Menu

Basis

Blijf niet staren

Plaatselijke geloofsgemeenschappen veranderen met de tijd en zijn voortdurend in transitie. In de basisgemeenten die in de jaren zeventig ontstonden lag het zwaartepunt op actie. Gaandeweg ontstond meer balans tussen maatschappelijk engagement en spiritualiteit.

In 1996 vierde de Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn haar 20-jarig jubileum, in een grote kring rond een vlak van kleurige doeken. Op dat vlak stonden drie vuren, die tijdens een liturgisch moment werden ontstoken. Het eerste vuur voor het verleden, alles dat was. De mensen die wij misten, alle mooie vieringen en bijeenkomsten, onze geschiedenis samen. Het tweede vuur brandt voor wat is, het heden. De gemeenschap van pakweg negentig zielen die wij op dat moment zijn. Het derde vuur vlamt op voor wat komt, in de hoop dat wij een geïnspireerde, levendige geloofsgemeenschap blijven.

Dat een basisgemeente als de onze twintig jaar bestond, was op zich al een klein wonder. Zonder dominee of priester, zonder gebouw, zonder duidelijk omschreven uitgangspunt en of belijdenis, zonder vaste liturgie. ‘Een weg is er niet, al gaande wordt de weg gebaand’, zeiden wij. En dat bleek ook zo te zijn, tot op vandaag. Want het wordt nog wonderlijker: wij bestaan nog steeds. Kleiner, anders, meer verinnerlijkt.

Bevrijding

Basisgemeenschappen in Nederland ontstaan op de wind van verandering, die in de jaren zeventig overwaait uit Zuid-Amerika. Aan de basis van de rooms-katholieke kerk sloegen parochianen de Bijbel open en begonnen zelf de Schrift te lezen.

Een ingrijpende transitie komt op gang, door zelf de Bijbel ter hand te nemen. Voorbij aan heersende dogma’s en voorgeschreven exegese ontdekken zij dat het bevrijdende verhaal van de uittocht uit Egypte hun verhaal is. Armen en onderdrukten vinden uitzicht en nieuwe hoop in de verhalen van schepping, uittocht en opstanding. Bevrijdingstheologen als Boff, Guttierez en Cardenal onderbouwen deze beweging van onderop, die onrecht aanklaagde en wegen naar vrijheid wees.

Ook in Nederland ontstaan basisgemeenschappen, die zich verenigen in de Basisbeweging Nederland. In de jaren tachtig zijn 50 groepen lid van deze beweging. Denk aan de Amsterdamse Dominicusgemeente en Basisgroep Het Kompas, Basisgemeente Exodus in Ede, De Vier Handen in Groningen, Basisgemeente Leeuwarden. In heel Nederland nemen vrouwen en mannen het initiatief om nieuwe gemeenschappen te vormen.

Maatschappelijk engagement, vernieuwende liturgie en basisdemocratie zijn de trefwoorden. Vanaf het begin zijn de groepen oecumenisch van karakter. Deze kenmerken worden node gemist in de bestaande kerken, die al bijna ontploffen bij het idee dat een discussie over politiek zou losbarsten.

Aan lectio divina deden wij niet, aan spandoeken schilderen des te meer

Het gaat mij hier niet om de geschiedenis van de Basisbeweging. Die is kleurrijk, inspirerend en soms tragisch gevangen in ideologische discussies. Het gaat mij om de ontwikkelingen van zo’n basisgemeente door de jaren heen. Ik neem daarbij Apeldoorn als voorbeeld. In 1980 kwam ik daar wonen en sloot ik mij direct bij deze basisgemeente aan, om er nooit meer weg te gaan.

Actie

Begrippen als mystiek en spiritualiteit waren heel ver weg in de eerste decennia van de basisbeweging. Alles draaide om maatschappij-analyse en politieke actie. Aan lectio divina deden wij niet, aan spandoeken schilderen des te meer. De Bijbel lag naast de krant, deze naast elkaar lezen gaf ons inspiratie.

Wij solidariseerden ons met pakweg alle verworpenen der aarde. Daar was reden genoeg voor. In Chili werd in 1973 met hulp van de Verenigde Staten gewelddadig een einde gemaakt aan de democratisch gekozen regering van Salvador Allende. In 1980 werd in El Salvador de sociaal bewogen bisschop Oscar Romero vermoord, terwijl hij de mis opdraagt. In Zuid-Afrika werd, met een beroep op de Bijbel, een apartheidsregime in stand gehouden. En dus voerden wij actie bij de marktkraam die de verfoeide Outspan-sinaasappels verkocht.

Vleugels kregen wij tijdens de massale beweging tegen de plaatsing van kruisraketten. In onze maandelijkse vieringen, in een dienstencentrum voor ouderen, was de wereld nooit ver weg, de titels ervan spreken boekdelen. Zij werden en worden voorbereid door wisselende groepen van gemeenteleden. Je kon intekenen op een thema, waarna je in pakweg zes avonden van doorwrocht discussiëren een viering in elkaar zette. Een vaste liturgische orde was er niet, elke voorbereidingsgroep startte bij nul. Gemeenteleden, vrouwen en mannen, gingen voor in deze vieringen. Je moet wel, als er geen professionele voorganger is.

Viering van brood en wijn in de Oecumenische Basisgemeente Apeldoorn (foto: Wim Welling)

Dat leverde creatieve, interactieve en vernieuwende vieringen op. Inhoud en vorm werden door gemeenteleden bepaald. Er waren genoeg vieringen waarin de naam van God of Jezus niet genoemd werden en de Bijbel dicht bleef. Alleen in de liederen die wij zongen, aanvankelijk bijna uitsluitend repertoire van Huub Oosterhuis en Jan van Opbergen, kwam een hogere werkelijkheid binnen.

De reden daarvoor was zonneklaar: de beweging wilde breken met de verinnerlijkte, wereldvreemde manier van geloven en vieren die de bestaande kerken praktiseerde. De Bijbel lezen we niet in een liturgisch of spiritueel vacuüm, maar in de harde en mooie werkelijkheid van vandaag. Wie avondmaal of eucharistie viert, kan niet heen om armoede en onrecht. De maaltijd is een drievoudige herinnering. Aan de haastige maaltijd in de nacht van de uittocht. Aan de laatste maaltijd die Jezus met zijn leerlingen houdt. Aan onze opdracht om de wereld te maken tot een plaats waar God wonen wil, omdat er vrede en gerechtigheid heersen.

Spiritualiteit

Zo begon het. Mijn vak is verteller, meestal maak ik een kort verhaal lang. Nu maak ik een lang verhaal kort: wij veranderden. De samenleving veranderde. De kerken veranderden. Wij veranderden. Die veranderingen hangen met elkaar samen, brengen elkaar voort.

Sociale bewegingen kozen nieuwe thema’s en vormen. De focus verschoof van ver weg naar dichter bij huis, van maatschappelijke actie naar professionele beïnvloeding van de politiek. In zijn bijdrage over de Woodbrokers beschrijft Maarten van den Bos hoe politieke partijen hun wortels in de samenleving opgaven voor een kamer in de ivoren toren van de landelijke politiek. Ook bleek het veranderen van de werkelijkheid weerbarstiger dan wij in onze dromen hoopten. Het gevecht tegen de bierkaai vroeg om langere adem, misschien wel om herademing. Wij ontdekten het belang van de binnenkant van ons streven.

Een kracht van liefde, diep verborgen in ieder van ons

Wij hadden het kunnen weten. Sommigen van ons hadden naast het lopen van een protestmars al eens meditatief gewandeld. Of gemediteerd op een matje. Theologe Dorothee Sölle had in haar theologie met haar heenreis en terugreis de weg gewezen. Maatschappelijk engagement en spiritualiteit staan niet tegenover elkaar, zij horen bij elkaar. Voeden, versterken en beïnvloeden elkaar.

De kerken veranderden. Er kwam liturgische vernieuwing op gang, nieuwe vormen van vieren. Mijn indruk is dat leken daarbij nog altijd in de schaduw blijven van theologische professionals. Dat is bij ons ondenkbaar.

Ontegenzeggelijk openden de kerken hun deuren voor de wereld. Zij werden de motor voor een beweging als De Arme Kant van Nederland, richtten Voedselbanken op, bouwden Kerk in Actie op. In programma’s van Vorming en Toerusting buigen gelovigen zich over maatschappelijke onderwerpen. De kerk mijdt de wereld niet langer, zij verhoudt zich ertoe.

Verinnerlijking

Wij veranderden. De gemiddelde leeftijd steeg, kinderen en jongeren verdwenen. De mensen die nu aanhaken zijn geen jongeren. Logisch, dat toon en vorm van vieringen veranderen. Ouders met jonge kinderen bereiden andere vieringen voor dan zestigers. De vitaliteit blijft lang, maar neemt uiteindelijk af. Ouderdom brengt onherroepelijk verinnerlijking met zich mee. De perspectieven op je leven verschuiven en daarmee ook de rol van zingeving en spiritualiteit. Hadden we in onze beginjaren nog enkele kinderen gedoopt, er kwam een moment dat we afscheidsvieringen moesten gaan organiseren. Dat bleken wij te kunnen. De werkgroep Adieu neemt die verantwoordelijkheid op zich.

Onze vieringen zijn nog steeds elke maand anders. In vorm en inhoud kwam er een betekenisvolle verschuiving. Minder woorden, meer stilte. Meer naar binnen, minder naar buiten. Al is de wereld nooit ver weg en zijn velen van ons nog steeds betrokken bij organisaties als Amnesty International, Wereldwinkel, klimaatacties, progressieve politieke partijen. Natuurlijk hadden sommigen van ons weleens gemediteerd en sacred dance was ons ook niet vreemd, maar het had nooit behoord tot het hart van onze jonge traditie. Nu leerden wij Hildegard van Bingen kennen en andere vooraanstaande mystici.

Iemand legde ons de diepe betekenis van een labyrinth uit. Soms scheerden wij langs de Nieuwe Tijd. Steeds trok God in nieuwe betekenissen met ons mee. Was Hij ooit God-Bevrijder of konden we eventueel zelfs geloven in een God die niet bestaat, een andere keer was Zij een kracht van liefde diep verborgen in de schepping en in ieder van ons.

Naarmate bij onze leden de individuele interesse voor spiritualiteit groeide, vonden deze thema’s een weg naar de vieringen. Ook hier spreken titels van vieringen boekdelen. In het heetst van de strijd tegen de kruisraketten zou een viering over ‘Thuis bij de woestijnvaders’ ondenkbaar zijn geweest. Wij verhuisden van het dienstencentrum naar de kerk van de Doopsgezinde Gemeente, waar wij elke eerste zondag onze viering houden. Niet iedereen zat te wachten op die verhuizing naar nota bene een kerk. Gelukkig bevalt het goed.

Hoe het ook zij, stevig verankerd in ons DNA is de overtuiging dat ons geloof verbonden is met onze verantwoordelijkheid voor de wereld waarin wij leven. In elke tekst zullen wij op zoek gaan naar de betekenis van de beelden en woorden voor de mensen die wij zijn.

Democratie

Beslissend in onze geschiedenis is de keuze voor een democratische wijze van organiseren. Onze maandelijkse basisvergadering is daarvan het brandpunt, doorgaans bezocht door twintig tot dertig mensen. Waar een nieuwe predikant of een beslissing vanuit het bisdom de richting van gemeente of parochie kan sturen, zitten wij samen aan het stuur. ‘De basis is, waar niemand de baas is’.

Er waren in de loop van de jaren forse discussies over welke richting wij als gemeente zouden moeten kiezen.

Soms haakten mensen af, omdat wij te christelijk, te activistisch, te weinig christelijk, te radicaal, te weinig radicaal waren. We kwamen er steeds weer met elkaar uit, ook omdat we respect hadden voor de individuele keuzes die we maakten. De gemeenschap bleek sterker dan onderlinge verschillen.

Het was zeker nooit ideaal. Ook wij liepen op tegen het menselijk tekort. Het was wel goed, verrijkend, inspirerend. Samen baanden wij de weg, die er voorheen niet was. De transitie van politiek activisme naar een wisselende balans tussen actie en spiritualiteit verliep in onze gemeente geleidelijk en in hoofdzaak harmonieus.

Er zijn anno 2021 nog enkele basisgemeenten over, de landelijke basisbeweging vervaagde.

Op 14 maart dit jaar vond in Nederland, vier dagen voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer, het Klimaatalarm plaats. Binnen de geldende coronamaatregelen vroegen de demonstranten aandacht voor de klimaatcrisis. In Apeldoorn gebeurde dat in het Oranjepark. Er mochten honderd mensen komen. Daarvan waren er 15 uit mijn basisgemeente, op afstand de best vertegenwoordigde geloofsgemeenschap. Ouder, wijzer, maar nog steeds met iets in ons hoofd, dat stroomt en licht geeft.

Kees Posthumus is verhalenverteller, kerkjournalist en dagvoorzitter.

Verdiepingsstof

www.oecumenische-basisgemeente-apeldoorn.nl

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken