Menu

Basis

Migratiestromen en grensbeleid

Een wandelaar op pad
Over de hele wereld zijn allerlei migratiestromen zichtbaar, in reactie op een scala aan ontwikkelingen die zich binnen en buiten grenzen afspelen. Zowel emigratieals immigratielanden hebben zich hiermee te verhouden, waarbij welvarende immigratielanden vaak de spelregels bepalen. In toenemende mate wordt migratie ook gepolitiseerd. Welke redenen zitten er bijvoorbeeld achter het repressieve migratiebeleid van Europa? Een overzicht van oorzaken, beweegredenen, migratiebeleid en humane perspectieven.

Wat is migratie?

Emigratie, immigratie en migratie zijn termen die vaak door elkaar worden gebruikt, niet alleen om het fenomeen van de menselijke mobiliteit te beschrijven maar ook om de betekenis daarvan voor de betrokken samenlevingen te duiden.

Accent op fysieke verplaatsing

Volgens een gangbare definitie van de International Organisation for Migration (IOM) is migratie:

‘De verplaatsing van een persoon of groep, hetzij over een internationale grens, ofwel binnen een staat. Het is de verplaatsing van een bevolkingsgroep, die elk soort verplaatsing van mensen omvat, ongeacht zijn omvang, samenstelling en oorzaken. Het omvat migratie van vluchtelingen, ontheemden, economische migranten en degenen die zich voor andere doeleinden verplaatsen, waaronder gezinshereniging’ (IOM 2004, 41).

De IOM legt in deze definitie het accent op de verplaatsing binnen en buiten een land. Deze verplaatsing is het fundament van de waarneming van andere elementen die bij migratie horen, zoals individuele of groepsaspecten, de oorzaken van de migratie, de tijd die verplaatsing door transitlanden kan kosten en de verschillende redenen die leiden tot de categorisering van migranten als vluchtelingen, ontheemden, economische of ‘illegale’ migranten.

De IOM omschrijft ‘migranten’ als personen die internationale grenzen overschrijden of hun woonplaats verwisselen voor een andere regio binnen het eigen land. Daarnaast hanteert de IOM (2004, 21, 31) een korte en duidelijke definitie van ‘emigratie’ en ‘immigratie’: emigratie als ‘handeling (act) van het vertrekken uit of het verlaten van één staat met het oog op het zich vestigen in een andere’. En immigratie als ‘een proces waarbij niet-staatsburgers een staat binnengaan met het doel zich daar te vestigen’.

Uit een vergelijking van deze definities blijkt dat deze van elkaar verschillen, en dat verschil betreft niet alleen het verlaten van of het binnengaan in een ander gebied of land. Voor de IOM is emigratie een ‘handeling’ (act) en immigratie een ‘proces’. Waarom dit verschil? Een mogelijke verklaring is dat de definitie van emigratie als handeling de activiteit legt bij de betrokkenen personen zelf. Immigratie als ‘proces’ leent zich, in mijn interpretatie, voor de weergave van de complexiteit van de verplaatsing naar het bestemmingsland, waarbij migranten afhankelijk zijn van internationale verdragen, het grensbeleid en reacties van de samenlevingen waar ze (door) komen en van mensenhandelaren.

Toegenomen aantallen

Tegenwoordig zijn er wereldwijd 258 miljoen internationale migranten ofwel circa 3% van de wereldbevolking, onder wie 124,8 miljoen vrouwen en 25,4 miljoen kinderen. In Europa zijn er 78 miljoen migranten, in Azië 80 miljoen en in de Verenigde Staten 58 miljoen (Population Division 2017).

In Nederland zijn er volgens het CBS (2018) 3.971.859 migranten in totaal, een aantal dat bestaat uit twee generaties: eerste generatie 2.079.329, tweede generatie: 1.892.530 personen. De gemiddelde leeftijd van migranten wereldwijd is 39 jaar.

Het aantal vluchtelingen nam enorm toe in de loop van de huidige eeuw, van 37,5 miljoen in het jaar 2005 naar 68,5 miljoen in 2017. Volgens de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen is de helft van de vluchtelingen jonger dan 18 jaar (UNHCR 2018).

De meerderheid van de vluchtelingen bevindt zich in eigen land: 40 miljoen – 28,5 miljoen bevindt zich in het buitenland

De meerderheid van de vluchtelingen bevindt zich in eigen land: 40 miljoen, en 28,5 miljoen bevindt zich in het buitenland. Uit gegevens van de UNHCR (2018) blijkt dat 25,4 miljoen mensen officieel geregistreerd zijn als vluchteling, 3,1 miljoen mensen hebben asiel aangevraagd. Bij de irreguliere migratie, dat wil zeggen: mensen zonder verblijfsvergunning, gaat het wereldwijd om 58 miljoen personen.

Andere percepties

Naast de definitie van migratie vanuit de fysieke verplaatsing van mensen, zoals gehanteerd door de IOM, zijn er nog verschillende andere percepties van migratie.

Zo is er het perspectief van de emigratielanden, die migratie zien als een mogelijkheid om het hoofd te bieden aan allerlei problemen. Economische redenen bijvoorbeeld zorgen voor arbeidsmigratie: wereldwijd betreft dat 150,3 miljoen mensen, waarvan 44,3% vrouw en 55,7% man is (IOM 2018). Landen zoals Guatemala, Suriname of zelfs Mexico, vullen hun begrotingstekorten aan dankzij het geld (‘remittances’) dat migranten opsturen naar de eigen familie en voor allerlei projecten. De waarde van de ‘remittances’ wordt tegenwoordig geschat op 466 miljard USD (IOM 2018), een bedrag dat gelijk staat aan drie keer de waarde van ontwikkelingssamenwerking wereldwijd.

Een andere perceptie van migratie is daarnaast de ‘brain drain’: emigratielanden zien hun afgestudeerde jongeren naar het buitenland gaan. Ze verliezen alles wat ze hebben geïnvesteerd om deze jongeren gezond te laten opgroeien en leren, en daarmee hun productieve capaciteit. Deze landen vatten emigratie op als een soort ontwikkelingshulp voor andere landen, als een ‘brain gain’ voor andere economieën, die jonge, gezonde en opgeleide mensen gratis ontvangen.

In de immigratielanden gaat migratie gepaard met argwaan en met ideeën over hun bedreiging van de sociale cohesie, veiligheid, cultuur, waarden en normen van de samenleving. Tegelijkertijd worden migranten beschouwd als een kans om vergrijzing te compenseren, gaten in de arbeidsmarkt op te vullen en werknemers te vinden voor de ‘dirty jobs’ die de eigen bevolking beneden de eigen waardigheid vindt.

Transnational Studies

Verschillende interpretaties, zoals die van de emigratieen immigratielanden, maken van migratie een polyvalente term, met positieve en negatieve interpretaties en met verschillende attributies.

Daarnaast vinden we die van de Transnational Studies, die migratie bestuderen vanuit de relaties die migranten onderhouden met mensen in de landen van herkomst en in de landen waarin ze zich bevinden (Glick Schiller, Basch & Szanton Blanc 1995). Volgens deze benadering ontwikkelen migranten nieuwe relaties met de herkomstlanden als ze internationale grenzen overschrijden en in hun bestemmingslanden terechtkomen. Hun gebruik van sociale media in het land van aankomst, hun literatuur, voedsel, muziek of kleding, het decor van hun huizen, hun betrokkenheid bij politieke ontwikkelingen en familie geven een idee van hun transnationale relaties en oriëntatie. Guarnizo en Smith relaties en oriëntatie. Guarnizo en Smith

Symbolisch kapitaal

In de Transnational Studies heeft het transnationale perspectief gevolgen voor de waarneming van de identiteit van de migranten en de domeinen die door hun activiteiten met elkaar worden verbonden. Ze spreken eerder van ‘transmigrant’ dan van ‘migrant’.

Transmigrant is een term die ons in staat stelt om het alledaagse leven van migranten beter te begrijpen, namelijk als mensen die vanuit hun fysieke context bezig zijn met een andere context die ze virtueel ervaren. Transmigranten zijn mensen die contexten met elkaar verbinden en omvormen tot transnationale velden. Transmigranten communiceren in deze velden met niet-geïmmigreerde personen en bouwen grensoverschrijdende vormen van symbolisch kapitaal op. Netwerken, uitwisselingen op het gebied van cultuur, politiek of religie zijn waarneembare vormen van het symbolische kapitaal dat ontstaat door interacties in de transnationale velden.

Religieuze organisaties spelen een belangrijke rol in de opbouw van transnationale relaties. In een baanbrekende studie over de transnationale relaties van Dominicaanse migranten in de Verenigde Staten via hun kerken geeft de sociologe Levitt (2001, 159-179) verschillende voorbeelden hoe de contexten van herkomst en aankomst elkaar beïnvloeden. De voorbeelden betreffen de taal, traditie, cultuur, religieuze boodschap, ‘remittances’ en de uitwisselingen van religieuze leiders.

Tot slot: onderzoekers die vanuit het ‘transnationale paradigma’ opereren, staan kritisch tegenover de gangbare theorieën voor de bestudering van migratie. Ze verdenken deze theorieën van ‘methodologisch nationalisme’, waardoor migranten uitsluitend worden bestudeerd vanuit de invalshoek van de landen waarin ze zich bevinden (Wimmer & Glick Schiller 2003). De relaties die ze onderhouden en de oriëntaties buiten de grenzen, spelen geen rol in deze studies. Onderzoek naar de integratie bijvoorbeeld, observeert niet hoe migranten een nieuwe relatie ontwikkelen met landen van herkomst en hoe ze met deze landen ‘integreren’ vanuit hun identiteit als emigrant en immigrant. Door de toepassing van het transnationale perspectief wil men aandacht creëren voor de transmigranten vanuit hun leven van alledag, een leven gekenmerkt door grensoverschrijdende transacties. Zolang het onderzoek naar migranten in het methodologische nationalisme vervalt, worden conclusies getrokken vanuit een zeer beperkte waarneming, die niet recht doen aan hun brede wereld.

Oorzaken van internationale migratie

Over het algemeen wordt migratie opgevat als een reactie op ontwikkelingen die zich binnen en buiten grenzen afspelen. In de landen van oorsprong is er sprake van politieke, economische, sociale of culturele ontwikkelingen die de emigratie veroorzaken. Vormen van geweld – vanwege oorlog, criminaliteit, vrouwenonderdrukking, culturele of religieuze intolerantie – of slecht functionerende gezondheidszorg staan bekend als ‘push factors’ die emigratie veroorzaken.

Vooral de toename van het aantal jongeren in combinatie met het gebrek aan perspectieven op de arbeidsmarkt en de armoede, zorgt ervoor dat de meeste migranten jongeren zijn. Andere problemen achter de emigratie zijn gerelateerd aan etnische conflicten en de toename van natuurrampen als gevolg van veranderingen in het klimaat. Uit gegevens van de IOM blijkt dat natuurrampen in de Cariben en in Azië in het jaar 2017 voor de interne en externe migratie van 18,8 miljoen mensen (IOM 2018, 28) zorgden.

Ook ontwikkelingen buiten de grenzen, die bekend staan als ‘pull factors’ kunnen de beslissing om te emigreren beïnvloeden. Migranten van het platteland zijn opgegroeid met de ervaring dat hun beste landbouwproducten, vlees en vis naar landen met een betere economie gaan, naar mensen die dat allemaal kunnen kopen. Daarnaast worden ze dagelijks blootgesteld aan de reclamebeelden over de overvloed aan rijkdom en geluk in Europa of de Verenigde Staten. Deze beelden oefenen een aantrekkingskracht uit op mensen die lijden onder de eerder aangegeven ‘push factors’. In dit geval verlaten mensen hun land, omdat ze gebruik willen maken van de voordelen en welvaart in landen met een betere economie, waar ze werk en veiligheid zouden kunnen vinden.

Ondanks het feit dat de theorie over de ‘push and pull factors’ veel aspecten van de migratieredenen belicht, is er kritiek op, omdat deze beperkt blijft tot de economische invalshoek van vraag en aanbod. Met name vanuit de Transna tional Studies is er aandacht voor de rol die netwerken als reden voor migratie spelen. Familie, vrienden of dorpsgenoten in het buitenland treden vaak op als sociaal kapitaal dat migratie faciliteert. Transnationale netwerken bieden informatie over de mogelijkheden om werk en onderdak te vinden en om geld te lenen voor de reis. Daarnaast kunnen in emigratielanden ook emigratieculturen ontstaan, als veel mensen uit hetzelfde dorp of gebied zich in het buitenland vestigen. Hun succes kan een aantrekkingskracht vormen om te emigreren. Familiehereniging is een duidelijk voorbeeld van het effect van transnationale netwerken en lokale emigratiecultuur op de migratie.

Een laatste factor die ik wil toevoegen om de emigratieredenen te begrijpen wordt gevormd door de historische verbindingen die ontstonden in de koloniale tijd. Handelsroutes, taal en cultuur en politieke relaties spelen ook een rol in de emigratiekeuze. De aanwezigheid van Indiërs en Pakistani in Groot-Brittannië, Congolezen in België, Mozambikanen in Portugal of Surinamers in Nederland illustreren de rol van deze factor.

Familie, vrienden of dorpsgenoten in et buitenland treden vaak op als sociaal kapitaal dat migratie faciliteert

Keuze en dwang

Bij de factoren die migratie verklaren, is er onderscheid tussen vrijwillige en gedwongen immigratie. Hoewel dit onderscheid wordt gemaakt in het grensbeleid of in de toekenning van een asielstatus, is er in de wetenschap geen consensus over wat vrijwillige en gedwongen immigratie exact van elkaar onderscheidt.

A grosso modo kunnen we beide begrijpen vanuit de afof aanwezigheid van ‘pull factors’, dat wil zeggen dat emigratie voor sommigen een optie is en voor anderen dat ze ertoe gedwongen worden. Als het leven door geweld of hongersnood in gevaar is of als mensen door hun regering worden verplicht om hun land te verlaten, dan kun je zeggen dat er sprake is van gedwongen emigratie. In veel emigratielanden die kampen met hongersnood, armoede en oorlog is er echter sprake van een vermenging van vrijwillige en gedwongen emigratie. Tegen het einde van de vorige eeuw onderstreepte Van Haer (1998, 42) dat keuze en dwang met elkaar verweven zijn als het om emigratie gaat.

In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat mensen migreren in extreme situaties, om hun leven in veiligheid te brengen of om hun ‘migration dream’ te realiseren. Een droom die heel concreet kan zijn, bijvoorbeeld de militaire dienstplicht in oorlogstijd ontlopen, werk vinden, geld sparen om een winkeltje te beginnen, een huis of auto kopen, de universitaire opleiding van de kinderen kunnen bekostigen of de medische kosten van een familielid betalen.

Restrictie van migratie

Zoals ik eerder aangaf, wordt migratie geïnterpreteerd vanuit emigratieen immigratielanden. Het perspectief van de welvarende immigratielanden is echter het dominante perspectief, omdat die de politieke en economische mogelijkheden hebben om de spelregels tebepalen. Welvarende immigratielanden treffen maatregelen om toegang van migranten te voorkomen door de bouw van muren en de militarisering van hun grenzen. Ze sluiten verdragen met omringende landen en gebruiken deze als externe bewakers van hun internationale grenzen. De omringende landen maken gebruik van hun rol als doorgangslanden om economisch voordeel te behalen, zoals de Turkije-deal waardoor Turkije 3 miljard euro ontvangt of de Afghanistan-deal waardoor dit land van 2018 tot 2020 jaarlijks 1,3 miljard euro ontvangt.

‘Doodsroutes’

De meeste immigranten komen naar Europa met een toeristenvisum en blijven nadat dat verlopen is. Degenen die geen reisvisum kunnen aanvragen, proberen naar Europa te komen via de transitlanden. Daarvoor betalen ze grote sommen geld aan mensensmokkelaars en ze vallen vaak in handen van criminele organisaties en corrupte ambtenaren die hen van hun geld beroven of seksueel misbruiken.

De irreguliere immigratie is omgeven met gevaren als migranten zich verplaatsen over de ‘doodsroutes’, door de Saharawoestijn, de Middellandse Zee, de Balkan of de Golf van Jemen. Omdat migranten niet direct naar het bestemmingsland kunnen doorreizen, kan de migratie jaren duren. Bijvoorbeeld van Pakistan via achtereenvolgens Iran, Turkije, Griekenland, Montenegro, Servië, Kroatië en dan naar Italië; of vanuit Zuid-Soedan naar Europa over meer dan tien verschillende grenzen. Ze lopen honderden kilometers in het donker, reizen met bussen, treinen of dagenlang – zonder een woord te mogen spreken – in een vrachtauto of een ferry.

Vanwege de kans om gepakt te worden door militairen van het Europese agentschap Frontex en te belanden in een uitzichtloos migrantenkamp in Griekenland of Turkije, zijn er nu migranten uit Afrika, Jemen of Bangladesh te vinden in Colombia, Midden-Amerika en Mexico.

Twee jaar geleden sprak ik Ghanezen op de grens tussen Panama en Costa Rica. Ze kwamen het Amerikaanse continent binnen via Brazilië en waren onderweg naar de Verenigde Staten (Castillo Guerra 2018). Omdat Nicaragua de grenzen dichthield, konden ze hun reis alleen voortzetten met hulp van mensensmokkelaars.

Op dit moment vliegen vluchtelingen van Jemen naar Ecuador in de hoop om via tien andere landen uiteindelijk in Canada aan te komen. Op de vraag waarom ze niet naar Europa gaan, antwoordde een vluchtelinge met een opleiding als arts, dat Europa hen niet als vluchtelingen erkent en hun aanvraag behandelt als die van gewone migranten (Millán Valencia 2018).

Politisering

Welke redenen zitten er achter het repressieve migratiebeleid van Europa? Migratie wordt in toenemende mate gepolitiseerd door deze te verbinden met tal van problemen. De opkomst van het rechtse populisme in Nederland, van Pegida in Duitsland, de radicaal-rechts Lega in Italië of de Deense Volkspartij laat zien dat er veel te winnen valt als je de ontevredenheid onder de bevolking (om totaal andere redenen) verbindt met migratie, vluchtelingen en islamitisch terrorisme.

Deze discussies zorgen voor een eenzijdige interpretatie van migratie als een gevaar voor de veiligheid, welvaart en identiteit (Zapata Barrero 2012, 39-36). Deze angst komt voort uit inbeelding van het gevaar dat zich zou aandienen. Vervolgens worden maatregelen genomen om zich daartegen te verweren. De gevolgen daarvan treffen mensen buiten de grenzen, zonder dat degenen die de maatregelen nemen zich bekommeren om de onveilige situaties die ontstaan, internationale afspraken over mensenrechten ten spijt.

Het restrictieve migratiebeleid berust op ‘framing’ van migratie als een gevaar (‘securitizing’). Het heeft effect op de samenleving, omdat er een negatief beeld van mensen buiten de grenzen wordt gecreëerd en in stand gehouden. Want wat gebeurt er met degenen die het toch lukt om binnen te komen? Hoe kan de overheid cohesie bevorderen met dezelfde mensen die eerder als gevaarlijk werden bestempeld?

Veel geld aan mensensmokkelaars en ze vallen vaak in handen van criminele organisaties en corrupte ambtenaren

Naar een humaan migratiebeleid

In het jaar 2013, naar aanleiding van de zoveelste scheepsramp met migranten in de wateren van de Middellandse Zee, sprak paus Franciscus zich uit tegen de onverschilligheid en tegen de grenzen die mensen in noodsituaties buitensluiten (Franciscus 2013). Volgens de paus is internationale samenwerking noodzakelijk om de oorzaken en effecten van migratie aan te pakken, onder andere door te voorkomen dat emigratie het enige alternatief is om het hoofd te bieden aan de ‘push factors’ (Castillo Guerra 2018, 51).

Bovendien dienen de overheden volgens de paus eerst te reageren op de nood van mensen en pas dan op de gevolgen van de migratie. Dat betekent niet dat overheden de problemen die met de komst van migranten worden gegenereerd, ontkennen, maar eerder dat ze prioriteit geven aan de hulp van de meest kwetsbare mensen, degenen die niet kunnen wachten op de effecten van een langetermijnbeleid.

Een ander voorstel van paus Franciscus betreft de beeldvorming van migranten. Migranten hebben het recht op eerlijke beeldvorming en berichtgeving, zonder vooroordelen en generalisaties en dat is de verantwoordelijkheid van de media (Castillo Guerra, 51). Op deze wijze kunnen samenlevingen migranten herkennen als medemensen en kunnen ze beschikken over terechte criteria voor hun politieke keuzes.

Paus Franciscus staat niet alleen met zijn voorstellen. De internationale samenwerking om problemen rondom migratie aan te pakken, kreeg recent een grote impuls door het Pact van Marrakesh (United Nations 2018). Circa 160 landen spraken af om samen te werken aan het bereiken van 23 doelstellingen. Drie van deze doelstellingen zijn het terugdringen van de redenen tot migratie, het verbeteren van de mogelijkheden voor legale migratie en het voorzien van juiste informatie over migratie.

Stapsgewijs opbouwen

Hoe ziet een migratiebeleid eruit dat rekening wil houden met de mensenrechten van migranten en hen niet meer ‘framet’ als een gevaar voor de veiligheid of welvaart?

In hun boek Voorbij Fort Europa stellen Van Houtum en Lucassen (2016) tien maatregelen voor ten behoeve van een grensbeleid dat de mensenrechten, veiligheid en bewegingsvrijheid van migranten beschermt. De auteurs pleiten ervoor dat de samenleving accepteert dat migratie een structureel gegeven is, een antwoord op conflicten of rampen elders. Vervolgens stellen ze maatregelen voor vluchtelingen en voor economische of arbeidsmigranten voor.

Wat de vluchtelingen betreft, vallen degenen zonder verblijfsvergunning onder het recht dat mensen hebben op mobiliteit, ze hoeven niet gecriminaliseerd te worden als illegaal. Aldus geplaatst onder de rechten die voor gewone burgers gelden, kunnen ze participeren in de samenleving en worden ze geen sociale last omdat ze werken en belastingen betalen.

Wat de arbeidsmigranten betreft, stellen de auteurs voor om een flexibele arbeidsmarkt voor migranten te hanteren. Migranten kunnen binnenkomen om geld te verdienen en dan naar huis terugkeren zonder bang te hoeven zijn dat zij geen kans meer krijgen om opnieuw naar Europa te komen. Veel migranten blijven immers in Europa vanwege de gevaren van de doodsroutes die ze moeten afleggen om er te komen of vanwege de hoge geldsommen die ze moeten betalen aan de mensensmokkelaars. In migratiejargon heet dat circulaire migratie, normaal voor Afrikanen in Zuid-Europa tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Om de problemen rondom sociale zekerheid te voorkomen, suggereren Van Houtum en Lucassen dat arbeidsmigranten niet a priori toegang krijgen, maar dat ze hun recht daarvoor stapsgewijs kunnen opbouwen.

Literatuur

Centraal Bureau voor Statistiek CBS (2018). Statline. statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=37325

Castillo Guerra, J.E. (2018). Proposals for a ‘Better World’: Pope Francis’ contributions in order to generate a ‘culture of welcome’ to face the current challenges of human mobility. In: C. Grütters & D. Dzananovic (eds.), Migration and Religious Freedom. Essays on the interaction between religious duty and migration law (pp. 43-58). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.

Castillo Guerra, J.E. (2018). Migrationsbewegungen in Lateinamerika und der Karibik. Situation, pastorale Begleitung und Theologie der Migration. In: K. Krämer & K. Vellguth (eds.), Migration und Flucht Zwischen Heimatlosigkeit und Gastfreundschaft (pp. 107-121). Freiburg i.B.: Herder.

Franciscus (2014). Homily of Holy Father Francis, ‘Arena’ Sports Camp, Salina Quarter, Lampedusa 8 July 2013. w2.vatican.va/content/francesco/en/homilies/2013/documents/papa-francesco_20130708_omelia-lampedusa.html

Guarnizo, L.E. & Smith, M.O. (1998). The Locations of Transnationalism. In: Guarnizo, L.E. & Smith, M.O. (eds). Transnationalism From Below. New Brunswick: Transaction Publishers, 3-34.

Glick Schiller, N., Basch, L. & Szanton Blanc, C. (1995). From Immigrant to Transmigrant: Theorizing Transnational Migration. Anthropological Quarterly, 68, nr. 1, 48-63.

Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) (2018). Figures at a glance. www.unhcr.org/figures-at-a-glance.html

Houtum, H. van & Lucassen, L. (2016). Voorbij Fort Europa: een nieuwe visie op migratie. Vlaardingen: Atlas Contact.

International Organization for Migration (IOM) (2004). Glossay on Migration. Geneva: IOM.www.iomvienna.at/sites/default/files/IML_1_EN.pdf

International Organization for Migration (IOM) (2018). Global Migration Indicators 2018. Berlin: IOM. publications.iom.int/books/global-migration-indicators-2018

Levitt, P. (2001). The Transnational Villagers. Berkeley: University of California Press, 2001.

Millán Valencia, A. (2018). ‘Esto es un campo de concentración’: el drama de los yemeníes varados en Panamá después de atravesar el Tapón del Darién desde Colombia. BBC News Mundo, 30 enero. www.bbc.com/mundo/noticias-america-latina-41640489

Population Division, Department of Economic and Social Affairs, United Nations (2017). International Migration Report 2017. New York: 2017.

United Nations (2018). Intergovernmental Conference on the Global Compact for Migration. New York. www.un.org/en/conf/migration/index.shtml

Van Haer, N. (1998). New Diasporas. The mass exodus, dispersal and regrouping of migrant communities. London: UCL Press.

Wimmer, A. & Glick Schiller, N. (2003). Methodological Nationalism, the Social Sciences, and the Study of Migration: An Essay in Historical Epistemology. The International Migration Review 37, nr. 2, 576-610.

Zapata-Barrero, R. (2012). Teoría política de la frontera y la movilidad humana. Revista de Ciencia Política 29, julio, 39-66.

Jorge (dr. J.E.) Castillo Guerra is universitair docent Empirische en praktische religiewetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. 

tips bij het thema

Artikelen

De artikelen naar aanleiding van het symposium ‘God blijft in Nederland’, gehouden aan de Radboud Universiteit Nijmegen in 2017 en gepubliceerd in het Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, 2018/2:

• Erik Sengers, ‘God migreert in Nederland’. Maatschappelijke trends met betrekking tot religie en de gevolgen voor (rooms-katholieke) migrantengemeenschappen.

• Jorge E. Castillo Guerra, ‘God blijft in Nederland’.Kerkgemeenschappen van rooms-katholieke migranten in Nederland.

Organisaties en websites

• Samen Kerk In Nederland (SKIN), landelijk: www.skinkerken.nl / skinkerken.wixsite.com/skin

• SKIN Rotterdam: www.skinrotterdam.nl

• Stek, Stichting voor stad en kerk, Den Haag: stekdenhaag.nl

• Stap Verder: een samenwerkingsproject van de Sociëteit Afrikaanse Missiën (SMA) en de Stichting Pastoraal Diaconaal Centrum Bijlmermeer (SPDCB): www.stapverder.info/stap-verder

• Stichting Veelkleurige Religies Rotterdam (VRR): mensen laten kennismaken met deze rijke diversiteit en met elkaar: veelkleurigereligies.wordpress.com/over/

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken