten uit Genesis vormt het begin van het hoofdstuk:“Want deze Melchizedek was koning van Salem en priester van de allerhoogste God, die Abraham tegemoet ging toen hij terugkeerde van het verslaan van de koningen, en hem zegende, aan wie Abraham een tiende van alles gaf.” ( Hebreeën 7:1-2)

Verschillende zaken vallen op. Zo is de zegen uit Genesis 14:19-20 en het brengen van brood en wijn uit Genesis 14:18 achterwege gelaten. Daarnaast is er een verschil in volgorde op te merken: in Genesis wordt het fragment Genesis 14:18-20 verbonden met het verhaal van Abrahams terugkomst na het verslaan van Kedorlaomer (Genesis 14:17). In andere woorden: Abraham heeft in Genesis een primaire rol, Melchizedek een secundaire. In Hebreeën daarentegen is Melchizedek in eerdere hoofdstukken al geïntroduceerd aan de hand van referenties aan Psalm 110:4. Zo wordt het vers geciteerd in Hebreeën 5:5-6 en wordt dit citaat herhaald in Hebreeën 7:17. Daar tussenin, in Hebreeën 5:10 en 6:20, wordt het vers geparafraseerd. Daarmee lijkt er in de brief aan de Hebreeën een andere nadruk te zijn: in Hebreeën speelt Psalm 110 en de referentie naar Melchizedek een primaire rol en Abraham juist een secundaire.

Hebreeën 7 kan dan ook worden beschouwd als een commentaar op de verzen uit Genesis. Zo wordt in Hebreeën 7:2 een interpretatie gegeven van Melchizedeks naam: ‘koning van rechtvaardigheid’. ‘Koning van Salem’ wordt geduid als ‘koning van vrede’. Een opvallende toevoeging in Hebreeën 7:3 beschrijft Melchizedek vervolgens als: ‘Hij heeft geen vader of moeder, geen stamboom, geen oorsprong of levenseinde en lijkt op de Zoon van God – hij is priester voor altijd.’ Hier wordt opnieuw gerefereerd aan Psalm 110:4. Vervolgens wordt het afstaan van de tienden geïnterpreteerd als een teken van Melchizedeks superioriteit ten opzichte van Abraham en daarmee ten opzichte van het Levitische priesterschap (Hebreeën 7:4-10). Melchizedek gaat aan Levi vooraf: ‘… want hij [Levi] was nog in de lendenen van zijn vader toen Melchizedek hem [Abraham] tegemoet ging.’ (Hebreeën 7:10)

De midrasj van Hebreeën 7 heeft alles te maken met de rol en betekenis die aan Jezus Christus wordt toegekend. Jezus komt naar voren als Zoon van God, als het laatste (Hebreeën 1:2) en meest gezaghebbende (Hebreeën 1:3) woord van God. Daarmee wordt Jezus als superieur beschouwd ten opzichte van alle anderen die tussen God en zijn volk bemiddelen: de profeten, de engelen, Mozes en Aäron. Tegelijkertijd staat beschreven dat Jezus in alle opzichten gelijk aan zijn broeders moest worden, opdat hij een barmhartige en betrouwbare hogepriester zou zijn (Hebreeën 2:16-17). Er was een noodzaak voor een andere priester, een zoals Melchizedek (Hebreeën 7:11). Jezus werd te midden van de mensen tot hogepriester verkozen (Hebreeën 5:1) en is, in tegenstelling tot de levitische priesters, een priester voor altijd (Hebreeën 7:23-25).

Twee zaken vallen op in de manier waarop Jezus wordt gekarakteriseerd: Jezus wordt neergezet als het evenbeeld van Melchizedek én als hogepriester. De hogepriester van de tempel was van oudsher de opvolger en nakomeling van Aäron, uit de stam van Levi. Eenmaal per jaar mocht hij het allerheiligste binnengaan om aan de hand van offers verzoening voor het hele volk te bewerkstelligen. Jezus wordt als hogepriester in de Hebreeënbrief anders geduid. Hij hoeft niet, als de andere priesters, dagelijks offers te brengen voor zijn zonden en die van het volk. Hij heeft dat immers voor eens en voor altijd gedaan toen hij het offer van zijn leven bracht (Hebreeën 7:26-27). Zo wordt Jezus beschreven als degene die het getuigenis van Psalm 110:4 vervult.

Niet-bijbelse literatuur: Jezus en Melchizedek

Door Jezus te schetsen als het evenbeeld van Melchizedek, wordt hij in een bestaande traditie geplaatst. De wijze waarop de figuur Melchizedek in de brief aan de Hebreeën naar voren komt, verschilt echter van de passages uit Genesis en de Psalmen waarop het gebaseerd is. Zo zijn de etymologieën ‘koning van rechtvaardigheid’ en ‘koning van vrede’ nieuw, evenals Melchizedeks tijdloosheid en de afwezigheid van een menselijke bestaand genealogie, zijn gelijkenis met de Zoon van God en zijn onsterfelijkheid. Dit alles duidt op een meer ontwikkelde interpretatie van de figuur Melchizedek. Mogelijk heeft de auteur van Hebreeën zelf interpretaties ingebracht. De wijze waarop Melchizedek in niet-bijbelse bronnen naar voren komt maakt het echter waarschijnlijker dat er ten tijde van het schrijven van de Hebreeënbrief andere, niet-bijbelse tradities bestonden waarop de auteur zich baseert. De lengte van deze bijdrage staat niet toe een uitputtende opsomming te geven van de niet-bijbelse literatuur uit het vroege jodendom en het vroege christendom waarin Melchizedek voorkomt. Ik beperk me tot de Dode Zeerollen en de geschriften van Philo van Alexandrië, die in dit verband het relevantste zijn.

Door Jezus te schetsen als evenbeeld van Melchizedek, wordt hij in een bestaande traditie geplaatst.

Dode Zeerollen uit Qumran over Melchizedek

Melchizedek komt voor in een aantal teksten uit Qumran, waarvan sommige erg fragmentarisch. In ieder geval twee teksten moeten worden genoemd: het Genesis Apocryphon, een herschrijving van Genesis in het Aramees, en 11QMelchizedek. In het Genesis Apocryphon wordt Genesis 14:18-20 geparafraseerd (1QapGen xxii 13-17), met enkele kleine veranderingen tot gevolg. Zo brengt Melchizedek eten (niet alleen brood) en drinken naar Abraham en naar degenen die met hem zijn. Van de tiende wordt vervolgens gesteld dat het afkomstig is van de koning van Elam en zijn bondgenoten. Vooral interessant in de context van de brief aan de Hebreeën is 11QMelchizedek (11Q13). Melchizedek wordt in deze tekst niet gerelateerd aan de menselijke figuur die Abraham ontmoet. Evenmin bevat de tekst een citaat uit of commentaar op Psalm 110. De tekst heeft daarentegen een eschatologisch karakter en beschrijft de verlossing van de eindtijd. Melchizedek heeft daarin de rol van aanvoerder van de hemelse legermachten, die de scharen van Belial overwint. Hij wordt omschreven als een hemelse strijder, waarbij hij dezelfde rol vervult als de ‘Vorst van het licht’ (1QS III 30; CD V 18; 1QM XIII 10) en de aartsengel Michaël (1QM XVII 6-7), figuren die voorkomen in andere sektarische teksten van Qumran. In deze context wordt Melchizedek aangeduid als Elohim (hemeling). Melchizedek verschijnt aan het einde van het tiende jubileum (ii 7) om zijn ‘kinderen’ te bevrijden uit de macht van Belial en uit de macht van alle geesten van zijn erfdeel (ii 13). Het einde van het tiende jubileum is de grote verzoendag, waarop verzoening zal worden gedaan voor alle kinderen Gods en de mannen van het erfdeel van Melchizedek (ii 7-8). Deze tekst uit Qumran wijst op een ontwikkeling van de interpretatie van Melchizedek, van priester van de allerhoogste God naar een hemelse figuur. Dit komt overeen met de wijze waarop de figuur Melchizedek in de brief aan de Hebreeën wordt weergegeven. Hoewel Melchizedeks priesterlijke functie niet aan de orde komt in 11QMelchizedek, vormt deze tekst uit Qumran toch een belangrijke bron voor het verstaan van de Melchizedektradities die aan de Hebreeënbrief ten grondslag liggen.

Philo van Alexandrië over Melchizedek

Melchizedeks priesterschap komt wel aan de orde in de uitvoerige beschrijving van Philo van Alexandrië in het derde boek van zijn Allegorische Interpretatie van Genesis (Leg. all. 3.79-82). Hij refereert aan Melchizedek als de ‘grote priester’. Daarmee staat Philo in een traditie van andere niet-bijbelse bronnen waarin het priesterschap van Melchizedek naar voren komt, zoals Targum Neophyti en een tekst uit Nag Hammadi. Daarnaast wordt Melchizedek door Philo geïnterpreteerd als de goddelijke Logos (Leg. all. 3.82). Het is niet duidelijk of Philo’s interpretatie een traditie reflecteert waarin een hemelse status aan Melchizedek wordt toegeschreven. Opmerkelijk is wel dat de twee etymologieën van ‘rechtvaardige koning’ en ‘koning van vrede’, zoals in Hebreeën, ook bij Philo voorkomen. De brief aan de Hebreeën is vermoedelijk niet direct afhankelijk van Philo. Wel duidt dit gegeven erop dat zowel Philo als de auteur van Hebreeën een gemeenschappelijke traditie kenden waarin Melchizedek op deze wijze werd verstaan.

De brief aan de Hebreeën blijkt daarmee in een traditie te staan van latere interpretaties van de figuur Melchizedek. Hierop wordt voortgebouwd, doordat ook Jezus in deze traditie wordt geplaatst. De rijkdom aan latere interpretaties is opvallend; het contrasteert haast met de beperkte hoeveelheid materiaal dat het Oude Testament zelf over Melchizedek bevat. Wellicht is het juist de beperkte invulling van de figuur in het Oude Testament die aanleiding heeft gegeven tot allerlei projecties op Melchizedek door latere lezers.

Conclusie: Jezus als evenbeeld van Melchizedek

In de brief aan de Hebreeën wordt aan de hand van de figuur Melchizedek het beeld van de hogepriester voor Jezus gebruikt. Van Jezus wordt gesteld dat hij priester is in de orde van de Melchizedek. Aan deze typering liggen vermoedelijk verschillende tradities ten grondslag. Niet-bijbelse literatuur als de Dode Zeerollen en Philo laten een ontwikkeling zien waarin Melchizedek niet alleen wordt verstaan als een aards figuur, maar ook als een hemelse figuur die verzoening zal bewerkstelligen. Het is, naast Genesis 14:18-20 en Psalm 110:1-4, ook in het bijzonder deze verder ontwikkelde interpretatie die een rol speelt in de wijze waarop Melchizedek met Jezus in verband wordt gebracht. Hebreeën doet dus mee in een vroeg-joodse gedachtewisseling over de status van Melchizedek. Door Jezus te schetsen als een evenbeeld van Melchizedek, wordt hij in een bestaande traditie geplaatst die te maken heeft met de eindtijd, met rechtvaardigheid en vrede. De nieuwe figuur, Jezus, krijgt daarmee invulling vanuit de bekende traditie.

Bernice Brijan is PhD-student/ docent aan de Tilburg School of Catholic Theology (departement bijbelwetenschappen en kerkgeschiedenis).


Wil je meer te weten komen over Melchizedek en het priesterschap? Lees dan ook deze artikelen:

  • Priester. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de betekenis en rol van de priester.
  • 7 randfiguren uit de Bijbel. Aan de hand van het boekje Randfiguren van Johan Visser wordt dieper ingegaan op 7 randfiguren uit de Bijbel waaronder Melchizedek.

Vond je dit een interessant artikel? Het komt uit het digitale tijdschrift Schrift. Ontdek meer over dit online tijdschrift.


Literatuur

  • Theo de Kruijff, “The Priest-King Melchizedek.” Bijdragen: International Journal for Philosophy and Theology 54:4 (1993): 393-406.
  • Florentino García Martínez, Mladen Popović en Adam van der Woude, De rollen van de Dode Zee (Utrecht: Ten Have, 2013).
  • Birger A. Pearson, “Melchizedek in Early Judaism, Christianity, and Gnosticism.” In: Michael E. Stone and Theodore A. Begren (red.), Biblical figures outside the Bible. (Harrisburg, Pennsylvania: Trinity Press International, 1998), 176-202.
  • Moshe Reiss, “The Melchizedek Traditions.” Scandinavian Journal of the Old Testament 26:2 (2012): 259-265.
  • Gert J. Stein, “The Vorlage of the Melchizedek Phrases in Heb. 7.1-4,” Acta Patristica et Byzantina 13:1 (2002): 207-223.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken