Menu

Basis

Jezus op afstand

Je kunt zomaar de gedachte hebben dat Jezus altijd en overal op straat tussen mensen te vinden was. Die gedachte echter gaat onderuit als je de moeite neemt een heel Evangelie door te lezen. Voor dit artikel koos ik voor het Evangelie volgens Markus, om in zijn verhaal te zien waar, wanneer en zo mogelijk waarom Jezus voor anderen even niet dichtbij, maar op afstand was. Daarnaast kijken we ook naar mensen om hem heen die op afstand zijn of worden gehouden. Bewust, dat wil zeggen: met goede redenen, of door de situatie waarin ze verkeren.

Een opmerking vooraf is misschien nog wel nodig. De verleiding bestaat te denken dat Jezus zoals hij door Markus wordt getekend onverkort de Jezus is die er zo’n tweeduizend jaar geleden was. Dat is niet zo. Markus zal zeker historisch juiste gegevens in zijn Evangelie hebben verwerkt, maar die gegevens moesten op grond van de boodschap zoals hij die wilde schrijven wel passen in zijn specifieke literaire compositie of zelfs aan die compositie worden aangepast. Verwijt het hem niet. Hij deed het zonder enige valse intentie met het oog op zijn lezers. Daar was en is niets vreemds aan. Natuurlijk is historie zonder enige twijfel van groot belang, maar de extrapolatie van historiciteit is wetenschappelijk bedenkelijk en daarmee een modern probleem.

Het is tijd om het woord aan Markus te laten. Nadat Jezus zich door Johannes de Doper heeft laten dopen, lezen we bij hem:

Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. Veertig dagen bleef hij in de woestijn (…). (Markus 1:12-13a)

Het isolement in de woestijn waarvan hier sprake is, is niet op grond van Jezus’ eigen initiatief. We lezen niet: hij trok zich terug – we lezen dat hij gedreven werd door de Geest. Voor Markus’ verhaal is dat van groot belang. Hij laat zijn Evangelie beginnen op een plaats van niet-leven (de woestijn) en hij eindigt het met een plaats van niet-leven (het graf). Alsof hij zijn lezers tegen alle verwachtingen in duidelijk wil maken dat het leven juist daar begint waar je dat niet (meer) voor mogelijk had gehouden.

Na veertig dagen woestijn begint Jezus zijn openbare leven in Galilea en vinden we hem ‘op straat’. Al snel is er sprake van veel genezingen, omdat zieken en bezetenen ’s avonds laat naar hem toe werden gebracht. Meteen daarna echter lezen we:

Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. (Markus 1:35)

Hier is het Jezus zelf die zich terugtrekt om een eenzame plek te zoeken. De reden daarvoor lezen we ook: om te bidden. Na de genezing van iemand die aan huidvraat leed, kon Jezus niet langer openlijk in een stad verschijnen en moest hij op eenzame plaatsen buiten de steden blijven. Hier is het de omstandigheid waarin hij verkeert waardoor hij zich genoodzaakt ziet een beslissing te nemen. Dit is geen imperatief moeten, maar een moeten omdat het eenvoudigweg niet anders kon. Zoiets als: ik moest omrijden omdat de weg was opgebroken. Helpen deed het echter niet. Mensen bleven van alle kanten naar hem toe komen (1:45).

Jezus is in wat hij zegt en doet ronduit populair. Zo populair dat de toeloop van menigten in Galilea dusdanig is dat hij zich meermaals genoodzaakt voelt om zich terug te trekken voor rust. Ondanks de noodzaak is dat dan toch ook op eigen initiatief. Alleen, of met zijn leerlingen: Hij ‘week met zijn leerlingen uit naar het meer’ (3:7). Zonder succes overigens, want een grote menigte, overal vandaan, bleef hem maar volgen. Zozeer zelfs dat hij zijn leerlingen de opdracht geeft om een boot voor hem gereed te houden om te voorkomen dat hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen (3:9).

Ondanks zijn populariteit onder mensen in Galilea heeft hij ook tegenstanders (dat begint al vanaf hoofdstuk 2 vers 6). Opvallend is dan dat we nergens lezen dat hij zich terugtrekt vanwege de spanning die dat gegeven met zich meebrengt. Sterker nog, op een gegeven moment kiest hij ervoor naar Jeruzalem te gaan, terwijl iedereen weet dat dat een gevaarlijke onderneming is. Hoewel we ook lezen dat hij zijn leerlingen uitzendt (3:14 en 6:7) en dat hij bewust naar mensen toe gaat om ze te onderwijzen (4:1 en 6:6), komen de momenten van afzondering toch steeds weer terug. Gekozen of afgedwongen. Zo wil hij met zijn leerlingen het meer oversteken (5:35) en komt dan in een gebied met grafspelonken. En daar blijkt hij dan toch niet helemaal alleen te zijn. Hij treft er een bezeten, geketende man aan. In een soort isoleercel avant la lettre, zou je kunnen zeggen. Deze man wordt genezen – en daardoor uit zijn isolatie gehaald, maar met een groot verlies aan varkens. Er is sprake van onreine geesten die vanuit de man in deze varkens zijn getrokken, met als gevolg dat deze dieren zich massaal (wel tweeduizend stuks) vanaf een steile helling het meer in stortten. Indrukwekkend, maar voor de varkenshouders en de plaatselijke bevolking niet leuk:

Daarop drongen de mensen er bij Jezus op aan om hun gebied te verlaten. (Markus 5:17)

Zij willen hem er liever niet bij als hun leven economisch wordt geraakt – en daarom wordt hij weggestuurd. Weer met de boot overgestoken, is er dan opnieuw sprake van een grote menigte (5:21). Wanneer de uitgezonden leerlingen zijn teruggekeerd, neemt Jezus hen mee naar een moment van rust:

Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten. (Markus 6:31)

Maar, je kunt dat als lezer eigenlijk al raden, dat lukt niet, omdat de mensen hem met zijn directe kring bleven volgen. Heen en weer varen lijkt een constante in de zoektocht naar rust. Zo moeten de leerlingen met de boot alvast vooruit naar Betsaïda, terwijl Jezus zelf nog achterblijft op een berg om te bidden (6:45-46). Opvallend is dat de leerlingen niet in Betsaïda aankomen, maar in Genesaret (6:53). En daar is er dan weer opnieuw sprake van een komen en gaan van mensen. En passant wordt ons vervolgens gemeld dat hij een huis is binnengegaan, weg van de menigte (7:17). De volgende stap is dat hij vertrekt naar de omgeving van Tyrus, om daar onopgemerkt zijn intrede te nemen in een huis (7,24). En weer lukt dat niet.

Het lukt wel als we lezen dat hij Petrus, Jakobus en Johannes met zich meeneemt, een hoge berg op, ‘waar ze helemaal alleen waren’ (9:2). Dat alleen-zijn is wezenlijk, maar is niet bedoeld om te duren. De leerlingen wilden er tenten opzetten, maar dat is blijkbaar de bedoeling niet. Ze moeten die berg ook weer af. En teruggekeerd is er dan weer sprake van een grote menigte (9:14). En ook weer van een huis ingaan, waar ze alleen waren (9:28).

Jezus is in wat hij zegt en doet ronduit populair

Na de keuze om naar het drukke Jeruzalem te reizen, lezen we dat Jezus zich, als hij is aangekomen, ook daar wenst terug te trekken in een relatieve rust – ’s avonds, van de tempel naar Bethanië (11:11). Een gegeven dat zich herhaalt (11:19). En we lezen dat hij met zijn leerlingen Petrus, Jakobus, Johannes en ditmaal ook Andreas, alleen is op de Olijfberg (13:3). Die Olijfberg zal als locatie een rol blijven spelen. Na het Pesachmaal wel heel dramatisch (14:26). Meer specifiek speelt de olijfgaard die Getsemane heette een rol. Daar kiest Jezus ervoor alleen te bidden (14:32). Hij was er met grote onrust (zijn dood stond voor de deur) in relatieve rust (hij bad alleen). Dat alleen-zijn kon echter niet beletten dat hij daar verraden werd. Zijn arrestatie kan gezien worden als een opgelegd isolement, van buitenaf. Hij staat volledig alleen, zowel voor de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden, als enige tijd later voor Pilatus, om vervolgens aan het kruis nog meer alleen te zijn dan ooit tevoren. Een niet gekozen isolement en tegelijkertijd een isolement dat hij niet ontlopen heeft.

Dat Jezus naar Galilea ging (1:14) en later naar Jeruzalem (10:32) betekent dat hij voor zijn boodschap (‘Het koninkrijk van God is nabij’) mensen zocht. In het dagelijks leven echter zijn er verschillende momenten van (even) afstand nemen of (even) geen plaats vinden. Te vaak om dat af te doen als incidenteel. Over de compositie die Markus koos om zijn verhaal over Jezus te vertellen is veel te zeggen. Te veel om dat hier te doen. In grote lijnen is het echter duidelijk dat Markus een soort tweeluik heeft geschreven dat draait om een scharnier. In zijn verhaal staat Galilea (waar Jezus werd gevolgd) tegenover Jeruzalem (waar hij werd vervolgd) en tussen die twee uitersten is Jezus lerend op weg. Dat laatste is het scharnierpunt, sterker nog, het centrale deel in het Evangelie. Letterlijk en figuurlijk. Met het herhaaldelijk wijzen op de menigten in Galilea heeft Markus mogelijk het breed volgen van Jezus nog eens extra benadrukt.

De reactie van Jezus blijft daarbij echter uitermate menselijk. Hij wordt niet neergezet als iemand die al die toeloop op zijn sloffen wel aankan, maar als iemand die ook zijn eigen rust nodig heeft. Wezenlijk blijft evenwel het gegeven dat Jezus ook zelf mensen zoekt. Maar, zo lezen we, uitsluitend om te onderwijzen (4:1 en 6:6). Nooit lezen we: vandaag ga ik eens een heleboel mensen genezen. Wel zien we dat hij steeds antwoordt op de nood van mensen die hem hebben gezocht of die hij op zijn weg tegenkomt. Hij haalt ze uit hun isolement, of het nou gaat om blinden, bezetenen of mensen met huidvraat bijvoorbeeld. Maar dit alles alleen in het licht van zijn boodschap: het koninkrijk Gods is nabij.

Het zij mij hier vergund een uitstapje te maken naar de kerken in onze eigentijdse samenleving. Jezus wordt door kerken als vanzelf gezien als een lichtend voorbeeld voor mensen in nood. Een rolmodel. Toch komen we woorden als ‘crisispastoraat’ en ‘onderhoudspastoraat’ die vandaag in parochies en kerkelijke gemeenten wel gebezigd worden, omdat ze worden beschouwd als belangrijk, als zodanig in het evangelie niet tegen! Er zijn nog steeds voorgangers die denken dat ze er twenty-four-seven voor hun parochianen of gemeenteleden moeten zijn. Dat denken verraadt dan zoiets als een messiascomplex – een houding die gebaseerd is op onjuiste of in ieder geval onvolledige gronden. Deze voorgangers gunnen zichzelf geen rust en dat is vroeger of later een goed recept voor het krijgen van een burn-out. Waarom geen voorbeeld genomen aan Jezus zoals die door Markus beschreven is? De Jezus die ook tijd neemt voor gebed (bezinning?) en rust.

Deze voorgangers gunnen zichzelf geen rust en dat is vroeger of later een goed recept voor het krijgen van een burn-out

Gaat het bij Jezus om het zoeken van rust, dan vinden we twee sporen. Het is voor Jezus van belang om regelmatig alleen te zijn met zijn vader. Om te bidden lezen we dan (1:35). En het is voor hem van belang regelmatig vanwege opdringende menigten ook de rust te zoeken die hij zelf nodig heeft. Blijkbaar om in balans en op de been te blijven (3:9).

Bij het voorbeeld van de bezeten, geketende man, zijn het de anderen die Jezus liever op afstand houden. En in zekere zin, zij het om heel andere redenen, geldt dat ook voor de schriftgeleerden en de Herodianen. Jezus is blijkbaar in staat hen te irriteren. Mensen in nood zet hij keer op keer weer in de ruimte. Een ruimte die de noodlijdenden wonderwel niet door iedereen wordt gegund. Zijn handelen roept ook weerstand op en die weerstand kun je de prijs van Jezus’ inzet noemen. Een prijs die hij niet ontloopt, getuige ook het verhaal van de tempelreiniging. Het is niet zo vreemd dat hij daar in woord en daad kwaad bloed heeft gezet.

Afsluitend: Dat Jezus, geconfronteerd met grote drukte op gezette tijden ook rust zoekt, mag meer dan duidelijk zijn. Bij mensen in nood en tegenstanders ligt dat anders. Blinden, doven, lammen, bezetenen en mensen met huidvraat of een andere al of niet aangeboren aandoening, verkeren in een isolement. Zij kunnen door omstandigheden niet volledig deelnemen aan het leven. En voor mensen met huidvraat geldt zelfs dat ze, zolang ze aan hun ziekte lijden, uitgestoten en gemarginaliseerd zijn. Al was er toen, voor hen, ook los van Jezus, wel degelijk genezing mogelijk (zie hiervoor het artikel van Harm van Grol in dit nummer).

Sommige bezetenen zijn geïsoleerd om te voorkomen dat ze schade toebrengen. Afstand geboden, en daarom voor dezen een durende quarantaine – een ‘lockdown’ die doorgaans niet kan worden opgeheven. Deze mensen worden in hun contact met Jezus bevrijd uit hun isolement en opnieuw in de ruimte gezet. Jezus staat voor een ‘open-up’. Hijzelf daarentegen wordt door zijn tegenstanders, als ze de kans krijgen, geïsoleerd vanwege economische, politieke of religieuze redenen. Zij zijn eropuit zijn ruimte in te perken of weg te nemen. Daarbij gaat het in het geval van mensen in nood om een gedwongen isolement (zij het per geval verschillend), en in het geval van de tegenstanders om een keuze. En wat doet Markus met zijn verhaal? Hij legt zijn lezers een keuze voor. Maar als het aan hem ligt niet die van Jezus’ tegenstanders!

Gerard van Broekhuizen is theoloog en kunstenaar.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken