Menu

Basis

Omhoog vallen

Op oude prenten vind je soms ‘de trap des levens’. Die trap bestaat uit twee delen: eerst een stijgend, dan een dalend deel. Op de stijgende treden staan een peuter, een kind, een trouwlustig stel. Bovenaan staat iemand van middelbare leeftijd. Op de treden van het dalende deel zien we mensen met een stok, krom, krommer en steeds ouder.

De ‘trap des levens’ verbeeldt het leven als opgaan, blinken (op het hoogtepunt) en verzinken. Het is een symbool van de vergankelijkheid van het leven. Een andere naam voor deze trap is daarom ‘de trap des ouderdoms’.

HET PARADIJS UIT

Er is ook een andere visie op het leven mogelijk. Een paar jaar geleden publiceerde de Franciscaanse monnik Richard Rohr het boek Falling upward, ‘omhoog vallen’. Hij karakteriseert de tweede levensfase ook als een afdalen, maar dan als een afdalen in de diepte van het leven. Lichamelijk takel je dan misschien wel af, maar geestelijk daal je af in een hogere levenswijsheid. ‘Een val omhoog’, speels gezegd.

Rohr vertelt hoe hij in een traditioneel katholiek gezin in de Amerikaanse staat Kansas opgroeide. Hij kon er kind zijn en accepteerde gewoon wat zijn ouders en de pastoor hem vertelden. Zijn jeugd werd beheerst door een overzichtelijke eenvoud. Hij was kinderlijk en gelukkig.

Met het opgroeien kwamen de vragen. Op school en de universiteit leerde hij zijn verstand te gebruiken, maar ontdekte hij ook dat het verstand lang niet alles kan verklaren. Met je verstand bots je op een wereld die chaotischer, gemener, verrassender blijkt te zijn dan je verstand kan bevatten. Terugkeren naar het paradijs van de eenvoud van zijn jeugd kon hij niet meer. Zoals het paradijsverhaal in Genesis het beschrijft: de ingang van het paradijs wordt versperd door een engel met een vlammend zwaard.

HELDERE DROEFHEID

Door de jaren heen, ouder wordend, ontdekte Rohr een ander paradijs, eigenlijk mooier en ruimer. Hij groeide naar een dieper verstaan van de wereld, zijn medemensen en God. Hij leerde te aanvaarden dat er geen leven is zonder scheuren en rafelranden. En geen mens is volledig goed of slecht. Rohr begon Jezus’ woord beter te begrijpen, dat God zijn zon laat schijnen en zijn regen laat vallen over goeden en kwaden. Het thuis van zijn jeugd had hij achter zich moeten laten, maar nu leerde hij te vertrouwen op een thuis dat hem overal ter wereld thuis deed zijn: God. Rohrs levensreis bracht hem zo, met vallen en opstaan, bij een nieuwe eenvoud, een ‘tweede kinderlijkheid’. Hij omschrijft die als een ‘heldere droefheid’. Droefheid, omdat hij leerde inzien dat deze wereld niet ideaal is, vol vragen, lijden, onrecht. Helder, omdat het ondanks alles Gods wereld is.

LOSLATEN

De levensweg zoals Rohr die schetst, is dus anders dan die van de klassieke trap des levens. Hij is daarin overigens niet de eerste en ook niet uniek. Hij schaart zich met zijn verhaal in een al langer bestaande spirituele traditie die de tweede levensfase een positievere inhoud toekent. In de eerste levensfase ligt de nadruk op de opbouw van een eigen leven, de inspanning om verder te komen en de ontwikkeling van de eigen identiteit; in de tweede ligt het accent meer op het groeien in wijsheid, mildheid en het vermogen te relativeren. Ouder worden is hier vooral loslaten: van te stellige opvattingen, van een angstvallig verdedigde identiteit, van een al te ideaal zelfbeeld. Als je zó loslaat, verlies je veel van je vroegere houvast. Je valt. Maar wel naar de hemel.

Stephan de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Oudemirdum-Nijemirdum-Sondel en redactielid van Open Deur.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken