Menu

Premium

Kindermoment: Zien we het wel goed?

Zesde zondag van de veertigdagentijd Palmzondag

Bij Jesaja 50:4-7 en Matteüs 21:1-11

Jezus is bij Jeruzalem aangekomen. Op een ezel trekt hij de stad in. Maar zien we het wel goed? Is het een koning die daar binnentrekt? Of zien de mensen vooral wat ze graag willen zien? We vieren het feest van Palmpasen.

De projectplaat* laat dit keer de straat zien. Dat het de weg is waar Jezus in het verhaal van Palmpasen overheen gaat, blijkt uit de palmtak die er bij zit.

Uit de Bijbel

Zien we wel goed wat er gaande is? Dat zou je je kunnen afvragen bij deze twee lezingen. De bekende interpretatie van de intocht in Jeruzalem wordt wel tegen het licht gehouden. Jezus die Jeruzalem op twee(!) ezels binnen komt rijden. Hij wordt als een koning binnengehaald. Maar is hij ook de koning zoals men die graag ziet? Matteüs sluit aan bij de verhalen uit het Oude Testament over de intocht van de messiaanse koning, de rechtvaardige koning naar Gods hart (Psalm 72). De profetie uit Zacharia 9 ‘Vorst die op een ezel rijdt’, ziet de menigte aan zich voorbijtrekken. En waar Zacharia spreekt over een jubelende menigte, zijn wij de woorden van psalm 118 ‘Hosanna. Gezegend hij die komt in de naam van de Heer,’ ook zo gaan interpreteren. Hosanna klinkt voor ons als een feestelijk hoera, zoals de hele intocht feestelijk aandoet, met takken en blijde mensen. Gespreide mantels op de grond, een koning op een ezel. Maar Hosanna wil zeggen: Red ons! Het was de kreet die ook aan koningen werd toegeroepen. Blijdschap vanwege de nieuwe hoop en verwachting. De koning zal ons redden. Hij zal uitkomst brengen. En helemaal die koning, die ook nog eens komt in de naam van God. Zo komt Jezus binnen en even heeft men hoop dat er snel wat gaat veranderen. En daar heeft het ook de schijn van, want zodra Jezus de tempel bereikt, volgt er een grote veegpartij van het tempelplein. Maar deze koning moet snel het veld ruimen, zoals ook koning David Jeruzalem moest ontvluchten uit angst voor Absalom (2 Samuel 15:13 en verder). Maar deze koning slaat niet op de vlucht. Door te blijven kan deze koning invulling geven aan de woorden die Jesaja 50 spreekt over de lijdende godsknecht. Deze koning doet wat goed is voor wie dat nodig hebben. Maar wie kwaad willen doen, ontwijkt hij niet. De bergrede, de grondwet van Gods koninkrijk, wordt hier aanwezig gesteld: keer de andere wang ook toe als je geslagen wordt. Red ons, Hosanna, maar langs de kant van de weg wordt nog niet zichtbaar waarvan. Pas in de komende stille week wordt gezien waarvan wij mensen gered moet worden.

In de kerk

De voorganger komt met een lijst of een schrijfblok naar voren.

Voorganger:

Het begint al helemaal naar zeep te ruiken in de kerk met al dat opruimen en soppen! Heerlijk! We zijn er bijna! Eens kijken op mijn lijst wat er al gedaan is. De diakenen ruimden de zolder op en daar vonden ze dit flesje zand en die plaat van de woestijn. Toen de organist het orgel opgepoetst had, vond hij/zij een bergschoen en die plaat van de berg. De koster heeft dit flesje water en die plaat van de put gevonden. Het koor heeft een zakje tuinaarde en die plaat van modder gevonden. De ouderlingen vonden vorige week een engeltje en de plaat van de grafsteen. Wie waren deze week aan de beurt … Ah, de kinderdienstleiding heeft de knutselkast opgeruimd! Ik ga een eens even vragen hoe de schoonmaak gegaan is.

Goedemorgen …(naam). Jij bent van de kinderdienst. Is er eigenlijk nog meer voor de jeugd te doen in deze gemeente?

Kinderdienst: vertelt in een paar zinnen iets over de jeugdactiviteiten in de gemeente

V: Dat is mooi! En nu hebben jullie ook nog de knutselkast schoongemaakt!

K: Alle stiften die het niet meer deden hebben we weggedaan, de blaadjes liggen weer netjes, de lijmpotten zijn bijgevuld. Maar in de kast hebben we ook deze koffer/tas gevonden. We wisten niet zo goed wat we daar nou mee moesten doen.

V: Dat is nou toch ook wat! Elke week worden er tasjes gevonden! Eens kijken wat er nu in zit. Een (palm)tak en deze plaat*. Ik kan echt niet zien wat er op staat en dat ligt niet aan mijn ogen/bril. Wel zie ik twee kinderen op de plaat staan, hier in het hoekje. Zie jij dat ook?

K: Ja inderdaad.

V: Ik denk dat jullie het weer moeten meenemen naar de kinderdienst. Misschien dat de kinderen kunnen ontdekken wat de tak en de plaat met elkaar te maken hebben.

Terug in de kerk

Een kind vertelt aan de voorganger dat het een straat is, op de plaat. Er werd met takken gezwaaid toen Jezus over de straat Jeruzalem binnenkwam. Het kind geeft de voorganger de goede foto. De foto wordt telkens opgehangen of neergezet in de kerk.

Leestekst

Dit zegt Jesaja, man van God:

‘God, de Eeuwige, gaf mij een tong

die goede woorden kan spreken,

woorden die moed geven aan de mensen

die de moed verloren.

Elke ochtend opent de Eeuwige mijn oor,

zodat ik weer goed kan luisteren.

God, de Eeuwige, heeft mijn oren geopend

en ik heb het laten gebeuren.

Ze hebben me gefolterd

en ik heb mijn rug naar ze toe gedraaid;

ik heb mijn wangen gedraaid naar de mensen

die me de baard uittrokken.

Ze hebben naar me gespuugd,

ze hebben gescholden,

maar ik heb mijn gezicht niet weggedraaid.

God, de Eeuwige, zal mij helpen.

Daarom kunnen ze mij niet kapot maken,

daarom kan ik het verdragen.

Want ik weet dat God mij zal helpen, altijd.’

Naar Jesaja 5: 4-7

* In Bonnefooi (zie www.kinderdienst.nl) staat een projectbeschrijving en uitwerkingen van dit thema (verhalen, navertellingen, werkvormen) voor verschillende leeftijdsgroepen, voor in de kinderdienst. De platen horen hierbij en zijn apart te bestellen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken