Menu

Premium

Kindermoment Jesaja 61:1-9 en Lucas 4:14-21

uit de bijbel

  • Jesaja 61,1-9

  • Lucas 4,14-21

Lucas legt de nadruk op de kracht van de Geest die Jezus heeft verwekt, gedoopt en in de woestijn geleid. Door de Geest begint Jezus nu zijn werk in het openbaar, in Galilea, een uithoek. Hij leert in de synagogen en hoe hij de boodschap verwoordt, wordt alom geprezen. De evangelist kiest zijn woorden zo, dat ze weergeven wat zijn boodschap inhoudt. Dit heeft te maken met ‘deel hebben aan de goddelijke eer’, ‘dat wat gewicht geeft’. Dan komt Jezus ook in Nazaret waar hij is opgegroeid. Hij gaat naar de synagoge en leert net als in de andere plaatsen.

In een synagogedienst wordt eerst het sjema (‘Hoor Israël Onze God is Een …’) -de geloofsbelijdenis- uitgesproken. Dan de gebeden en daarna volgt de schriftlezing uit de wet. Tot slot is er een lezing uit de profeten en een toespraak. Elke mannelijke jood heeft het recht om na de lezing uit de wet een gedeelte uit de profeten te lezen. De lezing van de wet is een doorgaande lezing en die uit de profeten òf vrije keuze òf volgens een plaatselijk lectio continua. Jezus kiest het eerste.

Jezus krijgt de boekrol van Jesaja en leest het gedeelte uit Jesaja 61. Lucas geeft niet de volledige tekst weer en juist door de selectie laat de evangelist zien waar het op dat moment op aan komt: het uitroepen van het aangename jaar. Het citaat is een deel van een tekst waarvan dit het vervolg is: ‘en een dag der wrake van onze God’. De functie die het vroeger had (de tegenstelling tussen heiden en jood scherp te stellen) laat Jezus nu weg: het is een eschatologisch moment waarop die oude tegenstelling vervalt.

Met Jezus’ optreden is het aangename jaar van de Heer begonnen. Recht en hoop zijn daarbij sleutelwoorden. Hij eindigt zijn lezing dan ook met de boodschap: ik ben hier en met mij breekt dat aangename jaar aan.

Jesaja richt zijn boodschap tot de ballingen die vrijlating beloofd wordt, en terugkeer naar het land. Het is als de vreugde van een jubeljaar. Degenen die genoemd worden zijn afhankelijk van de genade van God. In het jubeljaar werden alle verhoudingen weer recht gezet; een stuk land weer aan families teruggegeven – zodat ieder weer een middel van bestaan had. Het gaat over allen die ongelukkig terecht gekomen waren in het leven en hun land of zichzelf als slaaf hadden moeten verkopen, of door ziekte uitgeschakeld werden. met haar aan: ze nemen haar als bruid. Het volk is nauw verbonden met de beloofde stad.

In de kerk

Vooraf: Draai de bankjes waar de kinderen op moeten zitten om zodat ze ondersteboven liggen en de kinderen er niet op kunnen gaan zitten.

Voorganger nodigt de kinderen uit om te gaan zitten. Dit kan niet omdat de bankjes ondersteboven liggen. Waarschijnlijk geven de kinderen wel aan dat zij niet kunnen gaan zitten. De voorganger vraagt wat er dan moet gebeuren zodat ze wel kunnen gaan zitten. De bankjes moeten omgedraaid worden. Wie kan er helpen?

Soms kloppen dingen niet waardoor iets anders niet kan gebeuren (je kunt niet gaan zitten omdat de bankjes niet ‘kloppen’). Dan moeten we eerst iets oplossen voor we verder kunnen.

Eventueel zijn er andere dingen die ‘omgedraaid’ kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan het microfoontje van de voorganger (‘Kan iedereen mij verstaan? Nee? Hoe komt dat dan? Oh, wacht…’) of een kaars die aangestoken moet worden voor de kinderen naar de kinderdienst gaan, als die ondersteboven ligt kun je hem niet aansteken (aan de onderkant zit immers geen lont).

Belangrijk is niet alleen dat er iets anders (‘krom’) is, maar ook dat het eerst weer ‘normaal’ (‘recht’) moet worden voor we verder kunnen. Anders is er, behalve de gewoonte, geen noodzaak om het recht te zetten. inschenkt! Dan ben je toch zeker geen goede gastheer/-vrouw. Voor je gasten moet je altijd goed zorgen!’

om te lezen

naar Jesaja 61,1-9:
Jesaja, een man van God,
vertelt wat hij komt doen.
‘Ik ben een man van God’, zegt hij.
‘Aan mensen die arm zijn,
kom ik goed nieuws brengen –
aan mensen die moedeloos zijn,
breng ik weer hoop.
Mensen die geen kant meer uit kunnen,
vertel ik: jullie zullen weer vrij op weg gaan.
Er zal bevrijding zijn
voor alle mensen die vastgehouden worden.
Dat is wat ik kom doen:
wat verkeerd is gegaan,
weer recht zetten
en troost brengen voor alle mensen
die verdrietig zijn.
God stuurt mij,
om mensen te vertellen
dat ze rechtop mogen lopen,
sterk zullen ze zijn en stralend’.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken