Menu

Basis

Lokaal en lichamelijk Christus ontmoeten

Digitaliteit: vloek of zegen?

Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van TussenRuimte over digitaliteit (2021, nr. 2). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van TussenRuimte? Bekijk dan alle artikelen.

Over sacramenten in tijden van e-Eucharist

Is een online kerkdienst een ‘echte’ eucharistieviering? Wat leren we door de coronacrisis over de sacramenten? In dit artikel bespreekt Mattijs Ploeger de positieve kanten van de online diensten, vanuit ervaringen in de Oud-Katholieke Kerk de afgelopen periode. Tegelijk maakt hij duidelijk wat we als ‘online kerkgangers’ missen: de lokale en lichamelijke ontmoeting met Christus en elkaar.

Wanneer ik mij als theoloog bezighoud met liturgische thema’s rond de coronacrisis, vraagt dit allereerst om bescheidenheid. Liturgische vragen zijn van beperkt belang naast de grote medische en economische problemen, waar mensen persoonlijk en wij als samenleving mee te maken hebben. Toch mag gerust worden gezegd dat ook de kerkgemeenschap getroffen is door de coronacrisis, omdat het hart van ons kerkelijk leven – de viering van de liturgie – aan sterke beperkingen onderhevig was en is. Voor een kerk die sacramenteel denkt en leeft, en volgens velen een specifiek liturgisch accent heeft, is het beslist ingrijpend dat we maandenlang niet fysiek aan de eredienst konden deelnemen, de communie niet konden ontvangen en ook nu nog slechts beperkt de lofzang kunnen (mee)zingen.

De waarde van online diensten

Toch ging het liturgische leven van de OudKatholieke Kerk door – via de online kerkdiensten, eerst centraal vanuit Amersfoort, later vanuit de twee kathedralen in Utrecht en Haarlem. Deze diensten hebben in elk geval drie dingen mogelijk gemaakt. Ten eerste konden we meeleven met het kerkelijk jaar. We hebben geen van de zondagen en andere belangrijke dagen in Veertigdagentijd en Paastijd hoeven missen, noch in 2020 noch in 2021. De Schriftlezingen, de liturgische gebeden, de goed gekozen gezangen – we konden het kerkelijk jaar intensief blijven vieren.

Ten tweede werd de gemeenschap in stand gehouden. De live chat tijdens de online diensten maakte dat op ontroerende wijze duidelijk. We zagen elkaars namen (voordeel van een kleine kerk: velen kennen ook mensen uit andere parochies), we schreven elkaar wat we anders zouden hebben gezegd: ‘Een gezegende dienst, vrede zij met je, een goede zondag!’ En als alles weer écht normaal is, zullen de bisschoppen en priesters het nog gaan missen, dat tussen preek en credo niet meer enthousiast wordt geroepen: wat een preek! Onze deelname was online en digitaal, maar daarmee niet minder echt of oprecht. Ten derde konden we de eucharistieviering bijwonen.

Thuis brood en wijn? Online dienst een privé-mis?

Over dat derde punt wil ik het hebben in dit artikel. Wat hebben we eigenlijk gedaan, toen we online de eucharistie meevierden of tenminste bijwoonden? Valt er theologisch iets te zeggen over e-Eucharist (elektronische eucharistie)?

In protestantse kring is door sommigen gesuggereerd dat je thuis brood en wijn zou kunnen nemen terwijl je naar de online dienst zit te kijken. Andere protestanten spraken dat tegen en zeiden dat het sacrament afhankelijk is van gemeenschappelijkheid en fysieke aanwezigheid.

In katholieke kring hebben sommigen bezwaar gemaakt tegen de ‘privé-missen’ die online zouden worden opgedragen: die vorm zou indruisen tegen de hedendaagse opvatting van de eucharistie als gemeenschappelijke viering en maaltijd. Andere katholieken spraken dat tegen en zeiden dat een online dienst met enkele personen geen privé-mis is, en al helemaal niet wanneer online een hele gemeenschap meeviert.

Wel of niet fysiek ter communie

Wanneer iemand bij de online diensten een intense verbondenheid heeft ervaren met Christus en de kerkgemeenschap, is het niet mijn taak als theoloog om te beweren dat die ervaring op een lager plan zou staan dan de fysieke, sacramentele communie. Wel meen ik dat die ervaring vanuit theologisch perspectief eerder te verklaren is vanuit de alomtegenwoordigheid van Christus dan vanuit het sacrament. Kijken naar de hostie tijdens het eucharistisch gebed, ‘geestelijke communie’ ervaren met Christus en met elkaar, dat zijn bekende en mooie ervaringen. Immers, ongeveer een heel millennium – vanaf de middeleeuwen tot in de twintigste eeuw – was dat de manier waarop de meeste gelovigen de eucharistie meemaakten. Fysiek, sacramenteel ter communie gaan deed men maar heel af en toe.

Toch hebben we niet voor niets herontdekt dat fysiek, sacramenteel ter communie gaan eigenlijk bij de viering van de eucharistie hoort. Eucharistisch gebed en communie zijn de twee belangrijkste elementen van het eucharistische gedeelte van de dienst. In deze coronatijd is gebleken dat twee aspecten onmisbaar zijn voor de communie en voor de sacramenten in het algemeen: het lokale en het lichamelijke.

Lokaal

De Oud-Katholieke Kerk en theologie hebben ervaring met nadenken over het belang van het lokale. De ‘lokale kerk’ (bisdom of landelijke kerk) is het uitgangspunt van ons kerkelijk denken. Dus ons uitgangspunt is niet de ‘universele kerk’, hetzij opgevat als ‘onzichtbare’, geestelijke kerk (zoals sommige protestanten het zien), hetzij opgevat als uniform instituut onder leiding van Rome (zoals rooms-katholieken het officieel zien).

Laat ik er meteen bij zeggen: de uitdaging voor ons is om de lokale kerk in gemeenschap te krijgen en te houden met de andere lokale kerken, wat niet eenvoudig is. Het lokale heeft voor ons belang, omdat er geen ander leven (ook geen ander gelovig en kerkelijk leven) bestaat dan ons leven hier-en-nu. Wij leven in een bepaalde cultuur met een bepaalde manier van denken en aanvoelen. In andere culturen van Europa en van de wereld denkt en voelt men heel anders. Zou het ooit lukken, dat eigene van elkaar te respecteren en toch ‘communio’ (kerkelijke gemeenschap en verbondenheid) met elkaar te hebben? Het is een haast utopisch ideaal voor deze in zichzelf verdeelde wereld. En toch is het de droom van de oudkatholieke ecclesiologie. Daarom durven we soms ook wat overmoedig beweren dat onze kerkelijke visie tegelijkertijd relevant is voor de wereld. Omdat we in naam van Christus geloven in ieders eigenheid én in gemeenschap.

In naam van Christus geloven in ieders eigenheid én in gemeenschap

In de lokale werkelijkheid waarin wij leven, ontmoeten we Christus in de sacramenten. Waar christenen op één plaats bij elkaar komen en samen de lokale kerk vormen, voorgegaan door de bisschop of diens plaatsvervangende priester, daar is kerk. Kerk betekent: de gemeenschap van Jezus Christus. En gemeenschap met Christus betekent: zó intens in hem opgenomen worden door doop en eucharistie, dat wij zijn lichaam op aarde heten (Paulus). Hij is ‘in ons’ en wij zijn ‘in hem’ (Johannes). Dat is zo concreet, dat werkt niet via ‘denken aan’ of kijken naar een scherm. Daarvoor moeten we fysiek op één plaats bij elkaar komen. Het is als met geliefden …

Lichamelijk

En dat is meteen het tweede kenmerk van sacramenten: dat ze lichamelijk zijn, als bij geliefden. We hebben die lichamelijkheid wel wat geminimaliseerd. Met Christus verdrinken in het water van de dood en met Christus opstaan tot een nieuw leven is geworden tot een soort besprenkeling.

Ook het bruiloftsmaal van het Lam is karig geworden.

Verschil tussen geloven met je brein en geloven met je lijf

Maar toch: we worden lichamelijk aangeraakt door en namens Christus. Een plens water op je gezicht, een stevige hand op je hoofd, een geurige olie op je hoofd en handen. En het vaakst: een stukje brood en een slokje wijn, Christus in ons en wij in hem. Sacramentaliteit maakt het verschil tussen geloven met je brein en geloven met je lijf. Volgens de katholieke variant van het christendom gaat het niet zonder ons lijf. Christus houdt van ons en wij houden van Christus, met huid en haar – zoals de katholieke en protestantse mystici altijd hebben bezongen. Daarom is het zo’n gemis om niet fysiek, sacramenteel ter communie te kunnen gaan. Als geliefden, die ver weg van elkaar zijn. Brieven schrijven – of tegenwoordig e-mails en appjes – is fijn en belangrijk. Maar zonder lichamelijk contact kunnen geliefden niet langer dan strikt noodzakelijk.

De theoloog Louis-Marie Chauvet gaat zo ver om te zeggen dat we altijd nog ons lichaam hebben, zelf als onze geest het bewustzijn van geloof is kwijtgeraakt. Zelfs dan kunnen we nog onze hand uitstrekken om te ontvangen wat Christus ons geeft. Ontroerend om te beseffen dat dit onszelf kan betreffen, hetzij als we een periode doormaken waarin het geloof ons verlaten lijkt te hebben, hetzij wanneer onze geest door ziekte of ouderdom zozeer is verward, dat we alleen nog lichamelijk kunnen ontvangen: Gods levende Woord op de tong, Christus’ geurige balsem op hoofd en handen.

Corona leert ons dus niet opeens een ‘nieuwe’ theologie van de sacramenten. Maar corona maakt wel duidelijk, wat kerk en sacramenten ons geven: de lokale en fysieke ontmoeting met Christus en met elkaar. We worden ons er opnieuw van bewust wat we missen als dat wegvalt. En we verheugen ons, dat we er weer lokaal en fysiek aan kunnen deelnemen. Nu het zingen nog!

Mattijs Ploeger is rector van het Oud-Katholiek Seminarie aan de Universiteit Utrecht, waar hij systematische theologie en liturgie doceert.

Lees meer uit dit nummer van TussenRuimte

Lokaal en lichamelijk Christus ontmoeten

Mattijs Ploeger

Is een online kerkdienst een ‘echte’ eucharistieviering? Wat leren we door de coronacrisis over de sacramenten? In dit artikel bespreekt Mattijs Ploeger de positieve kanten van de online diensten, vanuit ervaringen in de Oud-Katholieke Kerk de afgelopen periode. Tegelijk maakt hij duidelijk wat we als ‘online kerkgangers’ missen: de lokale en lichamelijke ontmoeting met Christus en elkaar.

Lees verder

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken