Kom…
Met haar ogen dichtgeknepen en haar handen gevouwen in haar schoot probeert ze ieder woord dat de dominee zegt te volgen. Het is bijna Kerstfeest en hij spreekt over de geboorte van Jezus en over zijn wederkomst. Over hoe mooi het dan zal zijn op aarde. Dat er geen verdriet meer zal zijn, geen onrecht, dat zwaarden omgesmeed worden tot ploegscharen. Dat de wolf en het lam samen in de wei staan en een kind speelt met een slang. Ze ziet het voor zich! Het lijkt haar prachtig. Als ze nu allemaal heel hard bidden, wie weet komt Jezus dan wel spoedig terug op de wolken.
Haar gedachten dwalen af naar later: ze wil graag verpleegster worden, ze wil trouwen en kinderen krijgen. Dan denkt ze aan de beelden van oorlog die ze ziet op tv, aan de kinderen in Afrika en aan opa die zo verdrietig is nu oma er niet meer is. Eigenlijk wil ze zelf eerst leven voordat Christus terug komt, maar ze begrijpt dat het voor anderen wel heel fijn zal zijn. Ze doet haar linkeroog open en ziet dat de vader van Bart zit te gapen. De buurvrouw kijkt streng naar haar zoontje dat zit te grinniken. Boer Willem is in slaap gevallen. Snel doet ze haar ogen weer dicht en zucht diep. Zo wordt het nooit iets met de wederkomst.
Het goede zal winnen
In de tijd dat ze studeert, denkt ze er nog weleens aan dat ze als kind vaak omhoog staarde naar de wolken. Ze kent nog steeds hetzelfde verlangen naar troost, vrede en recht, maar nu kijkt ze vooral naar beneden. Ze begrijpt dat ze zélf de handen en voeten van God op aarde is. God heeft mensen nodig om trouw, heelheid en rechtvaardigheid op aarde gestalte te geven. Om liefde te geven en solidair te zijn zoals Jezus. In navolging van hem kunnen mensen met elkaar bouwen aan het Koninkrijk van God. Zachtmoedigheid, kwetsbaarheid en eerlijkheid zullen uiteindelijk sterker blijken dan alle geweld en onrecht. Het Licht is sterker dan het donker. Die woorden geven haar steeds weer moed en hoop; ze gelóóft er in, dat ondanks alles het goede zal overwinnen.
Daar sta je dan
Het is ervan gekomen: werken in de zorg, de man en de kinderen. Ze heeft veel om dankbaar voor te zijn. Studies zeggen dat het in de wereld helemaal niet zo slecht gaat in vergelijking met een aantal jaren geleden. Meer mensen kunnen een prachtig leven leiden in vrede en veiligheid, zijn welvarend en gelukkig. Ze zucht dezelfde zucht als jaren eerder. Misschien is het waar. Maar tegelijkertijd is de wereld verwarrend en onzeker door oorlogen, ziektes en verandering van het klimaat. Meer dan ooit lijkt het om macht en geld te draaien in de wereld. En daar sta je dan met je geloof en je verlangen.
Dat kind
Als bijna iedere zondag stapt ze de kerk binnen, het is advent – bijna Kerst. Het orgel speelt: ‘Kom tot ons, de wereld wacht…’ Ze knippert een paar keer met haar ogen. Alsof het weer net zo direct binnen komt als toen ze klein was. Nee, ze gelooft misschien niet meer in een Jezus in een wit gewaad die met stralen omgeven afdaalt naar de aarde. Maar ze gelooft wel in dat kleine kindje in de kribbe, die verschil zou maken. Dat kindje dat harten raakt en verlangen wekt. Dat kind dat wil troosten en bemoedigen en laat zien wat leven is. Dat een beroep op mensen doet om te leven in en met zijn geest.
De voorlezer leest woorden van de profeet Jesaja, die over de komst van een bevrijder spreekt: ‘De geest van de Heer zal op hem rusten, de geest van wijsheid en inzicht, de geest van kracht en verstandig beleid, de geest van kennis en ontzag voor de Heer.’ Ze zucht diep en fluistert: ‘Kom…’
Tanja Viveen-Molenaar is geestelijk verzorger bij Vivium Zorggroep en redactielid van Open Deur.