Menu

Basis

De taal van vertrouwen

Enis Odaci is moslim, publicist en reli-ondernemer. Herman Koetsveld is predikant in de Protestantse Kerk, cultuurtheoloog en dichter.
Ze schrijven samen boeken en artikelen, en treden samen op als sprekers. Waarin ligt de kracht van hun samenwerking? En is er ook iets ongemakkelijk of lastig? Ze schrijven elkaar er een brief over.

Beste Herman,

Onze samenwerking bestaat dit jaar alweer tien jaar! Ik herinner me onze eerste kennismaking: vooral voor mij was het een beetje ongemakkelijk. Ik had namelijk nog nooit met een dominee om tafel gezeten. Maar de aanleiding voor onze eerste kennismaking was een mooie.

Geert Wilders had het weer eens op zijn heupen en publiceerde in 2008 de islamkritische film ‘Fitna’. Het was een tijd waarin het debat over moslims opnieuw een negatieve wending nam, nadat Theo van Gogh, Ayaan Hirsi Ali en natuurlijk Pim Fortuyn hem al waren voorgegaan. Het voelde alsof ik als moslim exclusief mikpunt was van heel de samenleving, van heel de politiek, van mensen die mij niet kenden. Zo werkt dat: politieke kopstukken hebben een grote invloed op de samenleving en of je wilt of niet, hun uitspraken neem je onderhuids wel degelijk mee.

Toen Wilders en de zijnen dat harde debat over de islam begonnen in te kleuren met termen als ‘joods-christelijk’ voelde ik me nog eens extra eenzaam. Ik dacht: waarom staan christenen niet op tegen Wilders? Dat bleken velen gelukkig wel degelijk te doen, maar ik zat natuurlijk in een bubbel. Tot jij in datzelfde jaar het Manifest van Advent publiceerde waarin je met 40 Twentse predikanten stelling nam tegen de taalverruwing van Wilders en de uitsluiting van mensen puur en alleen vanwege hun geloof. Die boodschap had ik op dat moment nodig, Herman! Het was balsem voor mijn ziel.

Na onze eerste kennismaking volgde een tweede, een derde en vele andere. Inmiddels reizen we samen, spreken samen op bijeenkomsten en af en toe mogen we beleidsmakers adviseren. Onze boodschap is simpel: spreek de taal van vertrouwen. Dat is geen naïeve wegkijktaal, maar eenvoudigweg nieuwsgierige, inclusieve taal. Uit onze woorden laten we blijken dat we iedereen zien en horen en we stellen daarbij de vraag: Wat komt er uit je handen? Wat wil jij voor mij betekenen? Wat kan ik voor jou betekenen? Dat vind ik fijn aan mijn samenwerking met jou: je je bent voor mij geen wandelende bijbel, alhoewel je driftig met bijbelverzen weet te strooien, maar je bent een mens van vlees en bloed, een vader die zich zorgen maakt om zijn kinderen, een dromer en een reiziger door het leven.

Doordat je jezelf als mens laat zien, heb ik een veel beter beeld gekregen van jouw christendom dan honderd bijbelstudies. Maar dan is de dringende vraag: hoe kunnen we de gure wind van polarisering en nationalisme weerwoord bieden, zo klein en individueel als wij beiden zijn?

Hartelijke groet, Enis

 

Beste Enis,

Hoe verrassend vond ik het dat jij met mij contact opnam na de publicatie van het Manifest van Advent. Van dat ‘beetje ongemakkelijk’ van de eerste contacten herinner ik me gelukkig niet zoveel. Wat ik me wel goed herinner is het opzienbarende tempo waarin we tot elkaar kwamen. Er was niet zoiets als een ‘agenda’ in ons contact, maar het drong zich in mijn beleving als het ware aan ons op: als wij eensgezind als moslim en christen naar buiten treden met ons geloof in de kracht van de taal van het vertrouwen, dan komt die boodschap zoveel krachtiger over dan los van elkaar.

We zaten wonderlijk genoeg heel rap op hetzelfde spoor. Jij bent nieuwsgierig en voor mij geldt hetzelfde. We willen weten van elkaars bronnen, ideeën, geloofsvoorstellingen, leven. En als we woorden tegenkomen waaraan we een verschillende betekenis of gewicht geven, dan praten we daarover door. We hoeven dan niet tot dezelfde conclusie te komen. Ik herinner me een mooi gesprek over het begrip ‘openbaring’. De kernvraag van het geloof kun je zeggen: hoe weten jij en ik van God? We werden het niet tot achter de komma met elkaar eens, maar middels zo’n mooi geloofsgesprek leer ik niet alleen van jouw visie, maar word ik ook weer ‘gedwongen’ mijn eigen visie te verwoorden en tegen het licht te houden. Twee keer winst dus.

Ik denk dat het kloppende hart van onze samenwerking en vriendschap ons beider overtuiging is dat het oordeel over de ander niet aan ons is. Jij gebruikt vaak de metafoor van de op aarde gevallen hemelse spiegel: niemand heeft de hele spiegel, maar elke traditie heeft een scherf. Wat een waar beeld: alleen elkaar aanvullend kom je tot een completer beeld.

Ik bewonder jou om de verrukkelijke combinatie van analyserende scherpte en ontwapenende humor die je weet aan te wenden om jouw boodschap over het voetlicht te brengen. Ik heb al zo vaak een zaal met terughoudende dan wel argwanende mensen binnen de kortste keren zien ontdooien bij een goed getimede grap van jou.

Wat in ons contact ongemakkelijk is? Eerlijk gezegd kan ik niks bedenken. Integendeel. Het is me vaak overkomen dat ik in de vroege avond wat vermoeid na een dag werken bij jou in de auto stap om voor een lezing naar een gemeente te rijden – om vol energie en vrolijkheid diep in de nacht weer thuis te komen. Vraag mij niet hoe het werkt. Ik houd het graag zo klein. En dat is wat mij betreft ons weerwoord tegen verharding en polarisering.

Hartelijke groet, Herman

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken