Menu

Premium

Kindermoment: Iedereen hoort erbij!

8e zondag van de zomer

Bij 2 Koningen 4:8-18 (37) en Marcus 7:24-30

Uit de bijbel

De gangbare uitleg van dit verhaal is: Jezus is grof als hij de niet-Joodse vrouw afwijst en haar een hond noemt. Jezus moet nog leren dat de goedheid van God niet alleen is bestemd voor de Joden maar ook voor de heidenen. Hij moet zijn roeping breder leren verstaan. De vrouw is de heldin van dit verhaal. Zij laat zich niet afschepen en blijft vechten voor de geestelijke gezondheid van haar kind. Deze uitleg lijkt zo slecht aan te sluiten bij wat we hier voor lazen, over rein en onrein en Jezus’ frisse blik over die begrippen. Het is een vreemd verhaal. Jezus bevindt zich op heidens grondgebied en wil daar onopgemerkt blijven. Waarom? Wil hij de mensen ontvluchten die maar niet willen geloven? Is hij zijn leerlingen beu die voorop lopen in hun onbegrip? Het staat er allemaal niet. Alleen dat in dat heidens gebied een heidense vrouw naar hem toe komt. Ze had over hem gehoord en deed een beroep op zijn macht. Waar hij in zijn eigen land stuit op afwijzing, geeft deze vrouw hem haar volledige vertrouwen.

Het dilemma is bijna voelbaar: Jezus’ roeping is in de eerste plaats om het goede nieuws aan de kinderen van Israël te brengen, want van daar zal de zegen zich verspreiden over alle volken op aarde. Maar hij kan toch het vertrouwen van deze vrouw niet beschamen. Die aarzeling hoor ik in wat Jezus zegt: ‘eerst moeten de kinderen genoeg te eten krijgen.’ Dat houdt de deur open voor de anderen. Voor de fijnproevers: in het Grieks staat er ‘tekna’, ‘eigen kinderen’ of ‘nakomelingen’. De vrouw heeft zelf een dochtertje en kan dat beamen. Zij komt ook op voor haar eigen kind. De aarzeling zit ook in ‘honden’. Het is jammer dat de vertalers ons niet laten horen dat Jezus een verkleinwoord gebruikt. Bijna liefkozend heeft hij het over de hondjes onder de tafel. Jezus gebruikt dit woord niet grof maar met respect voor de volgorde die de weg van Gods heil kiest.

De vrouw wordt er ook niet door afgestoten maar borduurt op Jezus’ beeld verder. Op welke manier zullen de kinderen tekort worden gedaan als de hondjes de kruimels opeten? Zij ziet voor zichzelf ruimte. Opnieuw voor de fijnproevers: nu staat er ‘paidioon’, dat een veel neutraler woord is voor ‘kinderen’. Daarmee haalt de vrouw de exclusiviteit van Gods goedheid weg. Die wordt niet minder als de heidenen er in delen.

Om haar woord van vertrouwen wordt haar dochter genezen. Moest ook Jezus genezen, van een vooroordeel? Of is het voorval bedoeld om de gemeente van Christus te doordringen van de reikwijdte van Gods liefde? De gemeente waaraan Marcus schreef bestond immers niet alleen uit Joden maar zeker ook uit gelovigen vanuit de heidenen. (zie de uitgebreide uitleg van een Joods gebruik aan zijn lezers in Marcus 6:3-5) Dat zal niet altijd makkelijk zijn geweest. Beiden mogen weten dat zij kinderen van God zijn.

In de kerk

Iemand van de leiding staat bij de ingang van de kerk, voordat de dienst begint. De kinderen die binnen komen krijgen óf een rode sticker, óf een groene. Straks zullen ze wel horen waar dat voor is.

Bij het kindermoment meldt iemand van de leiding van de kinderdienst (of de voorganger) dat de kinderdienst vandaag niet voor iedereen is. Alleen de kinderen met een groene sticker mogen mee.

Hoe vinden de kinderen met de rode sticker dat? Zijn ze verdrietig, boos? Voelen ze zich buitengesloten?

Hoe vinden de kinderen met de groene sticker dat? Vinden ze het prettig dat er nu minder kinderen zijn? Vinden ze het oneerlijk?

Dankgebed

Als mensen hondjes zouden zijn,
zouden ze dan zeggen:
‘Je staart is veel te lang.
Wat zijn je haren kroezig.
Je rare kop maakt me echt bang
al blaf je nog zo snoezig.

Of denken ze alleen maar:
Jij bent een hond als ik.
Wij horen bij elkaar…!

Als mensen vogels zouden zijn,
zouden ze dan zeggen:
‘Jouw snavel staat me echt niet aan.
Wat heb je rare veren;
Ga op je beide poten staan,
Zit niet te kwinkeleren’.

Of denken ze alleen maar:
Jij bent een vogel net als ik.
Wij horen bij elkaar…!

Als mensen mensen zouden zijn
zouden ze dan zeggen:
Je bent een mens als ik
Je bent wel anders, maar…
we horen bij elkaar

Anneke van Wijngaarden

Voor meer informatie zie www.kinderdienst.nl.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken