Menu

Basis

Landbouwpastoraat in de praktijk: Crisis op het agrarisch bedrijf

Dirk en Alida hebben legkippen. De dieren lopen buiten in het grasland en worden gevoerd met voer dat geteeld is volgens de biologische regels.
Hiervoor hebben Dirk en Alida gekozen omdat dit het dichtst bij hun hart staat. Dit kunnen ze verantwoorden en ze werken met plezier en overgave.  Bovendien krijgen ze nu de hoogste prijs voor hun eieren.
Maar dan gaat het mis. De kippen worden getroffen door vogelgriep. Hoe het gebeurd is, valt niet te achterhalen. Maar de gevolgen zijn groot, de dieren moeten geruimd worden en het bedrijf mag een aantal maanden geen dieren houden. Emotioneel is de schade groot, beiden hielden van de dieren en hun bedrijf. Financieel ook, ze zijn hun inkomsten voor een langere tijd kwijt en de vaste lasten gaan wel door.
Maar er gebeurt ook van alles om hun heen.  In de eerste plaats haalt de gebeurtenis de krant en de regionale televisie. Eigenlijk vinden ze dat heel erg vreemd, jarenlang gaat het goed en doen ze hun best om op verantwoorde wijze boer te zijn. Dan zie je de media niet en nu ineens…  Dan krijg je reacties over die arme dieren en dat het er zoveel moesten zijn. Geen woord over of Dirk en Alida ook gewoon hun brood moeten verdienen en hun bedrijf overeind moeten houden.  En de reacties van de collega kippenhouders: ook zij ondervinden de gevolgen, ze moeten allerlei extra maatregelen nemen om de ziekte te voorkomen. Een aantal van hen kijkt kritisch naar kippen buiten. Ze vinden de risico’s te groot en willen liever dat het verplicht is om de dieren binnen te houden.
Dirk en Alida vinden die reacties moeilijk; ze voelen zich aangevallen, juist nu ze het al moeilijk hebben. Alsof het hun eigen schuld is?
Pastor Anita komt een bezoekje bij hen brengen.

Wat is er aan de hand en waarom?

In de landbouw wordt met levende have gewerkt. Er is een emotionele en financiële band met de dieren of het gewas. Dat maakt kwetsbaar. Iedere  ondernemer weet dat hij bloot staat aan menig gevaar. Rampen kunnen toeslaan. Besmettelijke ziekten, natuurgeweld of brand.
Meestal hebben dit soort rampen een grote impact op het bedrijf en op de ondernemers. Jaren later kunnen ze hier nog over vertellen en wat het met hen gedaan heeft.
Natuurlijk zijn er in een crisissituatie feiten die gedeeld moeten worden, maar minstens zo belangrijk is: welke gevoelens roept het op?
En wat speelt er verder allemaal mee? Er gebeuren allerlei dingen op de zijlijn waar je als burger niet bij stilstaat. Ik noem er een paar:

  1. Het unieke karakter van het dier of de plant. Ondernemers zijn soms jarenlang bezig om een bepaalde plant of dier te selecteren. Daardoor zijn de planten en de dieren heel erg speciaal geworden. Bij een ramp is tevens een levenswerk verdwenen.
  2. Als een bedrijf zijn inkomsten kwijt is, zijn bedrijven en instanties bang dat ze hun geld niet krijgen en weigeren om nog te komen. Allerlei diensten kunnen dan niet meer uitgevoerd worden. Dit kan hele ernstige gevolgen hebben.
  3. Vaak heeft men met verzekeringen of overheidsinstanties te maken die vergoedingen onder bepaalde voorwaarden uitkeren. Dit gaat vaak heel formeel en bureaucratisch en kan de ondernemers tot wanhoop drijven.
  4. Het hangt van de aard van de ondernemer of van het bedrijf af hoe, maar een bedrijf dat eenmaal een ramp heeft meegemaakt is altijd veranderd. De hechte band van vanouds komt niet weer terug. Dat geldt trouwens ook vaak voor de vrienden en bekenden die om de ondernemers heen staan. Er verandert meer dan je lief is.

Ongelukken komen zelden alleen. En dan wordt de verlieservaring meervoudig en de impact groter.

Het is opmerkelijk hoeveel media-aandacht er aan rampen wordt gegeven. Blijkbaar hoort dat bij de sensatie die de luisteraars en de lezers graag willen ondergaan. Daarbij is zorgvuldigheid, waarheid en rechtvaardigheid van de berichtgeving heel erg belangrijk voor de getroffenen.

Bijkomend probleem is nu ook dat bepaalde actiegroepen proberen door rampen hun gelijk te krijgen. Vaak is de oorzaak van de ramp voor hen niet relevant, maar zoeken ze de bevestiging van het eigen gelijk. Dat kan voor de betrokkenen heel erg pijnlijk zijn.

Dan de vraag naar schuld. Natuurlijk is de ondernemer voor een deel verantwoordelijk, maar vaak voor een deel ook niet. Ziekten, plagen of brand ontstaan meestal door een complexe samenloop van omstandigheden.

De hulp die nodig is bestaat in de eerste plaats uit het ordenen van feiten en gevoelens, dan om praktische hulp op korte termijn (Wat moet er allemaal gedaan worden om het nu leefbaar te maken en te houden?  Wie hebben we daarbij nodig? Hoe pakken we dat aan?) en vervolgens op de lange termijn (Hoe kunnen we de schade herstellen? Kan het bedrijf weer opnieuw beginnen? Hoe gaan de ondernemers als beschadigde mensen verder?).

Bijbel en geloof

‘Of die achttien die stierven doordat de Siloamtoren op hen viel – denken jullie dat zij schuldiger waren dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Zeker niet, zeg ik jullie, maar als jullie niet tot inkeer komen, zul je allemaal net zo sterven als zij.’ Lucas 13:3-5                                                    In Jeruzalem valt een toren om. Een regelrechte ramp. Maar Jezus legt meteen grenzen aan de schuldvraag. Degenen die het overkwam waren niet meer of minder schuldig. Allemaal zijn we behept met zonde en allemaal ondergaan we de gevolgen. Tegelijkertijd wijst hij ons op de noodzaak van bekering. Bewust iets verkeerd te hebben gedaan of onbewust, je mag je met God verzoenen. Alleen daar vind je bevrijding en hoop.

Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. 2 Korinthe 1: 3-5              Omzien naar elkaar, dat is de taak van de christelijke gemeente.
Mogelijk roept dit ook de vraag op: Moeten agrariërs zoveel aandacht hebben? Er zijn toch ook andere ondernemers die rampen overkomen?Werknemers die hun werk kwijtraken? Of gemeenteleden die arbeidsongeschikt raken, met alle gevolgen van dien?
Zeker. Bij de aandacht voor landbouwpastoraat gaat het er dan ook niet om agrariërs voor te trekken of meer aandacht te geven, maar om je bewust te zijn van het bijzondere karakter van het werken als agrariër en dus van het landbouwpastoraat.

Tips

1. Dergelijke rampen vragen van een gemeente of parochie om medeleven. Een kaartje, een bloemetje of meenemen in het gebed is genoeg. Vaak hoor ik veel later nog van agrariërs, hoe belangrijk dat was toen ze de MKZ-crisis, de varkenspest of de coronacrisis meemaakten. Het is goed dat je als kerkenraad of diaconie weet wat je dan te doen staat.

2. Wees je ervan bewust, dat als de agrarische ondernemer en haar/ zijn gezin zich niet gekend of begrepen voelt, dit invloed kan hebben op hun geloofsleven en kerkelijk leven. Het kan leiden tot verwijdering.

3. Als pastor heb je te maken met een bijzondere verlieservaring. In die zin bijzonder omdat het op een andere wijze raakt dan overlijden, ernstige ziekte of ernstige relatieproblemen.
Toch is dit soort rampen ook te vergelijken met andere verlieservaringen.  Er is veel kritiek op de rouwfases van Kübler Ross, maar hier werken ze vaak wel. Ik noem ze hieronder en voeg er een paar opmerkingen aan toe:

  • Ontkenning. Meestal is de chaos compleet. Juist in die eerste fase is luisteren heel erg belangrijk. Luisteren om gedachten te ordenen en de werkelijkheid dichterbij te halen.
  • Woede. Gevoelens moeten een plaats krijgen. Daarbij zal woede en onvermogen benoemd worden. Probeer als pastor het schuldaspect te relativeren, zeker als daar feitelijk niets van klopt. Negatieve gevoelens mag je in het gebed delen en de Bijbel roept je ook hierin op van je geloof te blijven getuigen.
  • Onderhandeling. Het verleden wordt er nog eens bij gehaald: wat had je allemaal niet kunnen doen om deze ramp te voorkomen? Dat helpt in die zin niet dat je de tijd niet kunt terugdraaien. Maar het kan zinvol zijn om een volgende ramp te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om nu wel het eigen aandeel te benoemen. Dat biedt ook grenzen aan.
  • Depressie. Juist in deze fase kun je als pastor belangrijk zijn. Je kunt belangeloos luisteren en je hoeft het probleem niet op te lossen. Meestal is in deze fase het oude bedrijf al opgeruimd en worden de eerste plannen gemaakt voor een nieuwe fase. Verzekeringen, overheidsregels en de noodzaak van de exploitatie van het bedrijf dwingen de ondernemer daartoe. Verder komen er allerlei mensen op het bedrijf die belangen hebben en graag iets willen verkopen. Maar er is ook nog een mens, die alles, samen met het gezin, moet kunnen verwerken. Juist als pastor kun je daar aandacht aan besteden.
  • Aanvaarding. De ondernemer moet verder, met of zonder het bedrijf of een ander bedrijf. Het is de fase van de grote veranderingen. Wees je als pastor ervan bewust dat er tijdsdruk is en dat het er heel zakelijk aan toe kan gaan. De ondernemer en het bedrijf moeten verder.

Pieter Knijff is pastoraal werker en gespecialiseerd in landbouwpastoraat. Hij werkt in gemeenten van de Protestantse kerk in Friesland. Van zijn hand zijn er meer artikelen verschenen. Lees meer artikelen over landbouw en pastoraat

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken