Menu

Basis

Inleiding – bij het themanummer

Het beleidsplan

De Kerkorde vraagt ‘de kerkenraad telkens voor vier jaar een beleidsplan op te stellen’. Waarom eigenlijk? Hoe nuttig en inspirerend kan het opstellen van zo’n plan zijn? Hoe is te voorkomen dat het in een bureaula verdwijnt? In de inleiding bij dit themanummer komen zulke vragen al op tafel.

Drs. R.S.E. Vissinga is emeritus-predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad

Van sommige woorden geldt dat ze je bij het horen doen opademen en inspireren; andere daarentegen maken je moe en deprimeren je. Tot de laatste soort behoort voor mij het woord beleidsplan. Hoeveel beleidsplannen, die ooit zijn gesmeed en waar veel tijd en energie in gestoken is, zijn vervolgens in een bureaula verdwenen en daar nooit meer uitgekomen?

Ik weet van een gemeente waar in een periode van vijftien jaar maar liefst drieëndertig rapporten geschreven zijn, die allemaal ingingen op de vraag naar toekomstig beleid met het oog op een krimpende kerk. Uiteindelijk heeft het vierendertigste rapport de goede richting gewezen, waarin de noodzakelijke reorganisatie ter hand genomen en tot een goed einde werd gebracht. De praktijk van het kerkelijk leven leert, dat al die plannen en rapporten lang niet altijd dienstbaar zijn aan de kwaliteit van het gemeente-zijn. Blijkbaar steekt het nauw met beleidsplannen en beleidsrapporten.

Visie

Een kerkelijke gemeente bestaat uit vogels van verschillende pluimage, mensen van allerlei slag en soort, die één ding gemeen hebben: ze weten zich door de Heer aan elkaar verbonden. Ze vormen een gemeenschap waarvan ze geloven dat Jezus daarvan het Hoofd is en zij de leden zijn. Het doel van de gemeente laat zich met het woord ‘dienst’ goed typeren: ze weet zich geroepen tot dienst aan God, tot dienst aan elkaar en tot dienst aan de wereld. Maar wat betekent dat concreet in deze en die situatie? Het maakt verschil of je gemeente bent op het platteland of in een stad, of er veel of weinig ouderen en/of jongeren deel van haar uitmaken, of er zich een asielzoekerscentrum bevindt, of ze beschikt over voldoende financiële middelen enz., enz. Hoe wil déze gemeente in de specifieke situatie waarin ze zich bevindt invulling geven aan wat ze verstaat als haar roeping?

Het is voor iedere gemeente van belang zich deze vragen te stellen en daarover met elkaar na te denken om vervolgens tot concrete en uitvoerbare voorstellen te komen. In het evangelie roept Jezus zijn volgelingen daar met zoveel woorden toe op. Je gaat geen toren bouwen als je je er niet eerst van hebt vergewist, dat je over de benodigde middelen beschikt. En je trekt niet ten strijde als je niet eerst goed bent nagegaan of je de strijd kunt winnen (Luc. 14, 28 ev.).

Hoe wil déze gemeente invulling geven aan haar roeping?

Kerkorde

In lid 6 van artikel 8 van ordinantie 4 van de Kerkorde van de Protestantse Kerk (versie mei 2018) staat dat ‘de kerkenraad telkens voor een periode van vier jaar een beleidsplan opstelt, na daarover overleg gepleegd te hebben met het college van kerkrentmeesters, het college van diakenen en met alle daarvoor in aanmerking komende organen van de gemeente. Elk jaar pleegt de kerkenraad met dezelfde colleges en organen overleg over eventuele wijziging van het beleidsplan.’ In het beleidsplan wordt steeds voor vier jaar vastgelegd welke keuzen de kerkenraad maakt en welke prioriteiten hij stelt. Daarvoor is overleg vereist met de colleges van diakenen, van kerkrentmeesters en van de andere commissies die daarvoor in aanmerking komen. Als het overleg geleid heeft tot overeenstemming stelt de kerkenraad het beleidsplan voorlopig vast. Vervolgens geeft hij de gemeente gelegenheid hierop te reageren. Daarna stelt de kerkenraad het beleidsplan definitief vast.

Themanummer Beleidsplan

De kerkordelijke verplichting om eenmaal in de vier jaar een beleidsplan op te stellen kan een gemeente in verlegenheid brengen. Hoe moet zo’n plan er uit zien? Waar moet je beginnen? Wie moet je erbij betrekken? Waar moet je allemaal aan denken? Het zijn vragen, die als blokkades kunnen gaan werken waardoor het er almaar niet van komt. Dat is niet alleen maar jammer omdat de kerkorde dan tevergeefs iets vraagt, maar niet minder een gemiste kans om een koers uit te zetten voor de komende tijd. Uiteindelijk gaat het immers daar om, om een koers, om keuzes en prioriteiten.

Het is belangrijk en inspirerend de gemeente bij het proces te betrekken

Dit themanummer wil behulpzaam zijn bij het komen tot een beleidsplan. Het geeft geen blauwdruk, maar wel inzicht in de vragen en de procedure. Verschillende auteurs vanuit kleine en grote gemeentes vertellen van hun aanpak. Zij beklemtonen hoe belangrijk en inspirerend het is de gemeente bij het proces te betrekken. Soms is het gaan van de weg nog belangrijker dan het bereiken van het einddoel. Vier portretten bieden een boeiend inkijkje in de weg die gegaan is en ook van het einddoel dat daarvan het resultaat is geworden. De verschillende artikelen willen niet anders doen dan de lezers uit te nodigen om met vrijmoedigheid en inspiratie op hun eigen plaats aan het werk te gaan met het opstellen van een beleidsplan.

Graag nodigt de redactie ook uit om andere, waardevolle inzichten en ervaringen te delen met de lezers van het Ouderlingenblad. De website biedt alle ruimte daartoe. Eventuele bijdragen worden graag ontvangen door de uitgever.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken