Menu

Basis

Liturgie in beeld

Kunst, kerk en kamperen op Keiland

Keiland is een jaarlijkse zomerweek op Terschelling waarin een groep van ongeveer 180 mensen samen vieren, creatieve workshops volgen en kamperen. Afgelopen zomer was de dertiende editie, met wat aanpassingen vanwege corona. Wat is kenmerkend voor het vieren op Keiland?
In de vieringen op Keiland is er geen voor- maar een achterganger.

Keiland is een plek waar iedereen belangrijk is. Deelnemers van alle leeftijden vormen een week lang samen een gemeenschap waarin wordt geoefend in het samen leven en vieren. Er wordt vanuit gegaan dat iedereen iets bij te dragen heeft. Dat is goed merkbaar in de vieringen. Daarvan zijn er twee per dag in de kerktent: een feestelijke ochtendviering, die wordt afgesloten met dans, en een meditatieve avondviering, waarin zeven minuten stilte zit.

Het samen vormgeven van de vieringen is direct al zichtbaar in het feit dat er geen voormaar een achterganger is. Deze heeft de viering inhoudelijk voorbereid, maar zit net als de anderen op de grond in de kerktent. De opzet is eenvoudig, met veel liederen, bijbellezing, creatieve verwerking en gebed.

Voor de ochtendviering wordt een verhaal of verbeelding voorbereid. Hiervoor worden zowel professionals als enthousiaste deelnemers uitgenodigd. Er worden ook tijdens de week nog verbeeldingen ontwikkeld met groepjes mensen die dat leuk vinden. Ook kinderen en jongeren worden hiervoor uitgenodigd. Muzikale mensen kunnen meedoen in de levendige muziekgroep. Ook voor de taak van koster, lector of het aansteken van de kaars worden deelnemers uitgenodigd. In de avondgebeden is er voor iedereen ruimte om een gebed hardop uit te spreken.

Afstand verdichten met lijnen wol door de kerktent heen.

Daarnaast is creativiteit een belangrijke pijler. Er wordt voortdurend gezocht naar nieuwe vormen om de Bijbel te lezen en te begrijpen. Ieder jaar heeft een eigen thema en de daarbij gezochte teksten zijn een ingang waarmee velen aan de gang gaan.

Vanuit de taal ontstaan verbeeldingen in theater, dans, clownerie en nieuwe vertellingen. Er ontstaan kunstwerken die een plek krijgen in de kerktent. Er worden nieuwe liederen geschreven en rituelen ontwikkeld. Het hele lichaam mag meedoen in Keiland-vieringen. In de startviering wordt vaak het thema geïntroduceerd aan de hand van een nieuw ritueel waarin iedereen wordt betrokken.

Het hele lichaam mag meedoen in Keiland-vieringen

Het thema dit jaar was ‘verdichten’. De anderhalve meter afstand werd verdicht met lijnen wol die verbonden werden door de kerktent heen en naar buiten toe (zie foto). De gezamenlijke dans aan het eind van de ochtendviering is kenmerkend voor Keiland. De simpele bewegingen zijn passend bij het thema. In de dans wordt er gebeden en gevierd met het lichaam. Deelnemers maken vrolijk oogcontact. Er wordt soms letterlijk de kerk uit gedanst. Na de dans gaat iedereen zich vol energie klaar maken voor de creatieve workshops.

Sietske Blok is theoloog en werkt als predikant in Tilburg. Naast Taizé en Iona is sinds kort ook Keiland een plek van inspiratie voor haar.
Femke Soethoudt is kindertherapeut. Zij maakt deel uit van het Keiland-vieringenteam.

Latijnse mis: mystiek en wereldkerk

Wat is er zo bijzonder aan de viering van de mis met het Latijn als liturgische taal in Nederland? En hoe helpt deze liturgie om zicht te krijgen op de wereldwijde kerk?

De viering van de Eucharistie is volgens de Rooms-Katholieke Kerk ‘bron en hoogtepunt van heel het christelijk leven’ (Lumen Gentium, 1964). Er zijn verschillende liturgische ritussen, zoals de Byzantijnse, de Ambrosiaanse, de Chaldeeuwse en de Romeinse Ritus. De laatste wordt over het algemeen beschouwd als de ‘standaard-ritus’.

Gezamenlijk goed

Van oorsprong is de taal van de Kerk het Grieks. Het was de taal van het volk en de taal waarin het Nieuwe Testament geschreven werd. Ook de liturgie werd in het Grieks gevierd. Dit zien we nog aan het Kyrie eleison ‘Heer ontferm U’ in onze huidige liturgie.

In de loop van de tijd verdween het Grieks naar de achtergrond en werd de liturgie steeds meer in het Latijn, de officiële taal van de staat, gevierd. Dit had mede te maken met het feit dat het christelijk geloof zich snel uitbreidde over niet-Grieks sprekenden volken. Het Latijn was een gezamenlijk goed voor de gelovigen. Vanaf ongeveer de vijfde eeuw is dit de officiële taal van de Kerk.

Diaken Iwan Osseweijer in Brielle.

Liturgische taal

Op het Tweede Vaticaans Concilie (1962- 1965) werd besloten dat de liturgie in de landstaal kan plaatsvinden, maar het Latijn bleef de standaard. De liturgische uitgaven worden in de landstalen vertaald vanuit een Latijnse standaardeditie.

In de jaren die volgden waren velen verheugd dat de landstaal ingang had gevonden in de liturgie, maar dit gold zeker niet voor iedereen! In een voor de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk moeilijke periode van polarisatie ontstond onder andere de Vereniging voor Latijnse Liturgie, die pleitte voor het behoud van het Latijn als liturgische taal.

In deze tijd is het vieren van de liturgie in het Latijn mijns inziens zinvol en goed, al vraagt het ook om waakzaamheid, met name wanneer we dit beschouwen tegen de achtergrond van missionaire parochievernieuwing. Wanneer we de mis in het Latijn zouden vieren, ‘omdat we dit altijd zo hebben gedaan’ of ‘omdat vroeger alles in de Kerk beter was’, kan het een soort statement worden waarbij de ‘echte mis’ staat tegenover ‘wat ze tegenwoordig doen’.

Maar het gebruik van het Latijn kan ook zeker op verschillende manieren een goede bijdrage leveren aan ons geloof, en zelfs in missionair perspectief.

‘Ga en doe iets’

In 2008 werd vanuit het Vaticaan een nieuwe Latijnse standaardeditie van het Romeins Missaal uitgebracht. Paus Benedictus XVI voegde drie nieuwe teksten toe, die gebruikt kunnen worden voor de wegzending na de zegen aan het einde van de Eucharistie. Aanvankelijk was er alleen ‘Ite, missa est’ – zeer vrij in het Nederlands vertaald met ‘Gaat allen heen in vrede’. Tijdens de Latijnse Mis gebruikte ik voor het eerst een van de nieuwe teksten: ‘Ite ad Evangelium Domini annuntiandum’, te vertalen met: ‘Gaat en verkondigt het Evangelie van de Heer.’ Het was voor het eerst dat ik deze tekst zong, en ik moet zeggen dat deze zending beter de lading dekt: ‘Ga en doe iets met wat we hier gevierd hebben!’

Mystieke beleving

Allereerst zorgt deze taal – en ook andere ‘kerktalen’ als bijvoorbeeld het Grieks en het Kerkslavisch – ervoor, dat we de mystieke dimensie van God in de liturgie beter kunnen ervaren. Het feit dat we niet alles verstaan, kan als effect hebben dat we niet direct over ieder woord nadenken. Het geheim van God wordt mijns inziens te vaak cognitief uitgeplozen, waardoor de mystieke ervaring verloren kan gaan. De niet-wereldse en eeuwenoude melodieën van het Gregoriaans dragen ook bij aan de mystieke beleving.

Hoe meer verbonden, hoe minder we ons ‘op onszelf’ weten

Daarnaast verbindt het Latijn ons met de traditie van de Kerk, bijzonder ook met de Kerk van Rome. En naarmate we ons meer verbonden voelen met een wereldkerk zouden we ons, idealiter, minder ‘op onszelf ’ moeten weten. Met andere woorden: het besef dat we onderdeel van een wereldgemeenschap zijn zou ons moeten bewaren van een focus op eigen lokale identiteit die anderen uitsluit en ons moeten uitdagen om de hele wereld te beschouwen als mogelijke (aanstaande) broeders en zusters in Christus.

Deze twee pijlers, de mystieke beleving en de blik die zich richt op de gehele wereld(kerk), zijn voor mij voor een belangrijke uitwerking die de viering van de Liturgie in het Latijn kan bewerkstelligen: vanuit de mysterievolle verbondenheid met de verrezen Heer de wereld in! Is dat niet ons aller opdracht?

Iwan Osseweijer ontving de diakenwijding op 15 november 2014 in de Kathedraal van het Rooms-Katholieke Bisdom Rotterdam. Hij viert regelmatig mee in de Latijnse Mis.

Beeldtaal in de bajes

De ochtend is nog schemerig en met vereende krachten wordt de ‘kerkzaal’ in de Alphense gevangenis ingericht. Kruis, kaarsjes, liturgie in acht talen. Samen met justitiepredikant Cor Hoogerwerf wachten drie vrijwilligers ‘hun mannen’ op.

‘Low-five’

De eerste groep is binnen, zo’n vijftien man. Als de dienst begint nodigt de voorganger iemand uit de Paaskaars aan te steken: ‘De God van het Licht is in ons midden.’

De dominee – wit overhemd en gekleurde stola, want ‘zo’n zwarte toga schrikt te veel af ’ – bidt om geborgenheid. Jezus’ verhaal vandaag van de wijnbouwers is geen gemakkelijk verhaal, het gaat er gewelddadig aan toe.

Liefhebben, ook al kost het je bloed? Ook degenen die jou haten? ‘Kan niet!’ mompelt een jongen. ‘Proberen?’ daagt zijn maat in de rij ervoor hem uit. Een ‘low five’ tussen de stoelen volgt.

Bless the Lord, my soul’ klinkt op. Hier en daar wordt meegezongen. Vandaag zijn het luisterliederen, vaak is er ook een combo of een muziekgroepje.

Protestants justitiepredikant Cor Hoogerwerf
voor de Alphense gevangenis.

Luidruchtig

De tweede dienst deze zondagmorgen is beneden in het andere gebouw van de penitentiaire inrichting. Ook hier paarsblauwe gordijnpanelen voor de ramen. Het kruis voorin is meegekomen uit Zoetermeer, toen de gevangenis daar gesloten werd.

Niet alle verwachte vijftig van acht afdelingen komen, maar een grote groep is het wel. En een stuk luidruchtiger. Als de dienst gaat beginnen, blijkt de Paaskaars stiekem al aangestoken. Enkele Polen spellen de Schriftlezing in hun taal vanuit het liturgieboekje. De Nederlandse preek kunnen ze niet goed volgen.

In deze groep zitten meer ‘bekenden’. ‘Na een poosje ga je ze kennen, sommigen zitten lang, anderen keren weer terug. Het mooiste is dat je bij de koffie en de koek erna een praatje kunt hebben. Daar doe je het als vrijwilliger voor.’

Een liturgisch ‘kerkgevoel’ kan ook met weinig middelen bereikt worden. Hier in de gevangenis in
Krimpen a/d IJssel, Pinksteren 2021.

Uit de modder

‘Is er wijn?’, roept iemand baldadig. ‘Iedereen heeft wel een rot plekje, of meer’, zegt de voorganger onverstoorbaar. ‘Jezus raapt die druiven op uit de modder. Hij koestert en verzorgt ze, Hij legt ze op de fruitschaal van Gods liefde.’

Zonlicht valt door de getraliede ramen, precies bij het ‘Amen’. En Adrian Snell zingt:
‘One day we’ ll be shining new’.

Marieke van der Giessen-van Velzen heeft een journalistiek redactiebureau en is onder meer einden beeldredacteur van TussenRuimte.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken