Menu

Premium

Meditatie bij Open Monumentendag

Het is langzamerhand vaste prik geworden. Ieder jaar, op Open Monumentendag, bezoek ik een aantal monumentale kerkgebouwen en andere bezienswaardigheden in mijn woonplaats Den Haag. Zo ook vandaag. Maar de eerste gang is steevast naar de rooms-katholieke Teresia van Avilakerk, waar we vanuit ons appartement op uitkijken. Ik hoef er alleen maar de straat voor over te steken. Een kostbaar kleinood, zo midden in de stad. Velen weten van haar bestaan niet af, verscholen als zij ligt achter de kloeke gevel van het Spaansche Hof, waar ooit het Spaanse gezantschap gevestigd was. Van de straat af is de kerk ook niet als zodanig te herkennen, daarvoor moet je echt het binnenterrein oplopen. Op deze plek stond vroeger de kapel van het gezantschap. In een tijd dat het katholieke geloof nog niet openlijk en zichtbaar beleden mocht worden, gingen veel stedelingen hier ter kerke, hetgeen oogluikend werd toegestaan. In de negentiende eeuw kwam er meer vrijheid om eigen kerken te bouwen. Deze waterstaatskerk dateert van 1841 en is ontworpen door T.F. Suys, de hofarchitect van de Belgische Koning Leopold I. Hij is niet de enige Belg op wie destijds een beroep werd gedaan: ook diverse beelden en schilderijen, de preekstoel, het orgel en de biechtstoelen zijn van Belgische makelij. Het maken van kerkelijke kunst was men in onze contreien een beetje verleerd.

Een kerk zo dichtbij de eigen woning, ik zou er vaker heen kunnen gaan, maar de taal is een flinke barrière. Poolse katholieken hebben er hun domicilie gevonden, een aantal jaren nadat de lokale parochie de kerkdeuren had moeten sluiten. Die ene keer dat ik op een zondagmorgen uit nieuwsgierigheid naar binnen ging, trof ik er een kerk bomvol jonge mensen. Veel singles, maar ook veel gezinnen met kleine kinderen. Van het gesprokene verstond ik maar weinig, welgeteld drie woorden: ‘Jezus’, ‘Amen’ en ‘Rotterdam’. Ik heb elders overigens wel kerkdiensten meegemaakt, waar ik minder van meegekregen heb.

Maar nu heerst er rust en heb ik alle tijd om deze rijk versierde kerk op mijn gemak te bekijken. Uit de infobrochure begrijp ik dat de kerk destijds min of meer kaal, haast ‘protestants’ werd opgeleverd, maar dat dankzij inzamelingsacties onder de parochianen de kerk gaandeweg gevuld kon worden. Ik kom onder de indruk van de talrijke oude beelden, de kruiswegstaties, het houtsnijwerk en de glas in loodramen, tastbare herinneringen aan een tijd dat deze stad nog een omvangrijke rooms-katholieke gemeenschap kende. Eeuwenlang behoorde zo’n 30% van de Haagse bevolking tot de Rooms-Katholieke Kerk. Dat percentage is sinds de jaren zeventig teruggelopen tot om en nabij de 10% vandaag de dag, met tal van kerksluitingen en reorganisaties als gevolg. Een met punaises vastgeprikt briefje naast de biechtstoel herinnert nog aan de nadagen van de Nederlandstalige parochie in deze kerk: “Biechtbel werkt niet meer. Voor biechten bij Pastoor: de kosteres waarschuwen of een van de paters in de kerk.” De afbeeldingen van paus Johannes Paulus II en de zwarte Madonna van Częstochowa bij het hoogaltaar vallen meer op en symboliseren de huidige Poolse aanwezigheid.

Ik ga even zitten en bewonder het grote altaarstuk uit 1844, een schilderij van Jezus aan het kruis, Maria, Johannes en Maria Magdalena. De laatste, knielend onder het kruis, is zo afgebeeld, dat zij minstens zo veel licht ontvangt als Jezus zelf, terwijl Maria en Johannes wat meer naar achteren staan, half in de schaduw. Onder de fraai bewerkte preekstoel valt mijn oog op een beeldengroep, waar Jezus de tot hem gekomen kinderen zegent.

De kerk is als enige Nederlandse kerk gewijd aan de heilige Teresia van Avila (1515-1582). Er staat een beeld van Teresia naast het hoogaltaar en ook op de indrukwekkende preekstoel is haar beeltenis te vinden. We zien daar hoe een engel haar met een pijl doorboort, een verwijzing naar de extatische visioenen waarbij Teresia van vurige liefde voor God vervuld raakte. De Rooms-Katholieke Kerk beschouwt deze mystica en kloosterhervormer als een van haar grootste heiligen. In 1970 verklaarde Paus Paulus VI haar als eerste vrouw tot kerklerares. Of ik helemaal uit de voeten kan met haar extatische geschriften vraag ik me af, maar haar oproep tot onverstoorbaarheid spreekt me wel aan:

Laat niets je verwarren
Niets je verschrikken
Alles gaat voorbij
God verandert niet
Geduld Overwint alles
Wie op God vertrouwt
Ontbreekt het aan niets
God alleen is genoeg 

De kerk stond de afgelopen eeuwen niet geïsoleerd op een rooms-katholiek eiland in de stad, maar was het kloppend hart van een volksbuurt waar het katholicisme voluit bloeide, in de middeleeuwen vanwege diverse kloosters en vanaf de negentiende eeuw door middel van scholen, een ziekenhuis, een stadsklooster, een wees- en oudeliedenhuis, de Vincentiusvereniging, een vergader- en ontspanningscentrum, een boekhandel en drukkerij, en nog een tweede waterstaatskerk. Zelfs de Spaanse Inquisitie heeft er in de Reformatie tijd nog huisgehouden. Veel het het katholieke erfgoed is in de loop der tijd verdwenen of veralgemeniseerd, maar sporen van het Rijke Roomsche Leven zijn anno nu nog steeds zichtbaar. Inmiddels hebben diverse andere religieuze en spirituele stromingen zich in de buurt gevestigd. In de straat waar ik woon vinden naast de Poolse katholieken nog vier andere migrantenkerken onderdak. Het voormalige katholieke ziekenhuis kent nu een multireligieus samengestelde Dienst Geestelijke Verzorging en een multireligieus stiltecentrum voor een ieder die een moment van bezinning of gebed zoekt. Een hindoestaanse dagopvang voor ouderen, een spirituele boekhandel, een ayurveda praktijk, een centrum voor boeddhistische filosofie, een esoterisch genootschap en verscheidene yogagroepen completeren het religieuze en spirituele aanbod. Het religieuze verdwijnt niet, maar zoekt andere beddingen.

Het wordt tijd om Teresia’s kerk te verlaten. Er staat vandaag nog meer op het programma. Maar mijn ogen dwalen nog wat rond. Het is goed toeven hier, ook al kom ik er maar eens per jaar. Bij de pietà achterin de kerk steek ik een kaarsje op. Wat zou het mooi zijn als dit gebouw ook op doordeweekse dagen als stilteplek voor bezinning of gebed kon dienen, maar dat is hoogstwaarschijnlijk een vrome wens. Nu mag ik het doen met het dagelijkse uitzicht vanuit ons appartement op de voorgevel van de kerk. Het kon minder. Ik voel me een bevoorrecht mens.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken