Menu

Premium

Kindermoment: Op de zere plek

9e zondag van de zomer

Bij Jesaja 35:1-10 en Marcus 7:31-37

Uit de bijbel

We blijven nog even in ‘het buitenland’. Nu zonder discussies. Er was daar een dove die gebrekkig sprak. Letterlijk en figuurlijk gaat er weinig van hem uit: anderen brengen hem naar Jezus en smeken hem deze man de hand op te leggen. Hij zal niets aan zijn benen gemankeerd hebben. We horen vooral dat er geen communicatie was. Niets om te vragen, te vertellen, te delen. Wat een eenzaam bestaan moet dat zijn. En wat een weldaad als iemand dan zijn best doet om wel te communiceren. Jezus trekt de man weg van de menigte. Hij was wel omringd door mensen maar toch geïsoleerd. En nu, geïsoleerd door Jezus, komt contact tot stand. Niet met woorden maar met gebaren. Heel lijfelijk legt Jezus zijn vingers op de zere plek: de dove oren, de tong die in de knoop zat. Zoals een moeder haar kind afkust, gebruikt ook Jezus spuug. Dan kijkt hij omhoog naar de hemel en zucht. Aan zijn lichaam kun je aflezen wat het hem doet en hoe hij dit biddend voor God brengt. Niet anders dan in verbondenheid met God kan Jezus zich ontfermen over deze mens en hem genezen.

‘Effata’ zegt hij. Een krachtig woord, een woord met macht waardoor de oren open gaan en de knoop uit zijn tong verdwijnt. De omstanders herkennen er de oude profetie in die op dat moment waar lijkt te worden: Dan worden blinden de ogen geopend, de oren van doven worden ontsloten. Verlamden zullen springen als herten, de mond van stommen zal jubelen.’

Maar dat mogen ze dan weer niet van Jezus, jubelen. Hij verbiedt de omstanders iemand te vertellen wat er is gebeurd. Dat is kenmerkend voor het evangelie van Marcus:’het Messiasgeheim’. Dat Jezus de Zoon van God is, dat is het geheim en dat versta je niet zomaar even. Dat begrijp je pas achteraf, als je het geheel van zijn leven, lijden en sterven kunt bezien in het licht van de Opstanding.

In de kerk

De kinderen komen naar voren.

De voorganger zwaait naar de mensen in de kerk. Zwaaien er mensen terug? Hij/Zij geeft een dikke knipoog naar de mensen op de eerste rij. Knipogen ze terug?

Zonder woorden kunnen we elkaar een heleboel duidelijk maken. Weten de kinderen nog meer voorbeelden van praten zonder woorden?
Bijvoorbeeld: duim omhoog of omlaag; iemand gebaren om bij je te komen, boze armen over elkaar…..

We hebben niet altijd woorden nodig om duidelijk te maken wat we bedoelen. Dat is maar goed ook, want soms kunnen mensen niets met woorden. Bijvoorbeeld omdat ze doof zijn en daardoor ook slecht spreken.

Gedicht

Wanneer je niet kunt zien,
mag ik dan je oog zijn?
Ik zie misschien wat jij niet ziet.
Zo zijn wij voor elkaar
een lichaam voor de Heer.

Wanneer je niet kunt horen
mag ik dan je oor zijn?
Ik hoor misschien wat jij niet hoort.
Zo zijn wij voor elkaar
een lichaam voor de Heer.

Wanneer je niets kunt doen,
mag ik dan je hand zijn?
Ik kan misschien wat jou niet lukt.
Zo zijn wij voor elkaar
een lichaam voor de Heer.

Wanneer je niet kunt lopen
mag ik dan je voet zijn?
Ik ga voor jou waar jij niet komt.
Zo zijn wij voor elkaar
een lichaam voor de Heer.

Wanneer je niet kunt zingen,
mag ik dan je stem zijn?
Ik zing voor jou het hoogste lied.
Zo zijn wij voor elkaar
een lichaam voor de Heer.

Anneke van Wijngaarden

Te zingen op de melodie van: ’De zon is al op’.

Voor meer informatie zie www.kinderdienst.nl

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken