Menu

Basis

Niet boos de nacht in

Heftige woede en heilige verontwaardiging: de apostel Paulus wist er alles van. Maar hij wist ook dat het niet om zijn eigen ego en zijn eigen gelijk moest gaan.

Piet van Veldhuizen is Protestants predikant te Hendrik-Ido-Ambacht.

Wind je op, maar doe geen gekke dingen en laat het niet eindeloos duren.

Er staat een prachtige leefregel in de brief aan de Efeziërs: ‘Als u boos wordt, zondig dan niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid’. Deze woorden geven ruimte aan woede en irritatie maar stellen er ook een grens aan. Wind je op, maar doe geen gekke dingen en laat het niet eindeloos duren. Soms moet je je kwaad maken, maar daarna moet het ook weer klaar zijn. De uitdrukking ‘laat de zon niet ondergaan’ komt uit een gebod in de Tora, de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse bijbel. Daar staat dat je een dagloner die voor je gewerkt heeft, nog dezelfde dag zijn loon moet geven: ‘laat de zon er niet over ondergaan’ staat daar letterlijk. Je wilt dat de volgende dag een nieuwe dag is, een nieuwe schepping. Dan moeten de dingen van vandaag worden afgewerkt voordat de nacht valt. Wat je iemand schuldig bent, moet afgehandeld zijn voordat je gaat slapen. Met boosheid is het net zo, en als het goed is, kennen we dat uit het gezinsleven. Je gaat als het even kan niet met een kwaaie kop naar bed, je laat elkaar niet de nacht in gaan zonder het uit te praten.

EEN KOKEND GEMOED

Het is niet zeker of de Brief aan de Efeziërs door de apostel Paulus is geschreven; veel geleerden denken dat de brief kort na de tijd van Paulus op zijn naam is gezet. Maar ik denk dat de strekking van de woorden goed bij Paulus past. Ik stel me de apostel voor als een temperamentvol mannetje (Paulus is zijn Romeinse bijnaam en betekent ‘kleintje’). Ooit ging hij tekeer tegen de eerste christenen, en met dezelfde heftigheid verkondigt hij na zijn omkeer het Evangelie. In zijn brieven windt hij zich geregeld op over misstanden die hij tegenkomt: de frustratie en boosheid spatten soms van het papier. Zijn conflict met Petrus zoals hij het zelf beschrijft, liegt er niet om, en het debat ging er ook volgens de beschrijving in het bijbelboek Handelingen niet kalm aan toe. Een kokend gemoed, heilige verontwaardiging – daar wist Paulus alles van, het lag in zijn aard. Maar hij wist ook dat het niet om zijn ego en om zijn eigen gelijk moest gaan.

INNERLIJKE STRIJD

Ik schrijf de brieven van Paulus van tijd tot tijd met de hand over, om me in te leven in degene die ze schreef. Dan voel je de heftigheid, en ook de innerlijke strijd van Paulus om zijn eigen geldingsdrang in toom te houden. De liefde laat zich niet kwaad maken, schrijft hij – maar Paulus laat zich soms wél kwaad maken, want er zit nog zoveel meer in zijn gemoed dan liefde alleen.

BEDAREN EN LOSLATEN

Boosheid kan soms de energie losmaken die nodig is om in een situatie in te grijpen, om tussenbeide te komen, om dingen bij de naam te noemen en eerlijk te zijn. Maar Paulus wil graag dat alles dan toch in het teken staat van Christus in hemzelf: ‘Niet ik leef, maar Christus leeft in mij’. Dus zijn ego mag tot rust komen, de woede mag bedaren, de verbetenheid mag losgelaten worden. Liefst voordat de nacht valt, zodat de volgende dag niet in het teken staat van oude koeien maar van het nieuwe leven.

DE LEEFREGEL ‘LAAT DE ZON NIET ONDERGAAN OVER UW BOOSHEID’ STAAT IN EFEZIËRS 4:26. HET GEBOD UIT DE TORA STAAT IN DEUTERONOMIUM 24:15. IN GALATEN 2:11-14 EN IN HANDELINGEN 15:1-2 WORDT HET CONFLICT TUSSEN PAULUS EN PETRUS BESCHREVEN.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken