Met de kinderen: Helpen lukt niet

Bij Marcus 6,1-6

Jezus is al best een bekende verschijning als Hij weer in het stadje komt waar Hij opgroeide. Zijn vrienden van vroeger geloven niet dat Hij zo bijzonder is en ergeren zich aan Hem.

Verhaal

Koen is op zeilkamp. Hij heeft nog nooit gezeild, maar hij luistert goed naar de leiding. Hij vindt het superleuk. Hij leert de zeilen hijsen en ook weer strijken en hij kan heel goed de fok bedienen. Als andere kinderen iets niet kunnen, helpt Koen ze. Hij legt uit hoe het moet, doet het voor en helpt ze als ze het zelf willen proberen. De andere kinderen op kamp vinden Koen wel een stoere jongen en bewonderen hem.

Na een week komt Koen helemaal uitgewaaid en lekker bruin weer thuis. Hij rent naar zijn vrienden en vertelt wat hij allemaal gedaan heeft. Maar zijn vrienden vinden het maar stom. Koen moet zich niet zo aanstellen. Hij kon helemaal niet zeilen toen hij wegging en nu is hij opeens een populaire jongen die anderen leert zeilen? Doe normaal, joh!

Koen wordt er onzeker van. En als iemand hem vraagt hoe dat dan moet, dat zeilen strijken, weet hij het niet meer. Het is heel moeilijk om mensen te helpen, als ze niet geholpen willen worden.

Uitgebeeld

Neem een volwassene apart en vertel dat hij of zij alle kinderen op de arm moet tikken. Zeg tegen de kinderen dat ze moeten zorgen dat niemand op hun arm tikt. Breng de volwassene de kerkzaal in en zie wat er gebeurt. Waarom lukt het niet?

Het lijkt op hoe het bij Jezus ging toen Hij in zijn eigen stadje terugkwam. Niemand geloofde dat Hij kon helpen en daarom lukte het ook niet.

Gebed

God,
geef dat wij openstaan voor mensen die ons willen helpen,
en voor Jezus die ons wil helpen.
Dat we geloven dat het kán.
Soms is dat moeilijk,
maar als we het niet geloven,
lukt het nooit.
Amen.

Bij Marcus 6:1-6