Menu

Basis

Discipelschap door creatieve ‘kliederkerk’: verbinding met andere kerkplekken nodig

Kliederkerk, een missionaire vorm van kerk-zijn waarin jong en oud samen op een creatieve manier de betekenis van bijbelverhalen ontdekken, heeft een aantrekkingskracht op een voor kerken lastig te bereiken doelgroep: gezinnen met jonge kinderen. Het aantal kliederkerken in Nederland groeit, gemeenten en deelnemers zijn enthousiast.

Dat stelt de Protestantse Kerk in Nederland, die de beweging initieert en faciliteert, voor nieuwe uitdagingen. Een van de grote vragen betreft het groeien in geloof van mensen die (op)nieuw in aanraking komen met het christelijke geloof. Kunnen mensen die meer willen weten hoe het is om leerling van Jezus te zijn, op een natuurlijke manier, binnen de gemeenschap van de kliederkerk, verdere stappen zetten?

Kliederkerk is bedoeld als een instapmodel van kerk-zijn. Mensen kunnen proeven van bijbelverhalen, in contact komen met een kerkelijke gemeenschap en samen met verschillende generaties iets ontdekken van God.

Tegelijkertijd is kliederkerk nadrukkelijk niet alleen een leuke (knutsel)activiteit voor kinderen en hun (groot)ouders, naast de ‘echte’ kerk. Het heeft de ambitie én de ingrediënten om een volwaardige vorm van kerk te zijn en is dat op een groeiend aantal plaatsen in Nederland al. Daarbij is het verlangen dat deelnemers verder gaan in het spoor van Jezus als leerling.

In literatuur over de ‘Messy Church’ (waarvan de Nederlandse kliederkerk een zusje is) wordt discipelschap gezien als een van de belangrijkste uitdagingen. Het lukt wel om mensen vrijblijvend kennis te laten maken met geloof, maar mensen helpen om daarin stappen te zetten is een heel ander verhaal. De oplossing daarvoor ligt niet zozeer in het aanpassen van het model van Messy Church, maar in het verder ontwikkelen van de hele kerk als een netwerk, waarin Messy Church en andere vormen van kerk-zijn wederzijds van elkaar afhankelijk zijn.

‘[A church] that values and encourages playful questioning cannot be far from the kingdom of God’ (BAYES 2013, 102)

Dimensies van discipelschap

In dit artikel spreken we zowel over discipelschap als over leerling van Jezus zijn. In het Nederlandse kerkelijke gebied heeft ‘discipelschap’ een wat vrome, evangelische connotatie (zie ook Stoppels 2013, 13ff). Discipelschap is dan voor de harde-kern-gelovigen die het geloof heel erg serieus nemen en ook vaak ‘verticaal’: gericht op uitingen als bidden en bijbellezen.

Wij zien discipelschap als de in dagelijkse praktijken uitgewerkte wens om Jezus te volgen. Dat kan op heel veel verschillende manieren. Je hoeft er bijvoorbeeld niet per se betrokken kerklid voor te zijn of elke zondag in de kerk te zitten. Wij vinden het idee van leerling-zijn daarin het belangrijkste: iedereen die Jezus wil volgen, heeft iets te leren.

Discipelschap bestaat uit verschillende dimensies. Vaak wordt daarbij de drieslag believingbelonging – behaving gehanteerd (de volgorde kan verschillen), en soms wordt er een vierde element toegevoegd, namelijk blessing (Drane 2013, 115). ‘Believing’ is het overtuigd raken van christelijke geloofsinhouden, ‘behaving’ is gedragen op een wijze zoals past bij een volgeling van Jezus, ‘belonging’ is het betrokken zijn bij een christelijke gemeenschap en ‘blessing’ is dan het weer doorgeven van het goede dat je zelf hebt ontvangen.

Diversiteit aan manieren

De wens naar doorgroeien in het leerling-zijn van Jezus kan op gespannen voet staan met het evenementkarakter van de kliederkerk. De laagdrempeligheid en de vaak lage frequentie van de bijeenkomsten – gemiddeld zes keer per jaar – kan ervoor zorgen dat deelnemers zich bezoekers blijven voelen. Ook kan een kliederkerk georganiseerd worden als een losse activiteit door een commissie van enthousiaste mensen die het event voor anderen organiseren. Na de bijeenkomst zijn er dan geen mogelijkheden om dimensies van discipelschap, zoals behaving of belonging verder te ontwikkelen.

Voor de duidelijkheid: de diversiteit aan manieren waarop kliederkerken georganiseerd worden, is op zich geen probleem. Een goede kliederkerk waar mensen eens in de zoveel tijd naar toe kunnen gaan, heeft waarde in zichzelf. Maar mensen die verder willen, zouden op een natuurlijke manier moeten kunnen doorstromen.

Een manier om dat te doen is kliederkerk te beschouwen (en te organiseren) als een vorm van kerk-zijn, die in natuurlijke verbinding staat met andere vormen van kerk-zijn. Praktisch theoloog Henk de Roest stelt dat we de kerk moeten denken als een ‘configuratie van kerken en kerkjes, een netwerk van talloze soorten kerkplekken van verschillende signatuur’. ‘De kerk vormt zich’, aldus De Roest, ‘telkens opnieuw in kerkplekken met een voorlopig karakter, waarbij gemeenten en parochies slechts één soort kerkplek zijn te midden van andere kerkplekken’ (De Roest 2010, 150).

In dit artikel volgen we de lijn van De Roest en beschouwen we kliederkerk (en andere vormen van kerk-zijn) als een kerkplek binnen een netwerk van kerkplekken.

De centrale vraag voor dit artikel is: hoe kan kliederkerk mensen van alle leeftijden helpen om (verder) te ontdekken wat het betekent om leerling van Jezus te zijn?

We beargumenteren dat kliederkerk nu al mensen helpt om te ontdekken wat leerling-zijn van Jezus behelst, met name door het intergeneratieve karakter, de holistische wijze van vieren en de verbinding die gelegd wordt met het dagelijkse leven. In het discussiedeel van dit artikel werken we uit hoe kliederkerk verbinding kan leggen met andere vormen van kerk-zijn met het oog op discipelschap.

We baseren ons in dit artikel op onze ervaring met de praktijk. Door het gebruik van narratieven – ‘vignetten’ – maken we al beeldend duidelijk wat uit observaties en ervaringen van kliederkerken zelf blijkt.

‘Missional turn’

De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) wil een meer missionaire kerk worden, geïnspireerd door de Fresh Expressions-beweging in Groot-Britannië. Om de verschillende vormen van kerk-zijn – zoals kliederkerk – binnen de PKN een goede plek te geven, is een proces van reflectie en onderzoek gestart (zie De Reuver en Vellekoop 2019). Een diversiteit aan vormen moet leiden tot een diverse kerk die meer soorten mensen aanspreekt en tegelijkertijd één kerk blijft.

Deze reflecties passen binnen een bredere missionaire discussie. De huistheoloog van de Fresh Expressions-beweging, Michael Moynagh, benadrukt het belang van nieuwe ecclesiale gemeenschappen (Moynagh 2017, 4). Een kerk die alleen op zondag een uur open is, volstaat niet. Volgens Moynagh is missie iets wat je samen doet in het dagelijkse leven.

Moynagh staat een missionair model voor, waarbij mensen in hun buurt, op hun werk, in de pub, vormgeven aan de kerk. Ze verbinden zich op een contextuele manier met de plek waar ze zijn. Dat doen ze samen met anderen.

Een groep oudere vrouwen kan samen breien en praten over het leven (zie bijv. Dutton 2014), liefhebbers van bier kunnen wekelijks op dinsdagavond samen bijbelverhalen lezen en bier drinken in de pub. Zo ontstaan er allerlei nieuwe contextuele ecclesiale groepen, die samen met bestaande vormen van kerk-zijn ‘kerk’ genoemd kunnen worden. Moynaghs missionaire model staat tegenover het uitnodigend model van kerk-zijn, waarbij je mensen uitnodigt om in de kerk te komen.

Kliederkerk past zowel bij het missionaire model als het uitnodigende model. Enerzijds is het een evenement, met een viering, vaak in een (kerk)gebouw. Anderzijds wordt er binnen het concept ruimte gemaakt voor elementen die mensen normaal niet met een viering associëren (zoals de creatieve ontdekkingstocht en de gezamenlijke maaltijd) en wordt er heel bewust een verbinding gelegd met het dagelijkse leven. Veel kliederkerken onstaan of veranderen door een proces van luisteren naar de context (cf. Moynagh 2017, 50). Dit resulteert vaak in een bijeenkomst in het kerkgebouw, maar dat hoeft niet.

Zo ontstond een kliederkerk in Drachten uit de behoefte van twee gezinnen – één kerkelijk betrokken, de ander niet – naar manieren om geloof te ontdekken (zie JOP-website).

‘Theology, if it’s not messy, is entirely incomplete’ (BAYES 2013, 96)

Deze kliederkerk gebruikt namen en vormen die passen bij de doelgroep en komt samen in de speeltuin in de wijk. Dit is een gecontextualiseerde vorm van kerk-zijn met een duidelijke gemeenschapsdimensie.

Wij denken dat kliederkerk het best functioneert als verbindende factor tussen event en het dagelijkse leven, tussen uitnodigend en missionair kerk-zijn, tussen bestaande en nieuwe kerkplekken. Voordat we deze gedachte verder ontwikkelen, leggen we eerst uit wat een kliederkerk is en wat er kenmerkend aan is.

Wat is een kliederkerk?

God is aanwezig in de chaos van het dagelijkse leven. Wie zijn of haar zintuigen gebruikt, ontdekt het heil dat Hij brengt in de wereld, dwars door het geklieder van mensen heen. Dat patroon is zichtbaar in de bijbelverhalen en nu nog steeds in de levens van mensen.

Vanuit deze overtuiging is Messy Church in Engeland gestart en door de Protestantse Kerk als kliederkerk naar Nederland gehaald. Voor gezinnen met jonge kinderen – waar het vaak letterlijk een kliederboel is en voor wie ‘kerk’ een ver-van-mijn-bedshow is – is kliederkerk een plaats waar ze met elkaar, door allerlei creatieve activiteiten heen een bijbelverhaal en de betekenis daarvan voor hun eigen leven kunnen ontdekken.

Een kliederkerkbijeenkomst bestaat uit drie onderdelen: samen ontdekken, samen vieren en samen eten. Alles bij elkaar duurt een kliederkerk meestal circa twee uur. Daarbij staan bijbelverhalen centraal, groeit er een gemeenschap, zijn veel randen buitenkerkelijken betrokken, is de aanpak creatief en is er veel aandacht voor gezinnen met kinderen. Door heel Nederland heen zijn ruim 150 kliederkerken actief.

Het doel van kliederkerken is om mensen van alle leeftijden te laten groeien in geloof, hoop en liefde, zodat zij in het voetspoor van Jezus gaan. Soms is een kliederkerk een activiteit van een kerkelijke gemeente, soms een nieuwe kerkplek, bijvoorbeeld een pioniersplek. Er zijn gemeenten die vier keer per jaar kliederkerk organiseren als onderdeel van hun totale aanbod van kerk-zijn. En er zijn pioniersplekken die maandelijks een grote kliederkerkbijeenkomst hebben en tussendoor andere klieder-activiteiten. Beide zijn volop kliederkerk.

De manier waarop mensen kliederkerk als ‘kerk’ ervaren, kan verschillen. Voor een gezin dat alleen zes keer per jaar naar kliederkerk komt, is de kliederkerk ‘hun’ kerk. Voor iemand die ook wekelijks naar de ‘reguliere’ zondagsdienst komt, is kliederkerk wellicht slechts een onderdeel.

Sterke punten: drie ‘vignettes’

Er zijn verschillende aspecten die de kliederkerk in het bijzonder typeren. We werken er drie uit aan de hand van ‘vignettes’, korte verhalen die gebaseerd zijn op de praktijk. Het zijn positieve verhalen, waarmee we niet willen suggereren dat bij kliederkerk alles altijd goed gaat: het bestaan van een kliederkerk is minstens net zo kliederig als elk ander bestaan. De vignettes laten sterke punten van kliederkerk zien: het intergeneratieve karakter, de holistische wijze van vieren, en de verbinding die gelegd wordt met het dagelijkse leven.

Praktijkverhalen

Hoop voor de kerk

‘Kliederkerk geeft weer hoop aan onze kerk.’ Een oudere dame straalt als ze vertelt wat kliederkerk voor haar betekent. In de sterk vergrijsde dorpsgemeente waar zij bij hoort, wordt sinds kort kliederkerk georganiseerd. Een goed initiatief om gezinnen (weer) in het kerkgebouw te krijgen, zo was de gedachte.

Omdat het organiseren van een kliederkerk wat voeten in de aarde heeft, werden veel gemeenteleden ingeschakeld. De één verzamelde lege melkpakken voor een activiteit, de ander bereidde het verhaal voor en een aantal mensen werd gevraagd een stapel pannenkoeken te bakken.

Deze gezamenlijke voorbereiding leverde al nieuwe energie op. Samen in een bijbelverhaal duiken en bedenken welke activiteiten bij de boodschap passen; eens kijken naar het kerkgebouw met de ogen van een kind – past het hindernisparcours in de kerkzaal? Toen de ouders en hun kinderen binnen druppelden en samen met de ouderen uit de gemeente aan de slag gingen met de activiteiten, bleek kliederkerk meer dan een leuke activiteit.

Voor sommige gemeenteleden was het de eerste keer in jaren dat ze met hun niet-kerkelijke kinderen en kleinkinderen in de kerk aanwezig waren en samen een bijbelverhaal ontdekten. De kinderen stelden tijdens het kliederen verrassende vragen over de bijbelteksten, waardoor volwassenen nieuwe betekenissen ontdekten en samen kaarsjes aansteken en bidden voor elkaar en anderen was heel samenbindend. Maar de meeste indruk maakte het afsluitende zegenlied. Alle kinderen stonden onder een enorme, gekleurde parachutedoek en werden toegezongen door de hen omringende volwassenen die de doek boven de hoofden lieten wapperen. ‘Kunnen we dat niet elke zondag invoeren?’, grapte een van de aanwezige ouderlingen na afloop.

Ook al vindt kliederkerk maar drie keer per jaar plaats, het geeft nieuwe vitaliteit aan de trouwe kerkgangers en brengt nieuwe contacten in het dorp.

Helemaal jezelf

Een kerk waar je jezelf kunt zijn. Helemaal. Met hoofd, hart en lichaam. Zo beschrijft een moeder haar ervaring met kliederkerk (zie ook protestantsekerk.nl/nieuws/), die ze met haar gezin bezoekt: ‘We zingen daar met de kinderen “Bij Jezus voel je je vrij, om helemaal jezelf te zijn …” Dus we gaan met z’n vieren, zoals we zijn.’

J., een van haar kinderen, is van buiten een jongen en van binnen een meisje. Vandaag heeft hij een feestjurk aangetrokken. In de tas zit een schort voor als het erg kliederig wordt. De jurk moet natuurlijk schoon blijven! Bij een van de activiteiten laat J. zichzelf omtrekken op behang. Hij schrijft en tekent in deze levensgrote tekening eigenschappen die God hem gegeven heeft.

Na de activiteiten luistert iedereen naar een verhaal. Het gaat over jezelf durven zijn, omdat je schepper jou goed en mooi en knap vindt. Dan mag J. zijn levensgrote afbeelding laten zien. ‘Er staat “dapper”‘, zegt de leidster. ‘Dus jij bent dapper! Waarom eigenlijk?’ J. is een beetje verlegen, maar zegt toch zacht: ‘Omdat ik mijn binnenkant aan de buitenkant durf te laten zien.’ ‘Dat is prachtig’, vindt de leidster. ‘Dan ben je inderdaad heel dapper.’

Zand erover

God zag wat de inwoners van Nineve deden. (…) En hij kreeg medelijden en veranderde zijn plan. Hij had gedreigd de stad te verwoesten, maar deed het niet (Jona 3:10).

Dit keer gaat kliederkerk over Jona. Volwassenen en kinderen lopen rond en doen verschillende activiteiten. Bij een tafel wordt geconcentreerd gewerkt. Er ligt een bak met zand, een stapel papier, kleurtjes en lijm. Een vrouw helpt een kleuter en stelt ondertussen een vraag over vergeving.

Op een geplastificeerd A4 staat de bijbeltekst en daaronder de volgende opdracht:

‘Zand erover. Teken jezelf op een papier. Bedenk eens wat er bij jou misgaat in je leven. Schrijf of teken dit in jezelf op het papier. Wat erg, hè, dat het ondanks onze goede bedoelingen, toch vaak fout gaat! Smeer nu de tekening van jezelf met lijm in en strooi zand over alles wat misging. God zegt: zand erover tegen de inwoners van Nineve en tegen jou. Hoe voelt dat, als de dingen die je fout deed verdwenen zijn?’

Leerling leren zijn

In de kliederkerkviering zelf leren mensen al veel over wat het is om een leerling van Jezus te zijn. Ze leren bijbelverhalen, ze leren over geloof, er ontstaat contact en gemeenschap. Ook worden ze – heel basaal – ingewijd in liturgische taal en vormen, zoals gebed, de zegen en hoogtepunten uit kerkelijk jaar door bijeenkomsten rond Kerst, Pasen en Pinksteren.

Opvallend aan kliederkerk is hoe de viering contact tussen generaties mogelijk maakt. In de ‘vignettes’ kun je lezen hoe ouderen en (klein)kinderen, gezamenlijk werken aan een creatief project en daar in gesprek over raken. Dit intergenerationele aspect wordt in onderzoek geïdentificeerd als een belangrijke manier om geloofsgroei bij kinderen én volwassenen te stimuleren. Lydia van Leersum-Bekebrede benadrukt het belang van wisselwerking tussen kinderen en volwassenen:

‘… [A]dults participate in intergenerational ministry with children as fellow believers and respond to children’s desire to hear what adults really think and believe. In turn, children’s participation in worship helps create and maintain a sense of identity, place, and meaning for adults’ (Van Leersum-Bekebrede et al. 2019, 179).

De wijze van vieren in de kliederkerk is holistisch. Dat betekent dat er niet alleen geleerd wordt op cognitieve wijze, met het hoofd, maar dat ook andere zintuigen worden ingezet om te leren. Een goede liturgie betrekt het hele mens-zijn in de viering.

Dit sluit aan bij ontwikkelingen in de samenleving van een herwaardering van lichamelijkheid en post-cognitieve vormen van leren. Je kunt over genade leren in een preek of in het lezen van een bijbeltekst, maar het concept komt heel anders binnen als je er ook leert wat het is door (letterlijk) zand over je verbeelding van je zonden (de lijm) te strooien. Bij kliederkerk kun je hierbij leren van het christelijk geloof, zonder dat het meteen je eigen geloof hoeft te worden. Binnen Religious Education wordt dit learning through religion genoemd (Van Dijk-Groeneboer 2017, 36). Mensen krijgen de ruimte om geloof eens uit te proberen en te kijken wat het hen brengt.

Verbinding dagelijks leven

Er wordt in kliederkerk bewust een verbinding gelegd met het dagelijkse leven. Door het zichzelf tekenen op het behang wordt er een belichaamde koppeling gemaakt tussen de boodschap ‘jij bent goed en knap gemaakt’ en de eigen ervaring van het lijf en wat er aan de ‘binnenkant’ allemaal leeft. Dit kan ook zijn doorwerking hebben buiten de viering. Clare Watkins en Bridget Sheperd (2014) constateren een ‘ecclesiologische overvloed’ die door Messy Churches ontstaat: tijdens de vieringen ontstaan er bijvoorbeeld relaties die zich buiten de viering verder ontwikkelen tot vriendschappen.

De verbinding werkt ook de andere kant op. De pannenkoeken die gebakken worden zijn niet een extraatje, maar vormen een cruciaal onderdeel van de eredienst. Gewone mensen – en vaak zijn dat vrouwen – brengen hun dagelijkse vaardigheden en bezigheden in het heilige binnen. Kliederkerk sluit zo aan bij waar de praktijk van alledag ook door gekenmerkt wordt: door (familie)relaties, door het samen optrekken van ouderen en jongeren, door het gebruik van alle zintuigen. Zo wordt door kliederkerk het dagelijkse leven expliciet in eredienst aan God betrokken.

Op meer plekken wordt gezocht hoe de relevantie van kerk en geloof in het dagelijkse leven versterkt kan worden. Tish Warren werkte bijvoorbeeld de gedachte van de liturgie van het alledaagse uit, waarbij het dagelijkse leven een vindplaats is van liturgie.

‘Our bodies, our pleasures, our fears, our fatigue, our friendships, our fights – these are in fact the stuff of our formation and transformation into the frail but infinitely dignified creatures we were meant to be and shall become’ (Warren 2016, 11; zie ook de recente bijdrage van Terlouw 2019).

In de kindertheologie wordt veel nadruk gelegd op ‘wederkerige ontsluiting’, waarbij in de liturgie (en op andere momenten) de dimensie van het actuele bestaan van jongeren en kinderen wederzijds wordt verbonden met de dimensie van Bijbel en traditie (Valstar e.a. 2015).

Combinatie versterkt

In de ‘vignettes’ zie je dat verschillende onderdelen van discipelschap worden versterkt door de combinatie van verschillende kenmerken in de context van een viering. Dankzij de holistische insteek van de viering, kunnen jong en oud samen met elkaar optrekken en ontstaat er intergeneratieve gemeenschap (belonging).

Deze intergenerativiteit versterkt het geloof van ouderen die op een nieuwe manier naar hun kerk kijken (belief), bijvoorbeeld door vragen die kinderen stellen of spontane ‘naïeve’ inzichten die ze delen als antwoord op de open vragen die tijdens het doen van de activiteiten gesteld worden. De creatieve werkvorm van op het behang tekenen roept liefde voor God en de ander wakker (behave). Het contact tussen generaties is heilzaam voor jongeren en ouderen (blessing).

Om samen te vatten: wat het betekent om Jezus te volgen als leerling kunnen mensen dus al in kliederkerk ontdekken. Daarbij speelt de verbinding tussen generaties, de verbinding met het hele mens-zijn, lichaam én hoofd, en verbinding met het dagelijkse leven een belangrijke rol. Voor discipelschap is het belangrijk dat mensen God niet alleen leren kennen als een losse overtuiging (als een ‘belief’), maar als een werkelijkheid die ingebed is in concrete praktijken van het dagelijkse leven.

En daarmee komen we bij het dilemma dat we eerder al constateerden. Kan kliederkerk een doorgaande groei in leerling-zijn bevorderen, ook als het ‘maar’ een event is dat eens in de zoveel tijd op een afgepaste locatie plaatsvindt? Wat gebeurt er na het event met intergenerativiteit, met het betrekken van het hele lijf in het geloof, en het vormgeven van het leerling-zijn van Jezus in het dagelijkse leven?

De benadering van De Roest (zie hierboven) van kerk-zijn past goed bij een kliederkerk. Wat kliederkerk goed doet in een event, moet via andere kerkplekken ook op andere momenten een plek krijgen. Zes keer per jaar een kliederkerk is simpelweg te weinig om in het dagelijks leven als discipel achter Jezus aan te gaan.

Om nieuwe mensen die in aanraking komen met kliederkerk verder te helpen in hun ontdekkingstocht met Jezus is dus aandacht voor verbinding nodig. Daarbij denken we expliciet niet alleen aan de zondagse kerkdienst. Maar juist aan verbinding met de bijbelstudiegroepen, leerhuizen, dertigerskringen, catechisatiegroepen, groeigroepen, het inloophuis, de ouderengroep, missiegroepen, ecclesiale groepen, etc.

Kliederkerk is een hybride vorm, missionair en uitnodigend, die aansluit bij waar gemeenten goed in zijn

We geven een voorbeeld. Als er in de kliederkerk contacten ontstaan tussen de generaties, is het belangrijk dat die contacten verder kunnen groeien op andere momenten en op andere plekken. Dus is het van wezenlijk belang om intergenerativiteit in het gemeentebrede beleid een plaats te geven.

Een gemeente die naast de kliederkerk ook een koffieochtend met een kinderprogramma heeft, maakt het mogelijk dat volwassenen en kinderen elkaar op een ander moment weer ontmoeten. Op die manier kunnen relaties verder groeien, en wordt de belonging-dimensie van discipelschap versterkt.

Ook andere dimensies van discipelschap kunnen versterkt worden. Geloofsleren vindt vaak plaats in interpersoonlijke relaties. Als een tiener via de kliederkerk een zestigplusser heeft leren kennen en deze persoon ook op andere kerkplekken tegenkomt, kan – spontaan of geregisseerd – een geloofsgesprek ontstaan. Zo groeit vanuit belonging ook de believing-dimensie. En belief krijgt dan ook extra diepte. Je kunt leren in de kerkdienst wat genade in theorie is, maar het krijgt extra kracht als een zestigplusser laat zien hoe genade in zijn of haar eigen dagelijkse leven een plek heeft gekregen (behaving). Dit leren werkt twee kanten op, ouderen kunnen net zoveel leren van kinderen. Mensen kunnen dat ervaren als goed nieuws (blessing).

TIPS VOOR KERKEN

• Zorg voor een divers samengesteld kernteam, waarin (theologische) denkers en doeners, mensen uit de kern van de kerk en mensen ‘aan de rand’, en het liefst jong en oud een plek hebben.

• Houd er in beleidskeuzes rekening mee dat een kliederkerk alleen niet voldoende is om mensen verder te helpen in geloof. Dus als je een kliederkerk start, kan het een goed idee zijn om tegelijkertijd ook te beginnen met intergeneratieve huisgroepen die regelmatig samen eten en waar mensen die meer willen aan kunnen meedoen. Maak kliederkerk onderdeel van een bredere missie in de wijk of onder de doelgroep.

• Voer het intergeneratieve denken van kliederkerk ook op andere plekken in de kerk door. Vraag kinderen en jongeren hoe zij kunnen bijdragen aan kerk-zijn. Organiseer activiteiten zoals startzondag of een gemeenteweekend niet op leeftijdscategorieën, maar op interesses.

• Geef mensen die meedoen de kans om ‘blessing’ te zijn. Beschouw ze niet alleen als consumenten van een aanbod, maar zie kliederkerk (en andere vormen van kerk-zijn) als een kans voor mensen om van betekenis te zijn voor anderen.

• Geef duidelijk aan wat mensen zouden kunnen doen als ze verder willen doorgroeien in het volgen van Jezus. Deel het cursusaanbod van de gemeente met bezoekers van kliederkerk en nodig ze uit voor andere activiteiten. Laagdrempelige activiteiten – denk aan een maaltijd – zijn geschikt, maar houdt ook rekening met mensen die graag (veel) meer willen weten over het christelijk geloof.

Inbedden

In de Protestantse Kerk wordt het versterken van het contact tussen generaties als een van de belangrijkste uitdagingen ervaren (Van der Meulen, Berensen-Peppink en Sietsma 2014, 40). Kliederkerk is een geschikt middel om het contact tussen generaties te versterken. Maar om te zorgen dat dit geen losse events blijven, is het belangrijk om kliederkerk in te bedden in het geheel van kerkplekken, en niet als een los onderdeel te zien. Juist buiten kliederkerk kan het contact tussen generaties, een holistische wijze van geloven met hoofd en lichaam, en verbinding met het dagelijkse leven zich verder ontwikkelen. Daarom is verbinding van kliederkerk met andere kerkplekken belangrijk.

Dit vraagt om een verdere doordenking van een missionaire ecclesiologie. In veel missionaire literatuur wordt ervan uitgegaan dat nieuwe kerkplekken moeten uitgroeien tot zelfstandige kerkgemeenschappen die hun eigen broek moeten ophouden wat betreft financiën, vrijwilligers, et cetera. Veel kliederkerken ervaren dit als een probleem. Zij vinden het niet gepast om bezoekers, die meestal geen lid van een kerk zijn, om een flinke financiële bijdrage te vragen. Een kliederkerk zal in de regel een draagkrachtige gemeente nodig hebben die haar missie breed ziet en het ondersteunen van een kliederkerk ziet als een onderdeel van het kerk-zijn (cf. Van der Meulen 2019).

Messy Church-onderzoeker Claire Dalpa (2013, 18-19) ziet juist interdependentie als een kenmerk van volwassenheid. De kliederkerk is juist volwassen als het niet helemaal op zichzelf kan draaien, maar andere vormen van kerk-zijn nodig heeft om mensen te helpen om te groeien in geloof. De kerk denken als een divers netwerk van vormen van kerk-zijn en relaties, maakt het voor mensen gemakkelijker om aan te haken en te groeien op een manier die bij hen past (Setz & Van der Meulen 2019, 78).

Kerk als beweging

Kliederkerk is een hybride vorm. Het is, constateerden we al, een vorm die zowel missionair als uitnodigend kan zijn. Juist daardoor sluit de kliederkerk nauw aan bij waar gemeenten goed in zijn: samen vieren, God en elkaar ontmoeten.

Kliederkerk past bij de kerk als beweging. Mensen die buiten het instituut vallen of aan de rand staan, voelen zich er vaker thuis en zetten eerste stapjes in de verschillende dimensies van discipelschap. Kliederkerk kan zo een belangrijke rol spelen als een verbinder tussen bestaande en nieuwe vormen van kerk-zijn.

Het is belangrijk dat kliederkerk daarbij in de beleidsprioriteiten van lokale gemeenten wordt meegenomen en dat het ondersteunen van die verbinding actief gezocht wordt. Als kliederkerk gezien wordt als project van enthousiaste mensen die van knutselen houden, terwijl de rest van het kerkelijke bedrijf zijn reguliere gang gaat, zal het doel om mensen te leren in het voetspoor van Jezus te gaan niet bereikt worden. Vanuit kliederkerk moet daarom de verbinding met andere uitingen van kerk, activiteiten en gemeenschap gezocht worden – en vice versa. Met elkaar als leerlingen achter Christus aan.

Marten van der Meulen is universitair docent Godsdienstsociologie aan de Protestantse Theologische Universiteit (locatie Groningen) en wetenschappelijk beleidsmedewerker bij de Protestantse Kerk in Nederland. Nelleke Plomp is projectleider Kliederkerk en specialist Vieren met kinderen en jongeren bij de Protestantse Kerk in Nederland.

Literatuur

Bayes, P. (2013). Messy Theology. In: G. Lings (ed.), Messy church theology. Exploring the significance of Messy Church for the wider church. Abingdon: Bible Reading Fellowship.

Dalpra, C. (2013). When is Messy Church ‘church’. In: G. Lings (ed.), Messy church theology. Exploring the significance of Messy Church for the wider church (pp. 12-30). Abingdon: Bible Reading Fellowship.

Dijk-Groeneboer, M.C.H. van (2017). Leren en leven vanuit je wortels. Religieuze educatie voor iedereen. Tilburg: Tilburg University.

Drane, J. (2013). Messy Disciples. In: Messy Church Theology. Exploring the significance of Messy Church for the wider church (pp. 111-126). Abingdon: Bible Reading Fellowship.

Dutton, C. (2014). Unpicking Knit and Natter. Ecclesial Practices, 1(1), 31-50.

JOP: jop.nl/actueel/hulp-aan-gezin-leidt-tot-ontstaan-kliederkerk

Leersum-Bekebrede, L. van, Sonnenberg, R., Kock, J.de & Barnard, M. (2019). Setting the stage for children’s participation in worship practices. International Journal of Children’s Spirituality.

Meulen, M. van der, Berensen-Peppink, D. & Sietsma, N. (2014). Over berg en dal. Twintigers en dertigers in de Protestantse Kerk. Geraadpleegd van PThU/CCC-website: www.pthu.nl/ccc/onderzoek/Middengeneratie/Rapport%20twintigers%20en%20dertigers%20in%20de%20kerk.pdf

Meulen, M. van der (2019). De kerk als beweging vraagt om solidariteit, ook financieel. Friesch Dagblad, 4 mei 2019. frieschdagblad.nl/2019/5/4/de-kerk-als-beweging-vraagt-om-solidariteit-ook-financieel?

Moynagh, M. (2017). Church in life. Innovation, mission and ecclesiology. London: SCM Press.

protestantsekerk.nl/nieuws/kliederkerk-als-je-in-de-kerk-jezelf-niet-kunt-zijn-waar-dan-wel/

Reuver, R.de & Vellekoop, M. (2019). Mozaïek van kerkplekken. Over verbinding tussen bestaande en nieuwe vormen van kerk-zijn. Utrecht: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk.

Roest, H.de (2010). Een huis voor de ziel. Zoetermeer: Meinema.

Setz, R. & Meulen, M. van der (2019). Een kerk die kan. Zoek de bloei van je buurt. Assen: 3DM International.

Stoppels, S. (2013). Oefenruimte. Gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen. Zoetermeer: Boekencentrum.

Valstar, J., Willems, M., Kuindersma, H., Borré, C. & Büttner, G. (2015). God is buiten de tijd. Kindertheologisch leren kijken. Amersfoort: Uitgeverij Averbode/Kwintessens.

Watkins, C. & Shepherd, B. (2014). The Challenge of ‘Fresh Expressions’ to Ecclesiology. Ecclesial Practices, 1(1), 92-110.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

De Levende belichaamt onze verwondingen

Wie niet in de gelegenheid was om op de avond van de eerste dag van de week, nu acht dagen geleden, in de vesper het evangelie van die avond te horen (Johannes 20:19-23), zal het op de achtste dag, vandaag, nog wel willen betrekken bij de lezing van het evangelie. We weten niet of het hetzelfde moment was als een week eerder, dat Jezus in het midden van zijn leerlingen, inclusief Tomas, verscheen. Wel waren de deuren opnieuw gesloten. Misschien niet meer uit vrees voor de joden, maar omdat het hart van een van hen, Tomas, nog geopend moest worden.

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Opdat ook jullie doen wat Ik jullie heb gedaan’

Volgens de inmiddels overleden opperrabbijn Jonathan Sacks zijn voor een gemeenschap deze drie zaken het belangrijkst: ouders, leraren en gedenken. Ouders en leraren moeten kinderen vertellen over het verleden, om wat toen fout ging in de toekomst te voorkomen en het goede te doen. De onderwerpen in de lezingen van vandaag bevestigen dat belang. Het vertrek uit de slavendienst in Egypte en de voetwassing door Jezus worden nog steeds verteld en herdacht.

Nieuwe boeken