Menu

Premium

Ongelofelijk?

Hebreeuwse tekst die wordt uitvergroot met een loep

Bij Lucas 1,26-38

De moeder van Maaike is ziek. Levensbedreigend ziek. Levensbedreigend. Maaike kende dat woord eerst helemaal niet, maar toen haar vader het tegen haar zei, wist ze gelijk wat het betekende. Het leven van haar moeder wordt bedreigd. Niet door mensen, maar door een stomme ziekte. Kanker. De ziekte van dat scheldwoord. En Maaikes moeder heeft het!

Eerst was het nog niet zo erg en was de moeder van Maaike gewoon thuis. Ze lag veel op de bank en op bed. Haar lijf moest vechten tegen de kanker. Aan de buitenkant zag Maaike dat niet, maar haar moeder werd er heel moe van. Maaike werd er een beetje boos om, want mama was ook te moe om met haar te spelen.

Nu is het nog erger geworden. Maaikes moeder ligt in het ziekenhuis en Maaike logeert bij tante Wilma, want papa moet overdag werken.

Samen met tante Wilma gaat ze naar het ziekenhuis. Als ze haar moeder ziet, moet ze huilen. Mama heeft allemaal slangetjes in haar lijf, ze is mager en kaal en ze ruikt niet naar mama. Maaike vindt het eng en zielig tegelijk. Ze durft haar moeder niet goed te knuffelen.

Dan komt papa binnen. Hij kijkt heel blij: ‘Ik heb goed nieuws!’ zegt hij. ‘Mama wordt weer beter!’

Maaike kijkt bedenkelijk. ‘Hoe kan dat dan?’ vraagt ze. ‘Mama is echt wel héél ziek nu.’

Zou jij zo’n voorspelling geloven, als je Maaike was?

Papa antwoordt: ‘De medicijnen slaan aan. Dat betekent dat ze mama echt beter kunnen maken. Misschien lijkt het nu onmogelijk, maar het is echt zo. Ik denk dat God de dokters heel erg geholpen heeft.’

Maaike is blij. Als papa over God gaat praten, is hij altijd serieus. Dus ze mag het echt geloven: mama wordt beter! Nu durft Maaike haar wel een knuffel te geven. En papa ook.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken