Menu

Premium

Net die ene

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Lucas 17,11-19

Verhaal

Joden en Samaritanen moesten niks van elkaar hebben. Ze liepen met een wijde boog om elkaar heen. Soms spuugden ze naar elkaar of gooiden zelfs stenen, net als sommige fans van Ajax en van Feijenoord.

Maar nu wilde het geval dat er een hele groep mensen, zeker wel tien, melaats was geworden. Melaats is dat je vel opeens heel wit wordt. Het begint vaak bij je vingers of je tenen of je neus. Die worden dan helemaal wit en na een tijdje kunnen ze er gewoon vanaf vallen, als er niks aan gedaan wordt. Het is ook heel besmettelijk. Als andere mensen jou aanraken, kunnen ze het ook krijgen.

In de tijd dat dit speelde, kon er niks aan gedaan worden. De melaatsen moesten het dorp uit en apart gaan wonen. Als ze onderweg waren of bij mensen in de buurt kwamen, moesten ze roepen: ‘Ik ben melaats, ik ben vies, je moet me niet aanraken, ik hoor er niet meer bij!’ Het is niet leuk om zoiets te moeten roepen. Als ze geluk hadden, wierpen andere mensen wat eten in hun richting.

De melaatsen woonden bij elkaar en het kon hun allemaal niet zo veel meer schelen. Het kon ze niet eens meer iets schelen dat er een Samaritaan bij de groep was. Alleen als ze onderweg naar de mensen riepen: ‘Ik ben melaats, ik ben vies, je moet me niet aanraken, ik hoor er niet meer bij!’ dan wezen ze met de stompjes van hun handen ook nog even pesterig naar hem en riepen: ‘En hij is ook nog Samaritaan!’ En dan gooiden de mensen in plaats van brood een steen naar hem toe.

Jezus heeft ze op een dag alle tien helemaal beter gemaakt, wordt er verteld. Ze waren gek van blijdschap en zingend en springend zijn ze naar hun huis en hun familie toegehold. Maar één heeft daarna naar Jezus gezocht en Hem gevonden om Hem te bedanken. ‘Kijk eens aan, mijn Samaritaan,’ zei Jezus. ‘Als er iemand helemaal bij hoort, dan ben jij het wel!’

Vraag

Erbij horen. Wat betekent dat?

Liedsuggestie

J.D.van Laar, Bijbelliederen voor jonge kinderen I, 59: ‘Met mijn ratel en mijn stem’. Of Bijbelliederen voor jonge kinderen II, 60: ‘Tien melaatsen zijn genezen’.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken