Menu

None

Online kerk zijn in de coronacrisis een vergelijkend onderzoek

Hybride liturgie

Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van Laetare over hybride liturgie (2021, nr. 2). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van Laetare? Bekijk dan alle artikelen. De bijdragen Van de redactie, Berichtenen Aan de tijd verschijnen uitsluitend in de fysieke editie van Laetare.

Vanaf maart 2020 kwamen de (wijk)gemeenten en parochies in Nederland terecht in een nieuwe werkelijkheid, waarmee de meesten geen ervaring hadden: online kerk zijn. Kerken die al voor de coronacrisis hiermee vertrouwd waren, hadden vaak een geoefend team klaarstaan om de registratie van de vieringen soms op een zodanige manier vorm te geven dat het leek op een echte televisiedienst.

De lockdown maakte echter dat bezinning nodig was op alle vormen van communicatie in gemeente of parochie. Veel viel stil: niet alleen de ‘fysieke’ vieringen, maar ook bezoeken aan huis, gespreksgroepen, en… vergaderingen Pastoraat zou een andere invulling moeten krijgen, via beeldbellen of telefoon.

Jongerenen volwassenencatechese, toerusting en diaconaat, het vroeg allemaal om nadenken over online vormen. En dan de Stille Week die eraan zat te komen, hoe kon je de viering van de Maaltijd van de Heer in een of andere vorm realiseren? Hoe kunnen we al onze diensten, overdenkingen, en het zingen van liederen registreren, liefst op een professionele manier? Hebben we daarvoor de juiste apparatuur en vrijwilligers die deze kunnen bedienen? Veel kerken begonnen voor het eerst vieringen te streamen. In deze werkelijkheid verkeren veel geloofsgemeenschappen – nu wij dit schrijven in februari 2021 – nog altijd. Er was een tussenperiode, met hybride vormen: vieringen met een maximum van dertig deelnemers die online werden uitgezonden, maar nu is alles weer digitaal.

Het heeft alle kerken getroffen: oecumenebreed, van zwaar behoudend tot uiterst vrijzinnig. Op Facebook is er een belangrijke groep Predikanten en Pastores, met meer dan tweeduizend leden, waarin voorgangers elkaar advies geven en ervaringen delen: wat doen jullie, wat is mogelijk, wie kan mij hier even mee helpen? Ook de kerkgenootschappen geven vanuit hun landelijke kantoren ondersteuning. Theologische instellingen bieden webinars aan, over preken in de coronacrisis en over mogelijkheden voor de liturgische vormgeving, en wetenschappelijk onderzoek naar online kerk zijn, passend bij de al langer bestaande interesse in digital religion, is urgent geworden. Zo is de situatie in Nederland, maar het betreft alle kerken wereldwijd.

CONTOC-onderzoek

In juni 2020 namen praktisch theologen en sociaal-wetenschappers in Zwitserland en Duitsland het initiatief voor een internationaal vergelijkend onderzoek, waarbij aan voorgangers uit meer dan 25 landen een uitgebreide vragenlijst werd voorgelegd. Het onderzoek kreeg een afkorting mee: CONTOC, Churches Online in Times of Corona. Wij namen voor Nederland de coördinatie op ons. Er werden wereldwijd meer dan 7000 vragenlijsten ingevuld en de vergelijkende analyse, ook van de kwalitatieve data, dat wil zeggen de antwoorden op de open vragen, is nog gaande. In mei 2021 volgt een grote online conferentie. In dit artikel voor Laetare geven we een paar eerste inzichten vanuit de gegevens die we in Nederland hebben verzameld.

De kern

In de eerste plaats, en voor velen een fundamenteel punt, is er meer concentratie op én besef van de ‘kern’ van het kerk zijn en van de liturgie. De resultaten van het CONTOC-onderzoek laten zien dat de ecclesiologische bezinning op het waartoe van het gemeente of parochie zijn en de onderkenning van het belang van de liturgie sterk is gestimuleerd. Het komt tot uiting in de respons op een aantal vragen, bijvoorbeeld in het antwoord op de open vraag naar wat ‘minder belangrijk’ is geworden. Velen zeggen onomwonden en met een gevoel van opluchting: vergaderen, het vele vergaderen. Anderen vullen hierop aan: ‘alle extra’s’, ‘vormen’, ‘traditionele vormen’ zijn ‘weggevallen’. Er is minder waar men zich ‘druk over maakt’. Het gaat meer om de inhoud of, zoals een voorganger schrijft: ‘De randactiviteiten van de gemeente worden minder belangrijk. Het gaat meer om de kern.’

Preken zijn minder lang geworden, meer to-the-point, met een grotere nadruk op toepassing, pastorale en praktische relevantie, ook vanwege het besef van een kortere spanningsboog in aandacht bij de kijker/ hoorder. Daarnaast geven velen aan dat juist de afwezigheid van de fysieke viering en de ontmoeting ‘van aangezicht tot aangezicht’ heeft geleid tot een hernieuwde waardering ervan. Juist deze crisis doet kerken het unieke en onvervangbare van de samenkomst, ook bij de viering van de Maaltijd van de Heer, opnieuw ontdekken. Het geldt eveneens voor het samen zingen. Vrijwel unaniem zegt men dat online aanvulling zal zijn en nooit fysiek zal kunnen vervangen. Juist de ontmoeting in en rond de viering evenals de gezamenlijke lofzang behoort tot de essentie van het kerk zijn.

Grafiek 1: versterkte rol in de kerkdienst

Grafiek 1: versterkte rol in de kerkdienst

Vervolgens, en niet in tegenspraak met het vorige, de online viering valt in het kerkelijke landschap wereldwijd, van Malta tot Korea en van Zweden tot Oostenrijk, niet meer weg te denken, enerzijds omdat ze wordt gezien als een manier om geïnteresseerde buitenstaanders te bereiken en een breder netwerk dan de eigen geloofsgemeenschap aan te spreken, anderzijds ook om de betrokkenheid bij de gemeente of parochie te versterken van minder mobiele kerkgangers en chronisch zieken (zie grafiek 1).

Online registratie levert getallen op, en ofschoon de hoeveelheid kijkers niet alles zegt – mensen kunnen immers tijdens een viering inschakelen, maar ook gemakkelijk uitschakelen – geven veel voorgangers aan dat meer mensen hun online diensten ‘digitaal meevieren’ dan voorheen. Wel zullen dat, naar inschatting van voorgangers, mogelijk na de coronacrisis geen kerkgangers worden. Een voorganger duidt hen aan als ‘pilaarhangers’ (mensen die wel nieuwsgierig zijn, maar liever van achter een ‘pilaar’ even meekijken). Deze groep is groter geworden, en sommigen zijn ook vaste kijkers geworden.

De drempel is lager via digitaal aanbod dan via ‘live’ aanbod. Online vieringen, zo blijkt dus uit het CONTOC-onderzoek, vergroten het bereik. Ook uitvaarten, stellen Nederlandse respondenten in ons onderzoek, kunnen nu gemakkelijker worden gevolgd door familie ‘overzee’, in Canada, Australië of de Verenigde Staten. De registratie vraagt vaak wel om investeringen: wat reeds audio werd uitgezonden, wordt nu met video – en bijbehorende apparatuur – de huiskamer ingezonden.

Kansen

In de derde plaats, veel voorgangers hebben de kansen van online communicatie ontdekt. In het CONTOC-onderzoek is daarvoor de term digital affinity gebruikt.

Digital affinity houdt vooral in dat voorgangers vaardig zijn geworden met digitale middelen, zoals social media (Twitter, Facebook), YouTubefilmpjes, et cetera. Zij vinden gemakkelijk hun weg op het internet, geven aan dat zij in een online kerkdienst eenvoudig een filmpje kunnen (laten) inlassen, of dat zij een interactieve tool, zoals een mentimeter (waarbij reacties via de smartphone worden gegeven), kunnen gebruiken. Een pastorale nieuwsbrief kon nu wekelijks via e-mail worden verzonden, en een voorganger stelt: ’Waarom hebben we dat niet eerder ontdekt?’ Anderzijds, veel gemeenten kiezen voor registratie van een ‘gewone’ viering, zonder gebruik te willen maken van filmpjes, et cetera.

Grafiek 2: Verminderde pastorale rol

Grafiek 2: verminderde pastorale rol

In de vierde plaats, de liturgische rol van de voorganger is sterker geworden ten opzichte van de pastorale rol. Er is daarbij ook grotere tevredenheid over de liturgische presentie in vergelijking met de pastorale presentie. Het pastoraat is bemoeilijkt, zo blijkt. De meeste voorgangers geven aan dat ze hun rol niet helemaal konden waarmaken (80%) en het gevoel hadden te weinig aanwezig te kunnen zijn (65%). Opvallend is hierbij wel dat voorgangers de belemmeringen voor fysieke ontmoetingen niet als een algehele verhindering hebben ervaren. Ze zijn ertoe overgegaan om met gemeenteleden te wandelen en ook de telefoon is opnieuw ontdekt. Ze hebben echter over de hele linie het gevoel dat hun rol tijdens deze crisis sterker is gericht op de viering, de kerkdienst (zie grafiek 2).

In de vijfde plaats, bijna alle kerken hebben zelf digitale vormen ontdekt. Daarbij is ons opgevallen dat er weinig met andere kerken is samengewerkt. Vijf kleine kerken hebben bijvoorbeeld niet één online gezamenlijke viering ontwikkeld of over kerkmuren heen oecumenische samenwerking gezocht. We kunnen dit negatief waarderen als ‘ze willen allemaal hetzelfde wiel uitvinden’ of ‘wat een gemiste kans voor de oecumene’. Een mogelijke verklaring hiervoor is echter dat er een sterk bewustzijn is geweest dat niet de lokale gemeenschap uit elkaar zou vallen. Het geeft daarmee uiting aan een grote waardering voor het plaatselijke: de eigen voorganger, het eigen gebouw, de eigen liturgie.

Omschakelen

De crisis vraagt, zo laat het CONTOC-onderzoek zien, veel van voorgangers. Er is regelmatig overleg met vrijwilligers nodig hoe om te schakelen naar andere manieren om het kerk zijn op een goede manier vorm te geven, maar ook psychisch is het zwaar. Voorgangers kunnen juist in deze crisis het gevoel hebben in pastorale zin tekort te schieten in de begeleiding van mensen in rouw, na een uitvaart bijvoorbeeld, en rond het afscheid nemen. Waar anders de voorganger nogal eens na een viering wordt aangeschoten met een verzoek om pastorale aandacht is het nu moeilijker om te bepalen waar ondersteuning nodig is.

‘Het ging mij niet in de koude kleren zitten. Een gevoel van tekort te schieten – wat er altijd al is in dit werk – komt nog meer extra omhoog. Mensen trekken ook in deze tijd niet zelf aan de bel en het is voor mij als pastor nu nog moeilijker om te ‘ruiken’ waar er nood is.’

Uit de lange antwoorden op de vraag of men ‘nog iets wil aanvullen’ op de vragenlijst leiden we af dat veel voorgangers er behoefte aan hebben hun ervaringen te delen. Ze geven aan de crisis als een ‘enorme uitdaging’ te beschouwen, die tot vermoeidheid leidt. Er blijkt uit vele antwoorden dat er een groot verlangen is naar fysiek contact en een besef dat pastorale zorg nodig is voor de hele geloofsgemeenschap. Ook wordt er zorg uitgesproken over de toekomst van de kerkgang en van de gemeente (‘onderling de verbinding vasthouden is een hele klus’). Tegelijk, er wordt door voorgangers veel geleerd, er komt creativiteit vrij en men realiseert zich sterk dat ‘kerk nooit meer hetzelfde zal zijn’ als voor de coronacrisis. Het zal in ieder geval geen terugkeer zijn naar kerk zijn zoals het was:

‘Ik wil mezelf en mijn kerkgemeenschap uitdagen om als alles weer wat normaliseert niet automatisch weer in de groef te gaan van ‘doen zoals we het gewend waren’. In deze tijd ontdekken we als gemeenschap hoe inventief en hoe creatief we kunnen zijn, en welke talenten en krachten er aanwezig zijn in de gemeenschap. Ik hoop dat we zo verder gaan dat dit blijvend benut kan worden.’

Een andere voorganger schrijft dat er op een nieuwe manier verbinding is ontstaan, en dat de online vieringen mensen sterk hebben aangesproken:

‘De crisis is voor mij als predikant bepaald niet alleen maar negatief geweest. Er komt winst uit voort. Er is veel intensiever met bepaalde vrijwilligers samengewerkt, de liturgie krijgt nieuwe impulsen. Je mág niet alleen, maar je móet zelfs dingen anders doen. Beeld wordt belangrijker, er is op een nieuwe manier verbinding gegroeid. De stilte alom bood kansen tot verdieping, veel mensen hebben gezegd dat de online vieringen vaak veel meer raakten dan de gewone.’

Hoe het kerk zijn na de crisis er precies uit zal zien, zal de tijd leren. Wat nu al wel duidelijk is, is dat uitzendingen van kerkdiensten met geluid én beeld niet meer zullen verdwijnen.

Henk (prof. dr. H.P.) de Roest is hoogleraar praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Groningen.

Theo (dr. T.T.J.) Pleizier is universitair docent praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, vestiging Groningen.

Lees meer uit dit nummer van Laetare


Vanaf maart 2020 kwamen de (wijk)gemeenten en parochies in Nederland terecht in een nieuwe werkelijkheid, waarmee de meesten geen ervaring hadden: online kerk zijn. Kerken die al voor de coronacrisis hiermee vertrouwd waren, hadden vaak een geoefend team klaarstaan om de registratie van de vieringen soms op een zodanige manier vorm te geven dat het leek op een echte televisiedienst.


Lees verder


Insert Content Template or Symbol

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken