Menu

Basis

Mijn rommel, mijn chaos

Vier mensen over hun eigen rommel en rommeligheid. Over rondslingerende persoonlijke eigendommen in een gezamenlijke huiskamer, een schilderachtige studentenkamer, een voor even opgeruimd bureau en verbindingspaadjes in de chaos.

Creatief in de chaos

Walther Burgering

De grond van mijn werkkamer ligt bezaaid met stapels papieren, boeken, spulletjes met herinneringen, kleinigheden en losse briefjes met aantekeningen. Mensen die voor het eerst deze kamer betreden, kijken hun ogen uit. Soms zeggen ze: ‘Hoe kun je werken in zo’n puinzooi?’ Maar wat op hen als wanordelijke chaos overkomt, is voor mij een geordend geheel aan losse, belangrijke onderdeeltjes van waar ik mee bezig ben.

Ik ben iemand die altijd met meerdere projecten tegelijkertijd bezig is. Dat houdt me scherp en levendig. Werken hobbyprojecten lopen door elkaar en strijden om aandacht. Het grote risico daarvan is dat ik kleine maar belangrijke zaken vergeet. Om dat te voorkomen, maak ik stapeltjes en laat briefjes die ertoe doen ietsje uitsteken. Als ik mijn werkkamer binnenkom, valt mijn oog er onbewust op en wordt mijn denken gealarmeerd. Als ik er later die dag of week mee bezig ga, weet ik direct wat ik nodig heb en waar het ligt. Zolang ik die aanwijzingen in het vizier heb, gaat het goed. Opruimen kan dus funest zijn, want een kleine verandering in de ogenschijnlijke chaos veroorzaakt echte chaos in mijn brein.

Doordat er vele aanwijzingen verborgen liggen in de chaos van deze werkkamer wordt het een broedplaats voor creativiteit. Verbindingen die niet altijd voor de hand liggen, worden gelegd. Verbindingspaadjes in de chaos maken verbindingspaadjes in mijn hoofd. Chaos heeft een ordening in zichzelf en zorgt voor creativiteit. Voor mij een zaligheid en elke keer weer verrassend, omdat ik mijn zaken heb laten ‘verrommelen’. Een onbetreden web aan mogelijkheden die mij uitdagen, triggeren en op gang brengen. En een mooi excuus om niet op te ruimen.

Verantwoordelijkheid

Holkje van der Veer

Toen ik eind jaren 80 in een gemeenschap van zusters Dominicanessen ging wonen werd ‘mijn rommel’ al snel een puntje op de agenda van de wekelijkse huisvergaderingen.

Zo leerde ik dat het niet de bedoeling is dat persoonlijke eigendommen als agenda’s, schoenen en knutselwerkjes in de gezamenlijke huiskamer blijven liggen. De kapstok in de hal is bedoeld voor de jas die je op dat moment draagt; gelieve alle andere truien, wasgoed en tassen daar niet achter te laten. Een lege kleerhanger is voor de jas van een bezoeker die nog kan komen en niet voor mijn kledingoverzicht.

Ook het halletje naar mijn kamer, dat ik deelde met een medezuster, mocht ik mij niet toeëigenen door het te gebruiken als bewaarplaats voor rondzwervende studieboeken, sportkleding en ander materiaal. Jarenlang heb ik geworsteld met mijn rommeligheid. Ik zag mijn eigen troep niet en realiseerde mij onvoldoende wat een leven met mijn altijd weer rondslingerende spullen voor anderen betekende.

Achteraf vind ik dat hier het woord ‘verantwoordelijkheid’ bij past. Zoals ik het jarenlang lastig heb gevonden om mijn draai in het leven te vinden, mijn roeping en mijn eigen unieke weg te ontdekken, zo vond ik het ook moeilijk om verantwoordelijkheid te nemen. ‘Het leven is meer dan ikzelf’: een prachtige gedachte die ik in het klooster leerde. Maar de praktijk, om in al mijn rommeligheid echt rekening te leren houden met anderen, was een lange weg met vallen en opstaan.

Beeld: iStock.com/Nu Pen Dek Dee

Zorgeloosheid

Folly Hemrica

‘Hoe als je je met zorgeloosheid kon omringen en dat dat je ruimte was…’ Deze prachtige regel van Bert Schierbeek prijkt op een van mijn kussenslopen om me te herinneren aan de broodnodige zorgeloosheid. Niet alles netjes opgeruimd, schoon en gestreken of op tijd af, niet alles afgewogen en verantwoord tot achter de komma en niet alles strak georganiseerd, zoals dat hoort bij een volwassen leven vol verantwoordelijkheden.

Ik kijk soms met weemoed naar een foto van mijn studentenkamer, genomen door een huisgenoot, die de aanblik bepaald schilderachtig vond: een etensbord onder een stoel geschoven, de inhoud van mijn kledingkast gedrapeerd over een stoel en schilderspullen uitgestald in een hoek. De dag voordat die foto was genomen, had een vriend gevraagd of ik misschien liftend mee naar Wenen wilde en wie zou tegen zo’n heerlijk voorstel ‘nee’ kunnen zeggen? Dus pakte ik een tandenborstel en vertrok, alles zorgeloos achterlatend.

De rommel op mijn kamer was niet een teken van mijn onvermogen om op te ruimen, maar een symbool van vrijheid en van ruimte om te gaan en staan waar je wilt. Ruimte voor impulsen en plotseling opflakkerend enthousiasme. Niet eerst alles op orde, niet van tevoren bedenken waar je onderweg moet slapen, niet precies weten wanneer je terugkomt. Een leven zonder dwingende agenda. Een beetje zoals de leliën op het veld waar Jezus het over heeft. Ze zaaien niet en ze maaien niet en toch zijn ze prachtig en bloeien ze er vrolijk op los. Alsof we daarmee iets belangrijks op het spoor zijn: de ruimte van de zorgeloosheid.

Hoofd vol, bureau leeg

Harold Schorren

Op mijn bureau liggen stapels notulen en verslagen met daartussen kleine notities op afgescheurde briefjes, en bonnetjes die ik nog moet declareren. Chaos, zou je denken. Toch verbaas ik iedereen wanneer ik zonder enige aarzeling een gevraagd stuk uit de stapel weet te trekken. Het blijkt dat alles ergens in mijn hoofd ligt opgeslagen. Maar geregeld is het ook te veel. Er zijn van die dagen dat er niets uit mijn handen komt. In mijn hoofd zitten duizenden dingen die ik nog moet doen. Waar te beginnen?

Soms verlies je dan de hoop dat je ooit door al het liggende werk heen komt. Als ik dreig te verdrinken, is het tijd voor een vel papier waarop ik alles schrijf wat ik moet doen. Ook al vult het blad zich geheel, toch voelt het iedere keer weer als minder dan wanneer het in mijn hoofd zit.

Er zijn ook momenten dat ik een preek moet schrijven of een ander creatief ding wil doen op mijn computer, maar dat het niet lukt. Alsof er een blokkade zit. Juist dan is het tijd om mijn bureau op te ruimen. Dat helpt. Alsof een geordende werkplek ruimte schept. Alsof ook in je geest orde geschapen wordt en ruimte. Dan nog een beetje Bach en de preek vloeit vanzelf.

Een leeg bureau duurt helaas niet langer dan één dag.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken