Menu

Premium

Kinderverhaal en tienermoment bij Lucas 4:11-30

In de synagoge vinden de mensen dat Jezus naast zijn schoenen loopt. Het is mooi, dat hij uit de profetenrol voorleest. Maar als hij over Elia en Elisa spreekt en hun opdracht de buitenstaander, sterker nog: de buitenlander bij te staan, wordt het hen te veel. Ze zetten alles op alles om hem te doden, maar hij loopt midden tussen hen door.

Toch werd Elia niet naar een van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. 2En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël die leden aan huidvraat. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’

Lucas 4:26 en 27

Voor de kinderen:

Vooraf:

Kinderen zijn ook heel gevoelig voor het onderscheid tussen kinderen die tot de groep behoren en kinderen die daar niet toe behoren. In de kerk is het goed om na te denken over eigen en vreemd. In onze samenleving gaat het dan al gauw om autochtoon of allochtoon.

Verhaal:

Mehmet zit in de klas bij Kees. Sjoerd en Lucas pesten Mehmet. Maar ze doen het zo dat de juf het niet merkt. Kees praat er over met zijn moeder. Eigenlijk vindt hij Mehmet ook niet zo aardig.

‘Waarom niet?’ vraagt mama.

‘Hij kan niet goed lezen. Ik kan veel beter lezen’, zegt Kees. ‘En hij heeft een snottebel.’ Daar moet mama om lachen. ‘Nee, jongetjes met snottebellen, die moet ik ook niet. Maar dat Sjoerd en Lucas pesten. Dat kan niet. Nodig Mehmet maar eens uit. Ik denk dat Mehmets papa en mama niet uit Nederland komen. Zijn vader en moeder praten Turks met hem. Daarom kan hij ook niet zo goed lezen.’

Mehmet is verrast als Kees hem uitnodigt. Hij is heel beleefd als hij de moeder van Kees ziet. Hij doet zijn schoenen uit bij de deur.

‘Waar komen je vader en moeder vandaan?’ vraagt mama.

‘Uit Turkije’, zegt Mehmet.

Mama heeft een boek uit de bibliotheek gehaald over Turkije. Het is een mooi land. Kees en Mehmet kijken plaatjes. Mehmet is heel trots. Mehmet is de naam van een hele oude Turkse koning, een sultan. Hij behoorde tot de islam. Maar bij hem waren alle mensen welkom: ook christenen en joden. Kees zegt: ‘Bij ons is ook iedereen welkom.’

En mama zegt: ‘Jullie mogen het boek meenemen naar school. Op school moet ook iedereen welkom zijn.’

Lucas 4: 30 Maar hij liep midden tussen hen door en vertrok.

Voor de jongeren:

Jezus is alle mensen de baas. Dat zou je verkeerd kunnen verstaan. Want hoe ben je de baas? Ben je de baas, omdat jij alle macht in handen hebt? En hoe werkt dat dan?

Machthebbers willen het nog wel eens zoeken in een wapenwedloop. Als ik meer wapens heb dan jij, dan ben ik de baas. Militaire parades zijn vooral bedoeld om macht uit te stralen.

Jezus raakt verwikkeld in een conflict dat er slecht voor hem uitziet. Zijn tegenstanders zijn in de meerderheid. Zij zijn eropuit om hem te doden. Maar hij loopt midden tussen hen door. Ze kunnen hem niet raken. Jezus gebruikt geen geweld. Hij gaat rustig zijn gang. In de geschiedenis kennen we meer voorbeelden van mensen die met geweldloos verzet meer bereikten dan hun tegenstanders die het geweldmonopolie in handen hadden. Misschien ken jij wel een paar namen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken